Daphné Dupont-Nivet pleit op Internationale Vrouwendag voor het omarmen van een realistischer mensbeeld, waarin onze eigenschappen niet langer worden onderverdeeld in ‘typisch vrouwelijk’ en ‘typisch mannelijk’. Zij laat zien hoe sociale normen niet natuurlijk zijn, maar het gevolg zijn van menselijke keuzes, en hoe de toekomst is wat wij er samen van maken.
Dit essay schreef Daphné Dupont-Nivet in januari 2017 voor de #ikschrijf-essaywedstrijd voor vrouwen.
Ooit, niet heel lang geleden, volstond één simpele vraag om de wereld in te delen in overzichtelijke groepen. Namelijk: van welke popgroep houd jij? Posters van de Backstreet Boys bedekten elk stukje muur van de slaapkamer van mijn beste vriendinnetje, maar ik weigerde die liefde te delen - bij tijd en wijle een groot obstakel in onze vriendschap. Ik wist wel beter: ík leefde in het Spice Girls universum.
Als meisje van negen heb ik deze voorkeur niet uitvoerig geanalyseerd. Inmiddels denk ik dat, afgezien van de geweldige schoenen met plateauzolen die op ieders verlanglijstje stonden, de aantrekkingskracht van de Spice Girls vooral zat in het gevoel dat zij overbrachten. Dat ook meisjes, als ze maar eigenwijs genoeg waren, de wereld naar eigen hand konden zetten. Spice up your life, dat idee.
Als jonge vrouw wilde ik eigenlijk uitgroeien tot succesvolle man, besef ik nu.
Tuurlijk, het beeld dat de toekomst maakbaar was, was niet alleen voorbehouden aan eigengereide meisjes gehuld in naveltruitjes. Bijna iedereen (in het Westen) voelde zich in de jaren negentig master of the universe. Het eind van de geschiedenis was net aangebroken: het vrije-markt kapitalisme had het communisme overwonnen en beloofde op zijn zegetocht, ietwat overmoedig, liberale waarden en democratische vrijheden voor iedereen. Een beetje zoals Oprah wanneer ze weer eens gratis auto’s uitdeelt aan haar hele publiek: ‘Een maakbare toekomst - you get one, and you, and you, and you!’ Het vrije individu stond nu centraal. Je kon zijn wie of wat je wilde, als je maar hard genoeg je best deed.
Sterke vrouwen, echte mannen
Wat ik dan wilde zijn? Sterk, rationeel, onafhankelijk. Onaantastbaar zelfs. Als jonge vrouw wilde ik eigenlijk uitgroeien tot succesvolle man, besef ik nu. Jaar in jaar uit veranderde ik en mijn rolmodellen veranderden mee. Opvallend genoeg waren zij bijna allemaal mannen: schrijvers, kunstenaars, avonturiers. One of the boys, daar streefde ik naar. En niet alleen ik. Zoveel vriendinnen zijn er nog steeds trots op dat ze zich niet ‘meisjesachtig’ gedragen: ze zeuren nooit, huilen niet in het openbaar, doen niet aan giechelen; nee, ze zijn stoer en sterk.
Succesvolle ‘powervrouwen’, dat wilden wij worden, niet door onze vrouwelijkheid te omarmen, maar door die af te zwakken. Het gaat hier niet om de uiterlijke vorm van vrouwelijkheid. Minirokjes en fel gestifte lippen vonden we cool. Ik heb het over de innerlijke kenmerken die we verbinden aan vrouwelijkheid, onze kwetsbaarheden en zachte, zorgzame kanten. Die behandelden we als geheimpjes, om je in het donker voor te schamen. Mijn geliefde Spice Girls waren sexy ten top, maar daarbij vooral baldadig en stoer. Ze waren niet breekbaar of bezorgd - eigenschappen die we aan vrouwelijkheid verbinden maar, en daar ligt het probleem, tegelijkertijd zien als zwaktes.
Jongetjes groeien op met het idee dat ze geen emoties mogen tonen - anders veranderen ze nooit in échte mannen.
Vraag het aan een nietsvermoedende voorbijganger: vindt hij/zij mannen beter dan vrouwen? Nee joh, zul je horen, we zijn allemaal gelijk, dat is toch logisch. Op het eerste gezicht lijkt de emancipatie, tenminste in Nederland, voltooid. Toch vormen simplistische opvattingen van mannelijk- en vrouwelijkheid nog steeds een belangrijke basis voor hoe we, vaak onbewust, de wereld begrijpen.
Kijk maar naar onze taal: wanneer je even moet doorbijten noemen we dat ‘vermannen’, terwijl we sentimentele liedjes een vrouwelijk stempel geven: die zijn ‘zijig’. Simpel samengevat: mannen zijn sterk, vrouwen zijn zacht. Dit beperkte beeld heeft uiteraard niet alleen invloed op hoe vrouwen zichzelf (willen) zien. Mannen gaan er net zo zeer onder gebukt. Jongetjes groeien op met het idee dat ze geen emoties mogen tonen - anders veranderen ze nooit in échte mannen.
Echte mannen - en vrouwen - zijn niet sterk of zwak, maar een rommeltje. Echte mensen zijn een bijeengeraapte hoop van allerlei eigenschappen en gemengde emoties. Echte mensen voelen, doen en denken van alles en nog wat. Een echt mens huilt soms, zeurt wat, bluft een keer, bitcht een beetje, kwetst eens iemand, maar vermant zich ook. Een echt mens is vandaag sterk en stoer, maar morgen zacht en kwetsbaar. Dit heeft niets met mannelijk en vrouwelijk te maken, maar des te meer met menselijk. Het zou de wereld goed doen als we concepten zoals sterk en zwak loskoppelen van man en vrouw.
Afzonderlijke eilandjes
De boodschap die de Spice Girls ons toezongen - geef je leven wat meer pit - lijkt de oplossing bij uitstek voor deze kwestie. Als je het niet eens bent met de stereotypen over mannen en vrouwen die heersen in de maatschappij, dan doe je er toch lekker niet aan mee? Lang genoeg geloofde ik dat stellig: neem het heft in eigen hand, heb gewoon een beetje schijt aan de rest.
De realisatie dat je niet zonder anderen kunt verandert ook de manier waarop we onszelf tot de samenleving verhouden.
Maar langzaamaan ontstonden scheurtjes in mijn beeld van de mens als een geheel rationeel en onafhankelijk individu die de toekomst naar eigen hand zet. Ook wel: de ultieme man, die als sinds de Verlichting de regie voert in het Westerse wereldbeeld. Nu pas zie ik hoe verblindend de illusie is dat we allemaal in ons uppie onze toekomst vormgeven. In elke situatie, persoonlijk en professioneel, zijn we voortdurend afhankelijk van de hulp maar ook onderhevig aan de grillen van anderen. Je bakker en je buurman, je broer en je baas: ze beïnvloeden verleden, heden en toekomst. We leven nou eenmaal niet op afzonderlijke eilandjes.
Deze onderlinge afhankelijkheid heeft gevolgen voor ons zelfbeeld. Maar, sterker nog: de realisatie dat je niet zonder anderen kunt verandert ook de manier waarop we onszelf tot de samenleving verhouden. Alles alleen oplossen lukt niet? Tja, misschien hebben we elkaar nodig om iets van de toekomst te maken. De samenleving, dat zijn de kaders, de regels en de normen die je samen vormgeeft. Samen voeren we discussies over hoe we willen en kunnen leven. Toch lijkt dat besef gaandeweg vergeten te zijn.
Stond erbij en keek ernaar
Dat is niet heel gek, laat de recente geschiedenis zien. In het optimistische Spice Girls-tijdperk hadden eigenzinnige individuen de touwtjes in handen - ieder was het middelpunt van het eigen universum. De grote politieke vraagstukken leken opgelost. Alles werd steeds beter; we leunden achterover en waren vol vertrouwen.
Foutje, bedankt. Hoezo steeds betere tijden? Chaos en verwarring zul je bedoelen. Klimaatverandering, toenemende ongelijkheid, terrorisme, racisme, oorlogen, crisis hier, crisis daar, narigheid, narigheid, narigheid, Trump. Oké genoeg, stoppen nou. De afgelopen decennia lijken ons overkomen te zijn en nu ligt de wereld in puin. En wij? Wij stonden erbij en keken ernaar.
Teleurstelling over het verleden mag niet leiden tot overgave aan de toekomst.
Politiek en samenleving lijken gestuurd te worden door ongrijpbare krachten. Om toch ergens orde te scheppen, hanteren we handige stikkers: fundamentalisme, populisme, racisme. Het vertrouwen dat we samen de toekomst kunnen vormgeven klinkt nu ontzettend naïef, of, in het beste geval, als een slechte grap. De wereld fiksen, ja hoor, doen we even - met pure willpower zeker, zoals Uri Geller lepels tot een boogje buigt. Nee, we voelen ons machteloos, verslagen door de geschiedenis.
Maar dat gevoel is gevaarlijk. Teleurstelling over het verleden mag niet leiden tot overgave aan de toekomst. Die is onzeker, inderdaad, maar ook maakbaar. Tegenover maakbaar staat vastgeroest, iets waar niets meer aan te redden valt. Het ideaal van een maakbare samenleving opgeven betekent dat alles logisch is zoals het is. En dat is het nooit. Elke sociale norm - dat vrouwen gelijkwaardig zijn aan mannen - en elke politieke afspraak - dat vrouwen en mannen hetzelfde verdienen - is het gevolg van menselijke acties en beslissingen. Wanneer we aanvaarden dat de geschiedenis, maar ook de toekomst, ons overkomt, leggen we onze verantwoordelijkheid neer. Dan houdt de zoektocht naar alternatieven op.
Hoe lang nog?
Alternatieven zijn er genoeg. Laten we beginnen met het veranderen van de normen voor mannen en vrouwen. Met de acceptatie dat kenmerken - zoals taai, teder, hysterisch, verstandig - terugkomen in elk mens: man of vrouw. In het licht van alle Grote Kwesties van vandaag komt dit wellicht over als een oppervlakkige ingreep. Maar think again. Eigenlijk is het een ontzettend ambitieus begin: het biedt een geheel ander, rommeliger maar ook echter begrip van wat het is om mens te zijn.
Het op de schop gooien van mannelijk- en vrouwelijkheid heeft niet alleen invloed op individueel vlak. Nee, het gaat veel verder dan dat: het omarmen van een realistischer mensbeeld biedt een andere kijk op politiek, economie en maatschappij. Zo komen we tot de realisatie dat sterke leiders ook zacht kunnen zijn, en bovendien wel eens twijfelen. Zo zien we in dat we economische concepten kunnen oprekken, zodat ze niet alleen over productiviteit en groei gaan, maar ook over welzijn en geluk. Zo creëren we een andere samenleving, waarin de leider van de ‘vrije wereld’ niet eens zou dromen dat hij vrouwen bij de pussy grijpt.
‘Hoe lang nog, is het bijna zo ver?’ Vaak lijkt mijn nichtje van zes niet te kunnen wachten totdat de toekomst aanvangt. Knikkende knieën, half gestrikte veters, weg is ze. Het liefst draagt ze roze jurkjes, maar ze zit ook op voetbal. Van de Spice Girls heeft ze nog nooit gehoord, plateauzolen vindt ze lelijk, maar pit heeft ze zeker. Ik kan niet wachten om uit te vinden hoe zij, dat eigenwijze monster, zich een weg baant door de toekomst.