Tijdens het installeren van een dichtende speaker aan de rand van een weiland, wil Werner zich niet vergelijken met kunstenaar Guido van der Werve, maar veel resoneert. In EYE is nog tot 29 mei een tentoonstelling te zien van Van der Werve. Hij leerde Werner over de kansen in melancholie.
Er was even geen verkeer dus ik kon mijn installatie veilig gereedmaken. Ik priegelde met het kabeltje dat de bewegingssensor verbond met mijn laptop, zette het volume van de speaker op het juiste niveau: lekker hard.
Gelukt. Als er nu een auto zou langsrijden, zou de sensor deze beweging oppikken en een signaaltje naar mijn laptop sturen, die het volgende audiofragment zou afspelen. Ik had negen strofes ingesproken, ééntje voor iedere nieuwe auto. Een hopeloos liefdesgedicht over contact en eenzaamheid dat over het weiland zou schallen. Ik zag het helemaal zitten.
Ik wachtte. De weg bleef verlaten. Er kwamen geen auto’s.
Na een kwartier zakte de moed me in de schoenen. Waarom deed ik dit überhaupt? Ik was van plan de passages te monteren tot een film die later op een expositie getoond zou worden. Maar ja, wie kwam daar nou? Bovendien was het te ingewikkeld: zouden de kijkers begrijpen dat voorbijrijdende auto’s de dichtregels triggerden?
Er verscheen een oud mannetje, traag piepte zijn fiets naderbij. Nog verder zakte die moed. Het ging me juist om voorbijrazend verkeer dat de speaker wakker schudde en daarna eenzaam achterliet. De getriggerde dichtregel daverde over de weilanden. De man kreeg nog net geen hartaanval.
Waar ga je heen, koud skelet op warme wielen?
Zou je net zien, precies die regel.
De moed zakte me niet nóg verder in de schoenen. In plaats daarvan dacht ik aan de films van Guido van der Werve, nu te zien in een overzichtstentoonstelling in EYE.
Dit is geen recensie, dat kan Koen Kleijn in De Groene veel beter. Noch is het een interview zoals Eline Crijns in Trouw dat bij de kunstenaar afnam. Ook wil ik me niet vergelijken met Van der Werve, ik zou niet durven. Maar veel resoneerde. Niet alleen zijn liefde voor muziek en natuur, voor het hardlopen (nietig in die enorme landschappen, het hoofd leeg voor nieuwe ideeën – zoals hij dat hier het “tegenovergestelde van een brainstorm” noemt). Of dat hij tijdens zijn studie helemaal klaar was met de vraag of zijn films “registratie van performances waren, of autonome werken”. Misschien nog het meest de toestand waar zijn ideeën vandaan lijken te komen. Alsof zijn persoonlijke gemoedstoestand het uitganspunt is van zijn films. Vaak is die gemoedstoestand melancholisch.
"Kansen zijn voor degene die oplet."
In zijn achtste film, Everything Is Going To Be Alright, loopt Van der Werve voor een ijsbreker uit die met groot kabaal het ijs sloopt waar hij net nog liep. In het interview met Crijns zegt hij hierover: “Kansen zijn voor degene die oplet, zei Freud al. In een gedeprimeerde stemming stond ik met mijn partner op een pontje dat door het ijs voer naar een Fins eilandje. Ik hing over de boeg en ik zag hoe het ijs brak. Dat was mooi. Het riep de vraag bij mij op of je ervoor zou kunnen lopen.” Het is alsof deze poëtische gedachte hem uit zijn gedeprimeerde stemming trok.
Het meest raakt me een timelaps op de Noordpool – film nummer negen: The Day I Didn’t Turn With the World. Van der Werve zegt dat hij zich een outsider voelt, en probeert dit tot in het extreme te belichamen door een dag niet mee te draaien met de wereld. Letterlijk. Hij staat vierentwintig uur op het noordelijkste puntje van de aardbol met zijn rug naar de zon en beweegt zo niet met ons mee. Groots en licht tegelijk, alsof er een tragikomische innerlijke stem zijn lijden op ironische wijze probeert te verlichten.
Het leven is zonder betekenis, totdat we die er zelf aan geven.
In plaats van te sikkeneuren over de autoluwheid van het landweggetje dat ik had gekozen, of het feit dat mijn installatie een moordmachine voor bejaarden was geworden, maakte ik een grapje tegen mezelf. Als hier geen verkeer komt stap ik zelf maar in de auto, dacht ik, en dan plankgas.
Het leven is zonder betekenis, totdat we die er zelf aan geven. Bijvoorbeeld door twaalf uur lang om je huis heen te hollen (zoals Van der Werve in nummer 13 – Emotional Poverty in Three Effugia), of piano te spelen op een vlot in een Fins meer (nummer 4).
Wat je kunt doen, is niet altijd meteen duidelijk. Soms moet je gewoon even wachten totdat er een nieuw idee langs komt rijden, op warme wielen.