In de zomerserie ‘Slentermijmeringen’ reist Annelies van Wijk naar vier Europese steden. Dolend langs Manneke Pis, reuzencitroenen en pijnlijke herinneringen, treedt ze in een sprankelende dialoog met de plekken, hun taal en hun bewoners, maar vooral ook met zichzelf. Vandaag: Brussel.
De trein staat stil voor station Brussel Noord. Een meisje kijkt met haar neus tegen het raam geduwd naar de prostituees. ‘Wat doen zij in die bikini’s?’ vraagt ze aan haar vader. Hij is even stil. ‘Zij zijn er voor mannen die geen lief hebben.’
Brussel ligt nog niet als landkaart in mijn schoenen ondanks dat ze de plek is waar ik vaak heen ga als ik ruimte nodig heb. Zwervend door de straten kom ik nooit dezelfde koffiezaakjes tegen, leiden niet alle wegen naar de Kunstenberg, leer ik verdwaald om niet bang te zijn.
Op een zitrotonde voor het Jacques Brel museum strijk ik neer. Mijn zoektocht naar de papierwinkel waar een vriendin zo enthousiast van werd, loopt spaak. Ik haal een salade uit mijn tas, realiseer me dat ik mijn vork op het aanrecht heb laten liggen en doe een poging de komkommerstukjes met mijn vingers uit de glazen pot te vissen, als er een man naast me komt zitten.
Hij vraagt in welke taal hij me aan moet spreken. We komen uit op Engels en iets met handen en voeten. Hij zegt dat hij in een fabriek werkt. Dat hij niet uit Brussel komt. ‘I’m for my friend here, he’s just waiting, around the corner.’ Ze willen fun hebben vandaag.
Hij zet zijn zonnebril op als hij dichter naar me toe beweegt.
‘You’re a good talker, how you laugh also.’
Ik doe alsof ik beter bij mijn tomaatjes kan als ik een paar centimeter opschuif. Ik maak mijn lichaam groter dan ze is. Ik voel dat hij denkt: hoe meer van jouw lijf, hoe beter.
‘No, my phone number is private. Please, stop.’
‘Hé girl, relax, I don’t want a relationship with you, just fun, with my friend around the corner.’
Hij probeert mijn arm te pakken, vraagt naar mijn Instagram. Sommige mannen is verteld dat als een vrouw nee zegt, ze stiekem ja bedoelt.
Ik gris mijn spullen bij elkaar en loop zonder om te kijken naar de andere kant van de stad. Ik had inspiratie willen hebben voor een rake, feministische quote die hem in een beter mens zou veranderen.
‘But I can still play in your theatre plays you know’ hoor ik hem nog roepen.
De groep toeristen rond Manneke Pis geeft me het gevoel weer anoniem te kunnen worden. Een jongen in basketbaltenue speelt een stuk uit het Zwanenmeer op zijn dwarsfluit. Ik strijk neer bij een café dat Paul heet, net als mijn vader.
Ik wil ontkennen dat mijn hand trilt als ik het bovenlaagje melkschuim van mijn cappuccino schep. Ik maak een foto van de gevel en app die naar mijn vader. Binnen een minuut krijg ik een opgestoken duimpje van hem terug.
Deze stad laat me altijd uitkomen waar het nodig is.
Annelies van Wijk (1993) is redacteur bij Hard//hoofd, maakt podcasts, wandelingen en kletst het liefst met vreemden over vogels en het leven. // annelies.van.wijk@hardhoofd.com
Jop Luberti (1977) is illustrator en grafisch ontwerper. Op de Risograaf experimenteert hij graag met kleurrijke patronen en in het oog springend decoratief werk. Zijn hoogste ideaal: tekenen zoals Kurt Vonnegut schrijft. // jopluberti.com