In het café zie ik een vrouw zitten, mijn leeftijd, ze drinkt bier en speelt fanatiek een spelletje met haar gezelschap. Onder haar spijkerbroek steekt een stukje onderbeen uit. Ik kan het niet laten om te kijken: is de huid glad? Als ze haar voeten op de stoel naast zich legt, zie ik het, niet opvallend maar net dichtbij genoeg om een dun laagje haar op haar huid te kunnen onderscheiden.
Ongeveer een jaar geleden stopte ik met het scheren van mijn beenhaar. Het was niet echt een bewuste beslissing: ik merkte dat ik er gewoon geen zin meer in had en toen bleef het staan. Nu zijn er wel meer dingen die ik doe zonder er zin in te hebben, gewoon omdat je soms dingen moet in het leven, maar toen ik met frisse tegenzin mijn scheermes van de plank pakte en mijn benen inspoot met scheerschuim om me in ongemakkelijke posities te wringen in de te kleine douchecabine, realiseerde ik me: deze handeling valt niet in die categorie dingen die moeten. Mijn oksels scheer ik nog altijd in tien seconden iedere week zonder discomfort, maar het proces van mijn onderbenen vind ik onprettig: de gladde huid die kort daarna verdoofd voelt, de stekeltjes die eruit komen groeien, de schilfers die ontstaan op de uitgedroogde laag die ik niet weggesmeerd krijg met vettige bodylotion.
Op de fiets voel ik de wind door mijn beenhaar waaien. En ik krijg soms commentaar, mensen vinden het overdreven, een statement, zelfs de term ‘vies’ passeerde de revue.
Het duurde best lang voor ik me realiseerde dat ik geen zin had om mijn benen te scheren, niet in de laatste plaats omdat ik jarenlang een relatie had met een man waarin ik alles deed wat een vrouw zou moeten doen. Een vriendin wees me op het klassieke rolpatroon waar ik me in bevond, en ik weet nog dat ik antwoordde dat ik het goed vond zo. In duidelijkheid schuilt comfort, en daar had ik graag wat oncomfortabele toeren onder de douche voor over die er nu eenmaal bij hoorden.
Nu de zon weer is gaan schijnen draag ik af en toe een jurk. Op de fiets voel ik de wind door mijn beenhaar waaien. En ik krijg soms commentaar, mensen vinden het overdreven, een statement, zelfs de term ‘vies’ passeerde de revue. Los van het feit dat mijn beenhaar van oudsher waarschijnlijk een isolerende functie had, heeft het er nu een nieuwe bij: als iemand er langdurig een probleem van maakt dat ik geen glad stuk onderbeen aan de wereld toon, dan ben ik snel weg. En zo ontstond ook de verwarrende bevestiging dat mensen altijd over een lichaam zullen oordelen toen ik op een nazomeravond op een terras zat, een flirt naar mijn onderbenen keek en zei: ‘Sexy, dat haar.’
De vrouw wint, springt op van haar stoel en steekt haar armen in de lucht. Ze staat met haar rug naar me toe, ik kijk naar haar blote schouders. Ze gaat weer zitten, ik denk aan mijn gladgeschoren oksels, weet mijn eigen nieuwsgierigheid te bedwingen en bedenk me dat we ons aan niemand hoeven te verantwoorden, behalve misschien aan onszelf.
Eva van den Boogaard is literatuurwetenschapper, docent en onderwijsinnovator bij St. Joost School of Art & Design en eindredacteur bij Hard//hoofd. Haar verborgen talent is slapen en haar minder verborgen talent twijfelen. Ze rent graag langs de Vecht, zingt met karaoke het liefst George Michael en droomt van een Heilige Birmaan als huisdier.
Eline Veldhuisen (1999) is illustrator. Inspiratie voor haar werk haalt ze uit haar directe omgeving, variërend van haar eigen gedachtes tot de verhalen van andere mensen. Met zo min mogelijk middelen brengt ze deze verhalen op een heldere manier in beeld.