Flashback naar 31 december. In vuurwerkperspectief zie ik mezelf proosten op 2020, glas tegen glas ketsen van geliefde, vrienden en diverse nader te onderzoeken contacten. Naast ons klimt een gillende keukenmeid de hemel in, vol ongeduld op weg naar de toekomst. ‘Wat zal het jaar eens brengen? Welke nieuwe mensen zal ik ontmoeten? Welke geweldige reizen ga ik maken?’
Naar Indonesië, denk ik, net als mijn opa de scheepskok.
De dramatische ironie druipt eraf als een Xenos-kaars. Weten wij veel dat we in de openingsscène staan van een teenage horror movie. Die beginnen namelijk ook altijd op feestjes met een stel onnozele snollen, en kort daarna wordt iedereen voor zijn stomheid eens goed afgestraft.
Flashforward naar het lockdown-heden. In het perspectief van een zoom-self-view zie ik mijn eigen hoofd verkouden in bed, 10.465 kilometer verwijderd van reisdoel Sumatra. Ik vraag mijn zoom-spiegelbeeld: Had ik de wereldwijde pandemie kunnen voelen aankomen, toen? Voelden we toen niet een klein druppeltje karma op ons neerregenen?
Extremere gedachtes volgen. Is nu de tijd gekomen voor het rijke westen om te lijden, om te voelen wat het is om arm en onvrij te zijn? Is het nu de tijd voor de mens om te boeten, in plaats van de aarde? Karma is geen bitch, zeg ik tegen mezelf, ze bestaat niet. Direct hierna een hoestbui.
Schuld en schaamte, het zijn de rode draden, de stiksels en de linten van het mondkapje van mijn leven.
Donkerdere gedachtes volgen. Vaak voel ik me schuldig over dingen. Niet alleen voor de dingen die ik verkeerd doe – een boel – maar ook voor de dingen die ik mogelijk verkeerd doe en waar mensen boos over kunnen zijn. Zelfs over dingen die anderen verkeerd doen die ik recht moet zetten. Schuld en schaamte, het zijn de rode draden, de stiksels en de linten van het mondkapje van mijn leven.
Ik denk: Ben ik schuldig omdat ik soms vergeet afstand te houden?
Ben ik schuldig als het virus niet continu in mijn gedachten was, als ik soms zelfs genoten heb deze zomer?
Ben ik schuldig als andermans leven niet continu in mijn gedachten is, als ik soms zelfs genoten heb van mijn comfortabele Nederlandse bestaan?
En kan schuldgevoel aanzetten tot dingen beter doen? Kan een nieuwe reis een eerdere reis ongedaan maken?
Mijn opa was geen scheepskok, daar kwam ik dit jaar achter. Hij was meer dan dat in zijn tijd in Indonesië. Mijn hypothetische reis naar Indonesië zou geen soulsearchvakantie zijn, maar een onderzoek. Weinige van de dingen die toen gebeurd zijn, kunnen worden rechtgezet. Bijna alle daders en slachtoffers zijn dood. De pijn is levend. 2020 was wel het jaar dat de koning officieel zijn excuses aanbood voor het excessieve geweld tegen de Indonesiërs. Sommigen vonden dit een mooi gebaar, anderen een drogreden.
Op 20 december stierf mijn opa. Om schuldgevoel te eren en om het recht te doen maak ik een innerlijke reis voor hem.
Recept voor de selamatan ayatan
Selamatan ayatan
de maaltijd op de veertigste sterfdag van een dode
Snijd de rijst doormidden
en scheid de ziel van de dode van de aarde.
Tot die tijd blijft deze ziel wonen bij de familie: in hun lichaam.
Mijn opa was kok. En oma haakte.
Hij ging als scheepskok varen
de gehaakte wandtapijten werden langer
en langer.
Indisch eten zal je ziek maken,
de luchtvochtigheid vreet van binnenuit.
Je maagdarmstelsel is anders dan dat van hen, fundamenteel anders.
Dat is de zuivere waarheid.
Opa kwam terug. Hij waakte.
Las staand in de kamer, nachtenlang.
Iets in hem had zich verstrooid.
Beware of pickpockets.
Je blijft voor hen toch een toerist, altijd een toerist.
Opa was kok, scheepskok.
Dat is de zuivere waarheid.
Alle burgers droegen toen wapens.
Mijn opa stief in het eerste trimester van mijn bestaan.
Voor mijn geboorte kreeg ik een wandtapijt.
Mijn opa kon zijn eigen selamatan niet bereiden,
kon zijn eigen rijst niet doormidden snijden
noch de ziel van de dode van de aarde scheiden noch de ziel uit de familie halen.
75 jaar lang wacht een bol rijst
om gesneden te worden door mij.
Marthe van Bronkhorst (zij/haar) is schrijver, theatermaker en psycholoog en studeerde aan de VU Amsterdam en Harvard Medical School. Ze schreef voor onder meer Theater Ins Blau, Sonnevanck, Over het IJ festival, Kluger Hans, Meander, De Revisor en werkt aan een roman over duikers bij uitgeverij De Geus.
Jessica Bacuna (1996) vindt de wereld een vreemde plek die ze niet altijd begrijpt. Dat inspireert haar om op een speelse manier te illustreren in combinatie met vervreemdende elementen.