In de nieuwe rubriek Re: kijkt hard//hoofd van een afstandje naar de actualiteit. In België duurt de zomervakantie echt oneindig lang, maar daar dreigt verandering in te komen. Joyce blikt terug.
In België duurt de zomervakantie negen weken. Voor alle schoolgaande kinderen, het hele land tegelijkertijd. Die lange vakantieperiode willen de christendemocraten nu inkorten: van negen naar zes weken. In de lange vakantie missen de sterke leerlingen uitdaging, terwijl de minder sterke kinderen een achterstand oplopen, zo redeneert de CD&V. Toen ik het nieuws op radio hoorde, kreeg ik een wee gevoel in mijn buik. Net als vroeger, tijdens de laatste dagen van augustus.
Dat ik ellendige herinneringen heb aan de lagere school heeft voornamelijk te maken met het vak rekenen en juf Gerda. Volgens de lelijke, gruwelijk grote juffrouw Gerda was wiskunde de sleutel tot succes in het leven. Als ik het rekenen, in al zijn afgrijslijke vormen, nooit zou leren, zou ik de rest van mijn leven in verdoemenis doorbrengen: zittenblijven tot het oneindige, nooit een diploma, elke avond prei moeten eten, nooit borsten krijgen, nooit een jongen kussen, nooit naar Disneyland. Wiskunde was een geheimschrift waartoe alle andere kinderen van de klas waren ingewijd, behalve ik. Uitgezonderd Wesley Gobbers dan, een obese jongen die nog wel van meer dingen het fijne niet snapte. Onlangs kreeg ik trouwens op Facebook een vriendschapsverzoek van Wesley, die nu bodybuilder blijkt te zijn.
We hebben zowat de koudste winter sinds het begin van de metingen achter de rug, maar ik kan me er amper nog iets van herinneren. Dat het koud was ja, dat er veel sneeuw lag. En lang, tot met Pasen toe. Nu is het mei en ik begin al te stressen dat de zomer bijna voorbij is. Om maar te zeggen, als je oud bent vliegt de tijd, als kind is tijd onbegrijpelijk en oneindig. Maar zo tergend lang vroeger een schooljaar duurde, zo heerlijk uitgestrekt was ook de zomer. De vakantie was een eindeloze zonovergoten tijd in het opblaasbare zwembad. Een lang verjaardagsfeest in het gezelschap van de begeerlijke Peter Pan. Ik was een zeemeermin en Peter Pan was mijn lief. Wij voerden zeer informatieve gesprekken, meestal over wanneer en hoe precies mijn borsten gevormd zouden worden. Peter wist er alles van, en verzekerde mij dat ik ze ook zou krijgen.
Ook exploreerde ik het waterleven in de beek die langs ons huis liep, waar ondanks (zo bleek jaren later) het geloosde afvalwater van een nabije fabriek, kikkerdril dreef dat ik graag ontleedde met een ijscostokje. Mijn twee jaar oudere broer, bioloog in spe, beheerde twee mierenkolonies achterin de tuin, waarmee hij experimenteerde met het introduceren van een groep rode mieren in de zwarte mierenkolonie. Dat het experiment in een slagveld eindigde, greep mijn vader aan voor een sociologische les over racisme. Behalve het gedrag van mieren leerde ik van mijn broer ook uitstekende putten graven, joints rollen en wat je moest zeggen als iemand je naar je muziekkeuze vroeg. “Pearl Jam. Nirvana. Sisters of Mercy.”
De zomervakanties waren dus uiterst leerrijk, toch vond mijn moeder het eind augustus iedere keer weer tijd om mij voor te bereiden op de nakende rekenlessen. Oefenboekjes werden bovengehaald. De zon stond lager. De dagen kortten. De lucht rook anders. Er viel wat regen. De buikpijn kwam. Wat was een staartdeling ook alweer?
De tafels van vermenigvuldiging heb ik nooit geleerd. Zowel de lagere als de middelbare school ben ik doorgekomen met een klein staafje waarop alle maaltafels stonden. Al spiekend op dat staafje worstelde ik mijn schooltijd door. Als ik dat nu tegen iemand vertel, krijg ik gegarandeerd meteen een som: hoeveel is zeven maal acht? Nog steeds krijg ik dan een zweetaanvalletje. Idem voor optelsommen of vraagstukken. Toch ben ik nooit blijven zitten, heb ik een diploma, kreeg ik (zij het niet veel) borsten en heb ik heel wat kerels afgelebberd. Ook kan ik heel degelijke putten graven, wat me vast nog eens van pas komt. Alleen in Disneyland ben ik nooit geraakt.
Ik begrijp de redenering wel dat de schoolse kennis tijdens de zomer verdampt, toch leert een kind in die tijd ook van alles wat het op school niet leert. Voor mij betekende negen weken vakantie ongeveer zes weken zonder buikpijn, zes weken zonder denken aan juf Gerda en haar rekenterreur. Dat zo’n minister daar ook eens aan denkt.