Op stageleed.tumblr.com verzamelt Esther Crabbendam, lid van FNV Jong, stagevacatures van bedrijven die volgens haar jonge stagiairs inzetten als verdoken werkkrachten. De eerste vacature die ze op de site zette was die van Pakhuis De Zwijger, een onafhankelijk platform gericht op stedelijke ontwikkeling. Een kleine twitterrel volgde, waarbij Pakhuis De Zwijger nogal publiekelijk te kijk werd gezet. Ik was zo een stagiair van Pakhuis De Zwijger. En als vermeend uitgebuit persoon vind ik dat ik hier op mag reageren.
"Je draait volledig mee in het team en je krijgt veel eigen verantwoordelijkheid. 9 tot 5 ken je niet. 32 uur. 6 maanden. Geen stagevergoeding." Zo leest in het kort de stagevacature van Pakhuis De Zwijger. Toegegeven, dit lijkt erg op gratis werken. Ook Lodewijk Asscher ziet dit, hij tweet als reactie: "Tekst is zonneklaar geen stage. Bij stage moet het gaan om leren en dit gaat over werken. Maar: wat telt is de inrichting van de stage zelf." Met die laatste nuance maakt Lodewijk Asscher een goed punt, het gaat om de manier hoe de stage is ingericht. Dat maakte voor mij het verschil tussen uitbuiting en een waardevolle leerervaring.
Tekst is zonneklaar geen stage. Bij stage moet het gaan om leren en dit gaat over werken. Maar: wat telt is de inrichting van de stage zelf
— Lodewijk Asscher (@LodewijkA) 12 juni 2017
Je draagt inderdaad veel verantwoordelijkheid bij Pakhuis De Zwijger. En soms moet je ’s avonds aanwezig zijn ter begeleiding van het programma dat je hebt ontwikkeld. Pakhuis de Zwijger ziet je als een volwaardig lid van het team en behandelt je ook zo. Toch blijft het een stageplek: je draagt nooit de eindverantwoordelijkheid en programmamakers richten een ruimte in waar je op een veilige manier fouten kan maken. Tijdens het begeleiden van de avond zit je aan tafel met allerlei interessante gasten en houdt vooral de programmamaker een alert oog op het verloop van het programma. Je voert conceptueel werk uit, er is ruimte tot experiment en je vergaart stapsgewijs meer zelfstandigheid, met continue ondersteuning van de programmamaker. Je voelt hoe je groeit binnen een organisatie én als persoon. Waarom zou je dat niet willen bij je stage?
We willen echt niet meer terug naar veilige koffiestages. Moderne stages bieden conceptueel werk en verantwoordelijkheid aan, want uiteindelijk leer je daar het meest van. Ook geeft die lichte mate aan verantwoordelijkheid erkenning en maakt het korte metten met een vorm van hiërarchie op de werkvloer. Je hoort bij het team. Bij Pakhuis De Zwijger werd ik nooit aangekeken als het cliché van de incompetente stagiair. Een cliché waarvan ik pas later leerde dat het überhaupt bestond.
De extensieve tijdsduur heeft ook vele voordelen. Het professionaliseert mijn profiel, vergroot mijn kansen op de arbeidsmarkt en geeft me een diep inzicht in de publieke sector van Amsterdam.
Vorig jaar was ik nog een afgestudeerd filosoof uit Gent, met een beperkt cv met wat horeca-ervaring, die aan het begin stond om culturele studies te gaan studeren in Leuven. Maar wat ik echt wou was een kans om aansluiting te vinden in Amsterdam en om mijzelf een werkbaar profiel aan te meten. Die kans heeft Pakhuis De Zwijger mij gegeven, met als resultaat dat ik nu nog steeds in Amsterdam woon, vol zelfvertrouwen om een goede job te vinden. Hoe had ik dat ooit kunnen verkrijgen zonder zo’n stage?
Stages in Vlaanderen zijn nog steeds primitief. Ze bedragen 4 tot 8 weken en stagiairs krijgen vooral uitvoerende taken. De stage is louter een middel om een goed cijfer te behalen. Laten we daar vooral niet opnieuw naartoe willen gaan. Daarnaast is het zo dat door een ongunstige restrictie op arbeidstijd en een grotere studielast Vlaamse studenten ook amper kunnen werken door het jaar heen. Zonder de kans van Pakhuis De Zwijger om mij een professioneel profiel aan te meten had ik nooit gestaan waar ik nu sta. Het heeft me capaciteiten gegeven die ik op een relevante en waardevolle manier kan inzetten in de sector waar ik in wil groeien. Maar bovenal heeft het me een ander mens gemaakt. En als dat uitbuiting is, dan graag.
Foto via Flickr