Brieven van en naar een flat naast de derde ringweg van Moskou. Maite en Simone schrijven elkaar over van alles en nog wat. Deze week vindt Simone het door haar zo gemiste Moskou aan de andere kant van de wereld gewoon weer terug.
Milaya Maite,
Tijdelijk zonder visum voor het land van de eindeloze toendra’s schrijf ik je nu vanaf de andere kant van de oceaan. Als de gele Pegman van Google Street View voel ik me uit huis gegraaid, de globe rondgeslingerd en op een willekeurige straathoek in Manhattan neergeplempt.
Ik had gedacht dat New York en Moskou qua sfeer op elkaar zouden lijken, vanwege de hoogten en het aantal inwoners, maar het is hier een stuk voller, luider en iedereen bemoeit zich met elkaar. In Amerika ben je eigenlijk constant in gesprek: als je het stoplicht of de metro net wel of net niet haalt, vrolijk koffie bestelt, of wanneer je nieuwe schoenen aan hebt, overal wordt wat van gezegd.
In Moskou kom je dat soort bemoeizucht toch minder tegen. Eens schoot een buschauffeur vuur uit zijn ogen en weigerde bijna om mij een kaartje te verkopen omdat ik instapte met een monter “Goedendag!” - dat was het voor hem blijkbaar niet. Nederlandse straatgewoonten zitten volgens mij veilig tussen deze uitersten in.
Maite, het arrogante New York stoot mij soms best wel tegen de borst. Op een vrije dag ging ik naar Brighton Beach, Little Russia, en ik voelde me thuis. Russisch gekeuvel op straat en opportunistische commerciële exploitatie: een steeg met een bergje vodden op de grond had het bordje ‘Flea Market’ gekregen. In restaurant Tatiana stond een schmutzige pinautomaat waar je voor 5$ toeslag je cash uit kon trekken (Tatiana volgens een Yelp-recensie: “Two words: Russian Opulence”).
Wandelend over de boulevard zag ik enkele Oekraïense vlaggen hangen. In Little Russia wonen niet zozeer Russische Russen, als wel inwoners van voormalige Sovjetstaten die de Russische taal met elkaar gemeen hebben (de core gemeenschap, zo heb ik me laten vertellen, zijn Oekraïense Joden).
Bij de Ice Cream Truck riep de ijscoman mij toe: “Heay Krasavitsa!” (schoonheid!)
Met een ijsje slenterde ik over het strand. Deze Soviet emigrés hebben maar een mooi plekje voor zichzelf weten te bemachtigen aan de Atlantische oceaan. En ze weten het zich verdomd eigen te maken – ik vond zelfs een één roebel muntje op het strand.
Ach, misschien was dat slechts mijn romantische geest die het daar ophemelde: onder een rood fleecedekentje gezeten zei de lifeguard dat hij het zeewater alleen bij strikte noodzaak zou betreden. Iets met “riool- of fabrieksafval” een stukje stroomopwaarts.
Vanaf zijn hoge uitkijk stoel knoopte de New Yorkse Oekraïner een praatje met me aan. “Jij bent Russisch?” stelde de strandwacht vragend vast.
“Nee,” zei ik.
“Wat dan?”
“Ik ben in Nederland geboren.”
Hij knikte begrijpend. Een Rus die in Nederland is geboren, net als hij, een Oekraïner in de VS.
Do Zvidanya,
Simone
___
Lieve Simone,
Dus zelfs in de Big Apple zoek jij het liefst de Russen op. Bijzonder hoezeer jij je in de afgelopen jaren verwant bent gaan voelen met de Russen, eigenlijk heb je gewoon uit eigen beweging een tweede nationaliteit gekozen. En waarom ook niet, vraag ik me nu af. Waarom zou je je in deze geglobaliseerde wereld beperken tot één nationaliteit? Je kunt toch ook zowel Limburger als Nederlander zijn?
Stel je eens voor hoe gaaf het zou zijn als iedereen vanaf zijn achttiende niet alleen stemgerechtigd was, maar ook een tweede paspoort mocht uitkiezen. De dubbele nationaliteit als standaard, een modern grensoverschrijdend burgerschap dat het mensen mogelijk maakt hun loyaliteit te schenken aan meer dan één staat. Weg visumgezeur, weg achterdocht jegens Marokkaanse, Turkse en andersoortige zogenaamd halfbakken Nederlanders. Take that, Wilders!
Het is trouwens een gek fenomeen, dat gevoel dat je je als mens ergens ver buiten je geboortegrond thuis kunt voelen. Ikzelf heb dat zoals je weet vooral met Portugal. Mijn ouders hebben een voorliefde voor de lieve, bescheiden Portugezen en hun land van gegrilde sardientjes, azulejos en de gedichten van Fernando Pessoa. Dat gevoel hebben ze op mij over weten te dragen; als ik vanuit Spanje de grens over rijd, als ik Lissabon zie liggen aan de brede Rio Tejo, dan maakt mijn hart een sprongetje en voel ik me meteen op mijn gemak.
Deze voorliefde is mij duidelijk aangeleerd door mijn ouders. Ik keek als kind in wezen door hun ogen naar het land; zij wezen me op de ruige kusten, de smalle straatjes en de hartelijkheid van de Portugese obers. Zij gaven me boeken te lezen en films te zien. Natuurlijk had ik in opstand kunnen komen tegen deze ouderlijke indoctrinatie, maar daar voelde ik niet de minste behoefte toe. Integendeel, ook ik werd een beetje verliefd op Portugal.
Jij hebt je Ruslandliefde in je eentje opgevat. Of toch niet helemaal? Was het niet die ene middelbare schoolleraar die zo enthousiast over Oost-Europa kon praten en zijn klassen meesleepte naar de Balkan? Zo zie je maar, één gepassioneerd verhaal en je kunt al vallen voor het vreemde.
Het lijkt me nu plotseling zo verschrikkelijk ouderwets en tegennatuurlijk om je vast te klampen aan één cultuurgebied. Je nationaliteit is toch geen gevangenis? Op naar het wereldburgerschap!
Liefs,
Maite
-
Freelance journalist Simone Peek (1988) woont in Moskou, Maite Karssenberg (1989) in Amsterdam. Ze waren nog guppies toen ze elkaar leerden kennen en hebben nog steeds geen idee hoe de wereld in elkaar zit, maar vinden het wel leuk om erover van gedachten te wisselen.