Sportpsycholoog in spe Vincent Siderius schrijft aan een penaltygids. Hierin gaat hij in op de mentale aspecten van het nemen van een strafschop, opdat we allemaal leren presteren onder enorme druk. Vandaag deel III: Hoe richt je je aandacht op een beslissend moment?
Je fietst door de stad en het baart je zorgen dat je misschien te laat komt (1). Door je hoofd maalt de presentatie die je zo moet geven (2). En passant haal je het trage grut in dat zich dezelfde kant op beweegt als jij. Zonder te kijken steekt er ineens een toerist over (3). Je moet vol in de remmen en stuurt je fiets behendig over de tramrails heen. De rails schiet onder je door en de trilling in je zitvlak vertelt je dat je achterband een beetje zacht is (2). Je nadert een druk kruispunt, maar hebt geen tijd om op het groene licht te wachten en besluit over te steken. Je hebt wel haast, maar geen doodswens, dus je houdt goed in de gaten welk moment het beste is om te gaan. Hierbij probeer je al het verkeer in één oogopslag te zien (4). Het volgende stoplicht nadert, en je probeert overzicht te creëren van het verkeer dat van links en rechts komt, maar je hebt geen zicht op de gehele weg (4). Op het laatste moment zie je uit je ooghoek dat het stoplicht op groen springt (3) en je trapt gestaag door. Aangekomen bij je bestemming voel je opluchting omdat je op tijd bent (1).
Op tempo door het centrum van Amsterdam fietsen is net topsport. Je aandacht schiet van de ene plek naar de andere en doet dit zonder dat je je daar heel bewust van bent. Tijdens sportwedstrijden gebeurt precies hetzelfde, vooral bij dynamische sporten. Je moet letten op de bal, de tegenstanders, je medespelers, eventueel de wind of de regen, en daarbij beweegt alles en iedereen continu. Wanneer je al voor een lange tijd een sport beoefent, gaat het verdelen van je aandacht heel natuurlijk, maar stel je eens voor dat je aan een nieuwe sport begint. Waarschijnlijk weet je van gekkigheid niet wat je overkomt, omdat je geen idee hebt waar je op welk moment moet kijken en handelen.
Je kan het richten van aandacht zien als het schijnen van de lichtbundel van een zaklamp
Er zijn verschillende plekken waaraan je aandacht kunt schenken en manieren waarop je dat kunt doen. Je kan de aandacht binnen (intern) of buiten (extern) je lichaam plaatsen, en op een specifiek gedeelte richten (smal) of er overzicht mee proberen te creëren (breed). Zo zijn er in totaal vier verschillende soorten aandacht van elkaar te onderscheiden: (1) intern-breed, (2) intern-smal, (3) extern-smal, en (4) extern-breed. In een sportwedstrijd volgen deze vier manieren elkaar razendsnel op, net als in de fietstocht hierboven. Je kan het richten van aandacht zien als het schijnen van de lichtbundel van een zaklamp. Het licht kan binnenin je lichaam schijnen of daarbuiten, en het kan met een smalle bundel gericht zijn op een specifiek onderdeel of met een brede bundel een heel gebied omvatten.
Iedereen heeft een voorkeursstijl. Dat is de aandachtsstijl waar jij het meest comfortabel in opereert. Ben je van nature meer introvert? Dan ben je waarschijnlijk het meest op je gemak wanneer je je aandacht intern richt. Ben je eerder extravert? Dan is externe aandacht prettiger voor je. De mate waarin je gestructureerd bent kan een indicator zijn voor een voorkeur voor een smalle of een brede aandachtsstijl. Plan je bijvoorbeeld graag vooruit, dan komt dat overeen met een smalle voorkeur, omdat je je daarmee richt op aparte afspraken. Zie je wel hoe plannen lopen, dan bedien je jezelf doorgaans liever met brede aandacht, omdat je hierdoor alle opties openhoudt. Bedenk wel: dit zijn geen harde richtlijnen, maar handvatten; de praktijk is altijd leidend. Oefen eens met een dood spelmoment naar keuze waarbij je telkens een andere aandachtsstijl gebruikt. Op deze manier voel je snel genoeg aan wat voor jou het beste werkt.
Op momenten dat je veel druk ervaart kan je doorschieten in jouw voorkeursstijl. Dit betekent dat als jij je aandacht doorgaans extern-breed richt, dat de lichtbundel van jouw aandacht op het moment dat je een penalty moet gaan nemen nog breder wordt. Als jij gewoonlijk vlak voor het nemen van een strafschop zicht hebt op de bal, het doel en de keeper, kan je tijdens het nemen van een penalty onder druk ineens ook het publiek horen joelen. Onder normale omstandigheden sluit je je daar volledig voor af, maar nu heeft het publiek ineens jouw aandacht te pakken. Deze ongewenste factor zorgt voor afleiding en een slechtere prestatie op de te nemen penalty.
Als je merkt dat je doorschiet in jouw voorkeursstijl moet je ervoor zorgen dat je je aandacht weer binnen jouw comfortabele zone krijgt. Dit doe je door je te richten op de aandachtsstijl die lijnrecht tegenover jouw voorkeursstijl ligt. Ben je extern-breed, zoek dan intern-smal op. Hierdoor manoeuvreer je de doorgeslagen stijl terug naar je default. Wanneer je bijvoorbeeld heel hard in je vuist knijpt vlak voordat je een penalty gaat nemen, richt je je aandacht op een smal gedeelte binnen je lichaam. Dit heft de extreem brede aandacht op die het publiek buiten je lichaam opeist en laat je weer alleen de essentiële zaken belichten: de bal, het doel, en de keeper. Aandacht is een vanzelfsprekende term, maar als je wat meer aandacht aan je aandacht schenkt, zal je daar de vruchten van plukken.
Vincent Siderius is prestatiepsycholoog en helpt sporters door te kijken wat ze nodig hebben om op het juiste moment al hun vaardigheden ten volste te benutten.
Nastia Cistakova is een illustrator. Ze is boos op de wereld dus probeert ze met een hoge dosis humor, absurditeit en brutale uitspraken mensen wat langer stil te laten staan bij diverse onderwerpen. Haar hart gaat sneller kloppen van t-shirtteksten, mensen in scootmobielen, knalblauw en de ‘shhh-oorlog’ in de stiltecoupé.