De baas van Natalie besloot dit jaar een personeelsfeest te organiseren. Een geweldig idee, vond Natalie, maar de uitvoering pakte wat anders uit dan ze zich had voorgesteld.
Pizzeria Cleopatra zat in een smal gebouw aan de Oosterkade, tussen een winkel voor kantoorbenodigdheden en Dick’s Dumpstore. Hoewel de naam met grote gele stickers op het raam was geplakt en daaronder meestal een neonbordje met daarop OPEN knipperde, trok de gevel weinig aandacht. De naam was sowieso misplaatst, vond Natalie. Het was eigenlijk een shoarmatent waar zes Afghanen werkten en één Nederlander, namelijk zijzelf. Geen Egyptenaar te bekennen.
Het was deze avond binnen nog donkerder dan normaal omdat Sardar, de eigenaar, had bedacht een sfeerlicht aan te doen. De tafeltjes en stoelen van glanzend donkerbruin nephout waren tegen de muur geschoven en aan het spit draaiden de gestapelde plakken lamsvlees deze avond niet. Sardar had in een artikel gelezen dat het in Nederland normaal was om jaarlijks een personeelsfeest te organiseren. Het leek Natalie een geweldig idee. Ze dacht aan een avondje uit eten met de collega’s of een boottochtje, maar het bleek dat Sardar geen idee had wat een personeelsfeest precies inhield. Als Natalie dat had geweten zou ze hem voorwaarde nummer één hebben verteld: dat je dus niet op je werk was. Sardar had het restaurant gesloten en op de toonbank stonden een paar zakken chips, twee flessen cola en een fles goedkope witte wijn. ‘Speciaal voor jou, Natalie!’ zei Sardar. Ze was de enige die dronk en kon nu inderdaad wel een glas gebruiken. Dat had haar baas in ieder geval wél goed ingeschat.
Natalies moeder had een afspraak met een hypnotiseur om te stoppen met roken, dus haar vriend Danny paste op Cara. Natalie zag nu al voor zich hoe Danny zijn auto de vangrail in zou rijden en hoe haar baby door de voorruit gelanceerd zou worden omdat Danny zou zijn vergeten hoe de gordel op de goede manier om het autostoeltje moest. (In werkelijkheid was Danny inderdaad met zijn auto op pad. Zijn zilverkleurige Opel rook naar zware deodorant en had een zwart-witte sticker van een pin-up met de tekst NO FAT CHICKS op de achterruit. Hoewel hij ook dit keer de autogordel scheef om het kinderzitje had gedaan kwamen hij en de baby toch veilig aan bij hun doel: de McDrive. Daar bestelde Danny twee Big Macs en een grote friet voor hemzelf en een Happy Meal voor Cara.)
In Pizzeria Cleopatra schonk Natalie haar eerste glas wijn in. Sardar zette een draagbare stereo op een tafeltje dat hij naar het midden van het kleine restaurant had gesleept. Hij had maar één cd met daarop Afghaanse muziek waarvan Natalie nog nooit had gehoord. Net toen Sardar met de batterijen begon te prutsen kwam Hamza binnen. Hamza was de negentienjarige neef van Sardar en bezorger bij Cleopatra. Hij was lang (‘langer dan de Nederlanders!’ zei Sardar altijd trots) en was de enige werknemer die weigerde het donkergele bedrijfsshirt te dragen. Hamza was Natalies favoriete collega. Hij bracht leven met zich mee, waardoor Natalie soms even vergat dat ze voor zeven euro per uur borden stond af te wassen aangezien Cleopatra geen afwasmachine had.
Sardar had de stereo inmiddels aan de praat gekregen. Hamza danste in zijn eentje op Ustad Mahwash’s grootste hit. Haar andere collega’s stonden oncomfortabel bij de bar. Natalie dronk haar glas leeg. Hamza stak zijn hand naar haar uit en zong nasaal op de melodie:
Natalie
mon chérie
doe een dansje with me
Ze lachte en deed een stap in de richting van de dansvloer. Hamza pakte haar hand en draaide haar rond, onder zijn arm door, terwijl hij met zijn andere hand de stereo als een boombox op zijn schouder droeg. Ze dansten totdat de hele familie Rahem (Sardar, zijn broers Saman en Reza en Samans zoons Aziz en Irshad) op de dansvloer stond, hun ongemakkelijkheid voorbij. De mannen dansten op een manier die Danny gay zou hebben genoemd, dacht Natalie. Zij zag als enige dat Hamza na het laatste nummer de cd snel op repeat zette.
Natalie nam een korte pauze en nam de wijn mee naar boven, naar de overloop die dienst deed als opslagruimte en waar drie grote vriezers stonden en een stuk of twintig emmers met sauzen (‘whisky- of knoflooksaus?’ herhaalde ze bij elke bestelling). Daar installeerde ze zich naast de grootste vriezer en stak ze een sigaret op. Ze had geen meldingen op haar telefoon, thuis ging het goed. De krappe verdieping leek een nieuw soort ruimte deze avond. Meestal bestond Cleopatra voor haar alleen maar als ze er aanwezig was. Ze realiseerde zich nu dat de vriezers bleven vriezen, het vlees daarin hetzelfde vlees was als wat ze morgen zouden verkopen en dat dit hele gebouw er ook ’s nachts nog zou zijn. Leeg en ontdaan van zijn functie. Een trede kraakte. Hamza verscheen vanuit het trapgat.
‘Mag ik erbij komen zitten?’ Ze schonk een nieuw glas wijn in. Hij nam een slok van zijn cola. Het was een bijzondere avond, zei Hamza. Natalie knikte.
Toen gebeurden er drie dingen.
- 1. Ergens in het gesprek vroeg Hamza aan Natalie wat zij wilde – gewoon, in het leven in het algemeen, zei hij. Het klonk heel nonchalant, terloops, maar het was iets wat niemand haar ooit gevraagd had.
- 2. Pizzeria Cleopatra onderging een transformatie. Aziz hing aan de bar en besprak met zijn oom Sardar zijn verliefdheid op een meisje uit de buurt; Saman had die middag een wegwerpcamera bij de Kruidvat gekocht en had nu zijn nieuwe roeping als evenementenfotograaf gevonden, en Reza en Irshad choreografeerden een dans (een achternicht ging binnenkort trouwen, dus ze konden alvast oefenen).
- 3. Er werd zo hard op de deur geslagen dat Sardar bang was dat de kleine vierkante raampjes het niet zouden overleven.
Het bleek dat een voorbijganger de politie had gebeld omdat hij de bedrijvigheid in het gesloten restaurant niet helemaal vertrouwde. ‘Het spijt ons, meneer,’ had de spraakzaamste van de twee agenten nog tegen Sardar gezegd, maar het feest was voorbij. Natalie deed een poging Sardar op te vrolijken: ‘Als de politie komt weet je dat het een goed feestje was!’ probeerde ze nog, maar haar baas bleef mistroostig de bar schoonmaken. Samen met haar collega’s zette ze de tafeltjes en stoelen weer op hun plek. Hamza deed het licht aan en Pizzeria Cleopatra kreeg haar oude gedaante terug.
Natalies leven rammelde weer aan de deurklink. Danny belde: of ze snel thuis kon komen, Cara was ziek geworden en nee, hij had geen idee waardoor dat kwam. Ze had twee gemiste oproepen van haar moeder en een veel te lange sms dat de hypnotiseur een valse oplichter was omdat ze nu al haar vierde sigaret van de avond aan het roken was.
Toen het restaurant schoon was, de stereo opgeruimd en de sfeer volledig verdwenen, pakte Natalie haar tas. Ze stak haar hand op naar haar collega’s. Hamza hield de deur voor haar open en bood aan om mee te lopen naar haar fiets, die om de hoek geparkeerd stond. Ze sloeg het aanbod af. Oké, zei hij, wees voorzichtig. ‘Doe ik,’ zei Natalie.
‘Dag Natalie.’
‘Dag Hamza.’

Fien Veldman (Leeuwarden, 1990) schrijft korte verhalen en gedichten. Haar korte verhalen zijn onder andere gepubliceerd in De Correspondent, EXPOSED, de Fusie en The Stockholm Review of Literature. Ze droeg haar werk voor op NPO Radio 1, bij Notes of a Dirty Old Man, op het Young Art Festival en op poëziefestival Dichters in de Prinsentuin. Samen met grafisch kunstenaar Alice Mulder maakte ze het boek Parlement der Dingen.

Reinout Dijkstra is illustrator uit Zwolle. Hij maakt tekeningen, schilderingen, foto's en soms ook nog een klein tekstje. Zijn werk is geaard in zijn eigen ervaringen, hij geniet van dingen als lichtval, kleur en is niet vies van een grapje.