Waarom richten we onze levens in op basis van romantische relaties en niet, bijvoorbeeld, op basis van vriendschappelijke liefdes? Babet te Winkel ziet dat het ook anders kan en schrijft over het afbreken van romantische idealen en andere manieren van samenwonen.
Met mijn beste vriendin zit ik op het hek van het schoolplein. We zijn denk ik een jaar of tien. Ik vertel haar mijn droom om later als we groot zijn samen met haar en onze mannen in een twee-onder-een-kap te wonen. We zouden een gang naar elkaar toe hebben op de bovenste verdieping. Jaren later kom ik erachter dat ik in Frida Kahlo mijn house(soul)mate vind: zij woonde met haar partner in twee verschillende huizen die met een loopbrug zijn verbonden.
Helaas was mijn beste vriendin niet zo gecharmeerd van dit idee als ik en wilde zij gewoon met haar man en kinderen in een vrijstaand huis wonen. Ik herinner me hoe dit mijn hart brak. De vriendschap is er helaas niet meer, maar het verlangen naar een alternatieve vorm om te wonen en verbinden ben ik nooit verloren.
Nog steeds voel ik niet de behoefte om mijn leven enkel op basis van mijn romantische relaties in te richten. Waarom is het bijvoorbeeld zo ongewoon om vriendschappelijke liefdes een prominente plek in mijn leven te geven? En dan bedoel ik het niet zoals in de serie Friends, waarbij het wachten is tot een van hen gaat trouwen, maar een houdbare vorm.
Relatiehiërarchie en de relatieroltrap
Al vroeg wordt ons een romantisch ideaal voorgehouden: je ontmoet iemand van het andere geslacht, je wordt verliefd, ontmoet elkaars ouders en vrienden, gaat samen op vakantie, samenwonen, trouwen, krijgt kinderen en blijft samen tot de dood jullie scheidt. Dit zou dan het verloop zijn van een ‘echte relatie’. Dit pad wordt in polyamoureuze kringen ook wel de relatieroltrap genoemd, waarbij elke trede omhoog een stap is, gebaseerd op de aanname dat romantische relaties een bepaald pad volgen dat als het ware voor ons is uitgestippeld.
Voor vriendschappen is er geen roltrap, of in ieder geval niet omhoog. Eerder een roltrap omlaag, waarbij er naarmate je ouder wordt steeds meer vrienden worden geëlimineerd. Het is opmerkelijk dat vriendschap een lagere status heeft dan een liefdesrelatie. We plaatsen de traditionele, monogame relatievorm boven alle andere. Als het gezin de hoeksteen van de samenleving is, dan is de monogame hetero relatie de steensoort waarmee onze steden, straten en huizen zijn gebouwd.
We trekken muren op: letterlijk in de vorm van onze huizen, figuurlijk om niet te worden verleid door anderen.
Liefde, muren en samenwonen
Op het traditionele relatiepad kan, als we eenmaal die ene persoon hebben gevonden, het ‘grote terugtrekken’ beginnen. We trekken muren op: letterlijk in de vorm van onze huizen, figuurlijk om niet te worden verleid door anderen. Onze huizen ademen het beeld van wat een romantische relatie hoort te zijn. Emotionele banden met anderen kunnen immers een bedreiging vormen voor die ene, ultieme relatie. Er is zelfs een woord voor als je te close wordt met anderen dan je partner: emotioneel vreemdgaan. We hopen dat deze ene persoon al onze behoeften zal gaan vervullen. Deze torenhoge verwachtingen leggen een enorme druk op het koppel.
Gelukkig ben ik niet de eerste die haar twijfels heeft bij het traditionele samenwonen. Mijn zus belt: ‘Heb je de aflevering van ‘Liefde is…’ van Sophie Hilbrand al gezien? Jij gaat Adelheid Roosen met haar latrelatie echt geweldig vinden!’. Nieuwsgierig zet ik de aflevering met Adelheid en Titus op, die zestien jaar een relatie hebben en niet samen wonen. Toen zij elkaar net kenden sliep Adelheid bij Titus en bracht ze een gedicht van de dichter Rainer Maria Rilke mee, waarin staat dat je de hoeder bent van de eenzaamheid van de ander. In de liefde leer je die afstand vertrouwen.
Ik zie hoe Sophie een foto pakt van Titus en Adelheid bevraagt vanuit het roltrapdenken: ‘Daar wil je toch gewoon elke nacht naast liggen?’, daagt Sophie uit.
Adelheid is even stil. Dan antwoordt ze: ‘Door de soort vragen die jij stelt raak ik verlegen want dan lijkt het of ik daar nee tegen zeg?’
Sophie: ‘Dat doe je ook!’
Adelheid: ‘Als je uitgaat van de bestaande relatieopvatting’
In plaats van te denken vanuit het vaststaande pad (de relatieroltrap) en hokjes (vriendschap tegenover liefde) kun je ook vertrekken vanuit eigen verlangens. Door er niet van uit te gaan dat ik het al moet weten, kan ik vragen stellen. Hoe heb ik lief als ik niet het vooraf bepaalde pad hoef te volgen? Hoe wil ik me verbinden, hoe wil ik steunen en me gesteund voelen? Wat voor relaties wil ik? Wie wil ik nabij hebben? Door vragen te stellen kan een relatie zich op zijn eigen manier ontvouwen. Hoeft samenwonen niet per se samen te gaan met een romantische relatie. Kunnen verlangens andere wegen wijzen.
Menselijke behoefte aan verbinding
Het aantal eenpersoonshuishoudens is groter dan ooit. In deze tijden van corona wordt duidelijk hoe erg degenen die niet in een traditionele partnerrelatie of gezinssituatie wonen, op zichzelf zijn aangewezen. Ook wordt pijnlijk (en prachtig) blootgelegd hoe groot onze behoefte aan verbinding is. It takes a village to raise a child, is een oud Afrikaans gezegde. Dat geldt volgens mij niet alleen voor een kind, maar voor de gehele ontwikkeling van elk mens.
De blogster Amy Weatherly schrijft over een dorp waar alle vrouwen samen hun kleren wasten. Toen ze allemaal wasmachines hadden, was er plots een depressie-epidemie en niemand kon bedenken waarom… Niet omdat wasmachines nou zo slecht zijn. Het was het gebrek aan samen tijd doorbrengen. Het was de afwezigheid van gemeenschap. We hebben elkaar nodig. We hebben niet voor niets duizenden jaren in communities geleefd. Wat als we nu de gebaande traditionele paden verlaten en elkaar op nieuwe manieren gaan opzoeken?
Andere woonvormen
Momenteel is het in Nederland, onder andere door regelgeving, nog niet voor de handliggend om een andere woonvorm te creëren dan de traditionele woonvorm met je partner in een huis of, zoals Adelheid, een latrelatie. Je aansluiten bij een bestaande woongroep is al een stuk makkelijker.
Zo ging dat ook bij Lennart en Charlotte, die ik ontmoet terwijl zij op zoek zijn naar een nieuwe huisgenoot. Lennart en Charlotte waren al samen in een open relatie toen er een kamer in het huis van Charlotte vrij kwam. Die is Lennart toen gaan huren. Hun relatie begon als een monogame relatie die steeds opener werd. Net als hun open relatie is ook hun woongroep organisch gegroeid, van een studentenhuis naar een woongroep. Ze hebben wel eens geprobeerd actief op zoek te gaan naar nieuwe huisgenoten met een vergelijkbare open liefdesvisie, maar in de praktijk werkte dit toch niet zo. Deze woonvorm komt tegemoet aan hun verlangen in verbinding te zijn met meer mensen. Dat geeft gezelligheid, nieuwe initiatieven (andere mensen stellen voor wat te gaan eten) en het is fijn om ook de minder leuke aspecten van het leven te kunnen delen (bonus: minder vaak het vuilnis buiten zetten). Lennart vertelt dat het een droom is om hier uiteindelijk ook samen met anderen kinderen op te voeden als een soort community.
Niet exclusiviteit of samenwonen typeert een relatie, maar (bijvoorbeeld) de alledaagse keuzes van condoomgebruik, de frequentie van contact en familiedagen.
Geen exlusiviteit maar alledaagse keuzes
Het werkt goed dat Lennart en Charlotte hun eigen kamer te hebben. Zo is samen slapen echt een bewuste keuze en geen gewoonte. Het onderstreept wat zij alle twee heel belangrijk vinden in hun relatie: telkens weer bewust voor elkaar kiezen en niet in slaap sukkelen en elkaars aanwezigheid voor lief nemen (hun antwoord op Sophie Hillbrands vraag aan Adelheid). Verder zijn de belangrijkste pijlers van hun relatie: open communicatie, goudeerlijk zijn en uitgaan van elkaars goede intenties. Op dit moment heeft Lennart nog twee anders partners en Charlotte is vrij om ook andere liefdes te hebben als zij iemand ontmoet. Met zijn twee andere partners heeft Lennart wel een andere relatie dan met Charlotte. Charlotte gaat mee naar de familiedag en met haar vrijt hij zonder condoom. Niet exclusiviteit of samenwonen typeert een relatie, maar (bijvoorbeeld) de alledaagse keuzes van condoomgebruik, de frequentie van contact en familiedagen.
Natuurlijk zijn er ook nadelen en het is zeker niet voor iedereen, op zo’n manier leven en wonen; net zoals non-monogamie niet voor iedereen is. Dat hoeft ook niet, Lennart en Charlotte willen vooral geen nieuwe norm prediken. Het lijkt juist te gaan over de vrijheid om uit te zoeken wat voor hen zelf werkt. Want dat is wat het lijkt op te leveren: een romantische relatie die niet wordt getypeerd door exclusiviteit of samenwonen, wordt opeens een vrije ruimte om op onderzoek te gaan en zelf te creëren. Zoveel vrijheid gaat gepaard met innerlijk werk en het is niet alleen maar hallelujah. Je kunt schaamte en schuld tegenkomen, twee bekende begrippen in onze cultuur. Mag je echt willen wat je wil? Durf je te gaan staan voor je verlangens? Hoeveel mag je willen? Deze vragen hebben niet alleen betrekking op romantische relaties, maar juist op allerlei relaties in je leven. Door niet het gebaande pad te volgen voor romantische relaties ontstaat er ook ruimte voor andere verbindingen. Die kunnen dan ook hun eigen vorm vinden.
Ik moet zelf bijna mijn huis uit. Dus, als iemand de plek van mijn beste vriendin van de basisschool in wil nemen en met mij wil onderzoeken hoe we samen met anderen (met wie we ons verbonden voelen) kunnen leven? Ik wil wel koken op maandag!
Babet te Winkel Babet te Winkel (1991) is opgeleid aan de Universiteit voor Humanistiek om mensen te begeleiden bij zingeving en levensvragen. Ze richtte Verlieskunst op om ruimte te creëren voor rouw en geeft rouwmassages.
Eline Veldhuisen (1999) is illustrator. Inspiratie voor haar werk haalt ze uit haar directe omgeving, variërend van haar eigen gedachtes tot de verhalen van andere mensen. Met zo min mogelijk middelen brengt ze deze verhalen op een heldere manier in beeld.