Ella Kuijpers bezocht ‘All Inclusive’, een voorstelling die choqueert en de grens tussen fictie en realiteit volledig doet vervagen – maar niet op een goede manier. Het nastreven van catharsis heiligt niet alle middelen, aldus Kuijpers.
‘All Inclusive’ is een voorstelling gemaakt door de Duitse theatermaker Julian Hetzel die op dit moment door Nederland tourt. Ze gaat over de schoonheid in destructie, de esthetisering van oorlog en hoe de kunstwereld hierop reageert. Hetzel staat bekend om zijn theater waarbij de zogenaamde vierde muur wordt doorbroken. Het doorbreken van die muur maakt dat de grens tussen theater en realiteit vervaagt, omdat het publiek direct wordt aangesproken. Je kunt je dan niet langer verschuilen achter het feit dat je ergens naar zit te kijken, want je wordt onderdeel van de voorstelling. En dat heb ik gemerkt.
Aristoteles introduceerde de werking van catharsis in de Griekse tragedie. Eleos (medelijden) en fobos (angst) zijn emoties die het Griekse theater moest opwekken, zodat het publiek wordt gereinigd. Ook in ‘All Inclusive’ lijkt catharsis een rol te spelen. Er valt wat voor te zeggen, maar ik vraag me af of theater niet ook een moraal moet kennen.
In het Griekse theater werd catharsis behoorlijk serieus genomen. Zo werden slaven ingezet om gruwelijke gevechten uit te beelden. Deze gruwel zou emotionele zuivering opleveren bij het publiek. Hoewel hedendaags theater zulke taferelen niet zal herhalen, riep ‘All Inclusive’ bij mij de vraag op of theater wel alles mag tonen, onder het mom van fictie.
De voorstelling is op zijn zachtst gezegd paradoxaal. Ze neemt kunst op de hak door een rondleiding in een museum te tonen, waarbij de rondleider pretendeert met haar uitgekozen kunst te kunnen uitleggen welke schoonheid verborgen zit in oorlogvoering. Ze toont geluidsfragmenten van bombardementen, geïmporteerd gruis van een platgebombardeerd gebouw en zet zelfs haar eigen moord in scène. Hetzel koos ervoor om echte vluchtelingen uit onder andere Syrië, Irak en Maleisië, die speciaal voor deze ene uitvoering van de voorstelling waren gevraagd, deel te laten nemen aan de rondleiding. Voor hen was de kunst te herkenbaar en pijnlijk. Ze verlieten de rondleiding meerdere keren uit afgunst voor het getoonde.
Ook al participeerden de vluchtelingen vrijwillig in deze voorstelling, dan nog vraag ik me af of Hetzel niet te ver ging.
Wat ik in het stuk zag, was dat er een parodie werd gemaakt op een museumrondleiding. Daardoor vormde het een kritiek op die rondleidingen, waarin zogenaamd gepretendeerd werd vat te kunnen krijgen op de werkelijkheid, terwijl ze werd gemaakt door mensen die een te grote afstand tot het onderwerp hadden. In deze theaterrondleiding namen echter echte vluchtelingen deel. Voor hen was de getoonde kunst geen kunst, maar gruwel. Tenminste, in de ‘echte wereld’. En ook al waren de getoonde kunstwerken nep (omdat ze onderdeel waren van theater), dan nog denk ik dat ze obsceen waren voor de vluchtelingen, zoals ze ook in de voorstelling lieten blijken. En daarmee is Hetzel eigenlijk net zo bot en toont hij net zo weinig begrip als de rondleider uit zijn eigen voorstelling.
Het zien van de gruwelijke taferelen was niet leuk meer, zeker niet in het kader van ‘theater’. Het was niet grappig, artistiek of interessant. De grens tussen de voorstelling en de realiteit was compleet vervaagd. Het werd écht. En naar. En ook al participeerden de vluchtelingen vrijwillig in deze voorstelling, dan nog vraag ik me af of Hetzel niet te ver ging. De bezoekers van de rondleiding waren onderdeel van het theater, maar voor hen zijn oorlogsbeelden en
-geluiden vast geen kunst. De reële angst van de vluchtelingen schuurde met de fictieve werkelijkheid.
Ook al is kunst fictie, ze kan dicht bij de realiteit komen. Dit kan belangrijk zijn als kunst de enige manier is om dingen aan de kaak te stellen of bijvoorbeeld de absurditeit van onze werkelijkheid te tonen. Ik denk echter dat kunst, en daarmee theater, ook een moraal moet hebben. De boodschap van een stuk gaat aan mij voorbij als het enige wat me bijblijft iets heftigs of obsceens is. Catharsis mag dan een helende werking hebben, maar theater kan niet alles tonen onder het mom van fictie.
Beeld: Julian Hetzel