Marieke Ladru won de Prijs voor de Jonge Kunstkritiek in de categorie "internetkritiek" met haar essay over de Japanse kunstenaar On Kawara. Kawara werkt sinds 4 januari 1966 aan zijn magnus opus: een serie schilderijen met daarop de datum van de dag waarop hij het doek heeft gemaakt. "Tempus fugit. Tijd vliegt, maar ons bestaan is eindig." Over Usain Bolt, vergetelheid en het onvermijdelijke verstrijken van de tijd.
“All time is all time. It does not change. It does not lend itself to warnings or explanations. It simply is. Take it moment by moment, and you will find that we are all, as I've said before, bugs in amber.”
- Kurt Vonnegut - Slaugtherhouse-Five, or The Children's Crusade: A Duty-Dance with Death (1969)
Bolt en Burke
Het is 10 augustus 2012. Gisteren schreef Usain Bolt geschiedenis door als eerste atleet op twee achtereenvolgende Olympische Spelen de snelste te zijn op zowel de 100 als de 200 meter sprint. Zijn tijd: 9,36 seconden. Hiermee liep de Jamaicaanse hardloper de 100 meter 2,64 seconden harder dan de Engelsman Thomas Burke, de gouden medaillewinnaar van 1896. Honderdzestien jaar later, slechts 20 meter achter Bolt op de sintelbaan, weet bijna niemand meer wie Burke was, laat staan wie de andere 24 winnaars waren. In het informatietijdperk zijn obscure feiten echter maar een muisklik van ons blikveld verwijderd. Zo toont de New York Times in een animatiefilmpje hoeveel sneller ‘de mens’ in de loop van de tijd is geworden en brengt zij Amerikaanse triomfen uit het verleden opnieuw onder de aandacht. Er wordt geschreven over vergeten helden als Archie Hahn, ofwel de “Milwaukee meteoor” die twee keer een gouden plak won (in 1904 en 1906) of Carl Lewis die in 1988 tweede werd op de 100 meter sprint, maar uiteindelijk toch zegevierde omdat de eigenlijke nummer één doping had gebruikt. Voor even waren deze mannen (en Amerika met hen), net als Bolt, de beste ter wereld – enkel en alleen omdat ze eerder gefinisht waren dan de rest.
Het is wat het is, bescheiden in zijn eenvoud doch rigoureus en overweldigend in zijn veelheid.
Vrijwel niets geeft de absurditeit van de menselijke drang tot controle weer als een olympische hardloopwedstrijd. In een zo kort mogelijke tijd trachten de uitverkoren atleten van punt A naar punt B te komen. Voor ‘eeuwige’ roem worden natuurkrachten weerstaan en het eigen lichaam tot het uiterste gedreven; om het proces vier jaar later opnieuw te herhalen. Tempus fugit. Tijd vliegt, maar ons bestaan is eindig. Dit bewustzijn van beperkte tijd heeft de Japans-Amerikaanse On Kawara (1933) tot onderwerp van zijn kunst gemaakt. Sinds 4 januari 1966 werkt hij aan zijn magnus opus: een serie schilderijen met daarop de datum van de dag waarop hij het doek heeft gemaakt. Sommige dagen schildert hij er twee, andere dagen geen enkele. Mocht het werk niet afkomen binnen zijn zelf opgelegde deadline (een etmaal), dan wordt het vernietigd. Meer dan 2000 Date Paintings heeft Kawara inmiddels op zijn naam staan. En hij schildert ze nog steeds, iedere dag opnieuw. Als een hedendaagse Sisyphus sleept hij zich elke ochtend uit bed om aan zijn voor velen betekenisloze registratie van tijd te werken. “On Kawara, ik weet nooit zo goed wat ik ermee moet”, zei een vriendin tegen mij naar aanleiding van zijn expositie in Museum Boijmans van Beuningen. Het werk is dan ook vrij saai. Er worden geen grote onthullingen gedaan, geen waarheden verkondigd of politieke statements gemaakt. Het is wat het is, bescheiden in zijn eenvoud doch rigoureus en overweldigend in zijn veelheid.
Een springplank
Een tijdlang gingen de Date Paintings gepaard met een fragment uit de krant van de dag waarop ze waren gemaakt, uit het land waarin Kawara op dat moment verbleef. Samen werden ze opgeborgen in een doos gemaakt door zijn vrouw. Tegenwoordig doet hij dat niet meer. Misschien omdat wij het werk dan teveel in de context van de gebeurtenissen van die dag gaan lezen. Desondanks ontkom je niet aan associaties en speculaties. Het werk is als een springplank voor herinneringen en bespiegelingen. Zo hangt er in Boijmans een schilderij met daarop “4MARS1973”; een werk dat precies tien jaar voor mijn geboorte is gecreëerd. In de Franse krant van die dag gaat het onder andere over de problemen in het Midden-Oosten. Mij bekruipt een beklemmend gevoel. In 29 jaar tijd lijkt er weinig te zijn veranderd. Ernaast hangt een werk dat Kawara heeft geschilderd op 30 juli 1968, de zomer van de revolutie. Hij was toen 35 jaar. Waar droomde hij toen van? Terwijl ik langs de werken loop, hoor ik data door de lege ruimte klinken. In een paar minuten trekt een mensenleven aan je voorbij. Het werk genaamd One Million Years is een lijst met data bestaande uit twee delen: een ‘verleden’ dat terugtelt vanaf 1969 en een ‘toekomst’ die optelt vanaf 1980. In 1993 werd de lijst voor het eerst live voorgelezen in het DIA Center for the Arts in New York. Sindsdien zijn er talloze performance geweest, elk beginnend waar de vorige is geëindigd. Gefragmenteerde tijd, een aaneenschakeling van momenten wordt in de vorm van data over je heen gestort. Tezamen structureren ze ons verleden, heden en onze toekomst.
Ik vraag me af of er een Date Painting bestaat met SEPT.11,2001. Waarschijnlijk niet.
Even lijkt de tijd stil te staan. Op een van de kaarten rijzen de torens van het World Trade Center als twee geestverschijningen boven de skyline uit. De kaart is verstuurd op 12 februari 1978. Die dag stond Kawara om op om 9.47. Toen wist hij nog niet wat er 23 jaar later zou gaan gebeuren. Ik vraag me af of er een Date Painting bestaat met SEPT.11,2001. Waarschijnlijk niet. Het zou zonder twijfel zijn beroemdste werk worden en daarmee de gelijkmatigheid van zijn opus ondermijnen. Maar misschien ligt het wel ergens in zijn doos in een kluis te wachten op de dag dat ook wij deze datum zijn vergeten.
Kawara is wat hij doet
Zeker is, dat eens de toevloed van Data Paintings zal stoppen. De eindigheid van zijn kunst is onlosmakelijk verbonden met de eindigheid van zijn leven. Kawara is wat hij doet. Elke dag creëert hij opnieuw een bewijs van zijn eigen bestaan en elke dag is er een dichterbij het einde. In zijn telegrammen naar vrienden en collega’s (en tegenwoordig via Twitter) verwijst hij hier naar door te schrijven: "I am still alive", of "I am not going to commit suicide, don’t worry". Deze kleine monumenten, de sporen van Kawara’s geleefde dagen zijn inmiddels over de hele wereld verspreid geraakt. Ze verwijzen naar een bepaalde dag, doorgebracht op een bepaalde plek, uit het leven van On Kawara. Op zichzelf, afgezet tegen de oneindigheid van het universum en de tijd, hebben de werken net zoveel betekenis als een insect die vastzit in een presse-papier van barnsteen. Alleen de beschouwers van zijn oeuvre kunnen door hun vragen, associaties en herinneringen ze betekenis geven. Ondanks of misschien wel dankzij hun rationele voorkomen worden wij door de werken meegevoerd, langs willekeurige momenten die ons en On Kawara doen ontsnappen aan een betekenisloos bestaan.
-
Marieke Ladru (1983) is freelance kunsthistoricus en schrijfster. Hard//hoofd was mediapartner van de Prijs voor de Jonge Kunstkritiek, een initiatief van het Mondriaan Fonds, De Appel en Witte de With in samenwerking met het Vlaams-Nederlands Huis deBuren.