Een brief 'over rechtvaardigheid en een open debat' in Harper's Magazine ging deze week het internet over. De ondertekenaars, zo'n 150 prominente publicisten en denkers, klaagden over een intolerant klimaat dat zou zijn ontstaan, waarin schrijvers, kunstenaars en journalisten 'risicovolle' onderwerpen zouden vermijden uit angst voor het verliezen van hun baan en inkomen. Illustrator Rueben Millenaar bracht het nieuws in beeld.
Hoewel het woord nergens in de brief wordt genoemd, werd de brief opgevat als een aanklacht tegen de 'cancel culture': wie een misstap begaat of niet op de hoogte is van de juiste terminologie, verliest zijn baan en zijn opdrachten en valt uit de gratie van het grote publiek. 'De vrije uitwisseling van informatie en ideeën, de levenslijn van een liberale samenleving, wordt met de dag verder ingeperkt', vonden de prominenten.
Kritiek op de brief liet niet lang op zich wachten. 'Klagen over de 'cancel culture' is geveinsd slachtofferschap van machtige mensen', reageerde de vooraanstaande feministische schrijver Jessica Valenti in een veel gedeelde column. Meerdere ondertekenaars, zei Valenti, ondervonden inderdaad grote consequenties van misstappen, maar hun misstappen konden beslist geen 'slippertjes' genoemd worden.
Ook onder de ondertekenaars zelf ontstond reuring: sommigen gaven aan niet op de hoogte te zijn geweest van alle andere ondertekenaars. New York Times-columnist Jennifer Finney Boylan bood publiekelijk haar excuses aan voor haar steun aan de brief, waarschijnlijk vanwege de haatdragende aanvallen op transgender personen door J.K. Rowling, een van de andere ondertekenaars.