Waarom toch dat dedain van Nederlanders voor hun eigen keuken? Julius Koetsier leert ons de essentiële vaardigheid die we door een eeuw fantasieloze huishoudscholen zijn vergeten: aardappels koken.
Het cliché luidt dat we hier niets kunnen koken behalve een aardappel. Het tegenovergestelde is waar. Een ingewikkeld gerecht hoeft voor de Nederlander geen probleem te zijn. Voor die ene speciale gelegenheid fietsen we kilometers af voor de beste ingrediënten en we volgen nauwkeurig het recept.
Maar de basisvaardigheden die ook de dagelijkse maaltijden lekker maken, die ontberen we. Waarom bereiden wij onze aardappel niet met dezelfde trots als de Italianen hun pasta?
Het heeft waarschijnlijk te maken met de huishoudscholen die eind negentiende eeuw opgericht werden om meisjes uit de arbeidersklasse te leren koken. Goedkoop, snel en voedzaam waren de enige criteria. Als hun mannen maar genoeg brandstof hadden om de fabrieksschoorsteen te doen roken. Die scholen werden vervolgens vooral bezocht door meisjes uit de middenstand, waardoor het al snel gedaan was met onze burgerkeuken. Als je je ooit hebt afgevraagd waarom Nederlanders zo weinig doen met al die kruiden die we van heel de wereld roofden: daar ligt het antwoord.
Als je je ooit hebt afgevraagd waarom Nederlanders zo weinig doen met al die kruiden die we van heel de wereld roofden: daar ligt het antwoord
Hoe kook je een aardappel?
We moeten leren onze eigen keuken te waarderen. Hartstikke leuk, al die Nederlandse hobbykoks die fantastische sambal maken, maar leer ook eens een aardappel koken. Dat doe je zo:
Ten eerste: aardappelen bewaar je officieel op dezelfde “koele, donkere plek” als eieren en medicijnen. Maar die heb je niet in huis, dus: koop niet meer aardappels dan je in een paar dagen eet. Je aardappels moeten ongeveer even groot zijn. Bewaar ze in een juten of papieren zak in een kast; zolang het maar niet de koelkast is en zolang je ze maar niet vlak naast de uien legt.
Niet schillen voor je ze kookt. Op die manier bewaar je de meeste voedingsstoffen én smaak. Zet de aardappels op in weinig water met een takje rozemarijn. Als het water kookt, gooi je er veel zout bij, ongeveer net zoveel als bij pasta. (“Dat is ongezond,” sputtert de Nederlander die alles in ongezouten water kookt, om even later de spaghetti te verdrinken in zoete saus of de aardappels in vette jus – dát is ongezond, en helemaal niet nodig als je je eten gewoon op smaak brengt tijdens het koken.)
Verder: als je stevige aardappelen wilt een scheut azijn, als je kruimige wilt een schep dubbelkoolzuurhoudende soda. Je weet of ze gaar zijn door een mes tot in het midden te steken en op te tillen: een ongare aardappel til je zo uit de pan, een gare blijft liggen. Houd de deksel verder op de pan.
Het is mooi als de aardappels bijna droog staan als ze gaar zijn (het kookwater zit vol smaak en kun je gebruiken voor soep).
Schil de aardappels en droog ze af. Daar heb je je perfecte gekookte aardappel, nog meer op smaak te brengen met bijvoorbeeld een paar druppels worcestershiresaus of aceto balsamico (wat niet hetzelfde is als balsamicoazijn – maar daarvoor zijn we hier niet).
Hartstikke leuk, al die Nederlandse hobbykoks die fantastische sambal maken, maar leer ook eens een aardappel koken
En daarna?
Ga je puree maken, dan is het belangrijk dat de aardappels warm zijn als je ze pureert. Een stamper is prima, een pureepers is beter. In elk geval moeten de aardappels eerst in hun eentje gepureerd zijn, voordat je het vocht toevoegt. Dat vocht mag alles zijn, als het maar warm is, en het vermengen moet in een hete pan gebeuren.
Gebakken aardappels zijn het lekkerst als je ze een dag van tevoren kookt. Haal ze nét voordat ze gaar zijn uit de pan en laat een nacht in de koelkast staan. Dan snijd je ze in plakken en bak je ze in geklaarde boter – als het teveel gedoe is om zelf boter te klaren en je een flinke portemonnee hebt, koop je een pot ghee.
Goed, de meest verfoeide Nederlandse klassieker: hutspot. Ook dat kan lekker zijn. Mijn methode, met een verwijzing naar de Spaanse oorsprong van het gerecht: maak een soort sofrito van ui, knoflook, peper, wortel en pastinaak, en roer daar de gepureerde aardappels doorheen. Eventueel boter, worcestershiresaus, tabasco, en/of natuurlijk jus.
Het is goed om af en toe decadent te dineren, maar het is belangrijker dat het gewone voedsel dat je elke dag eet van hoge kwaliteit is. Zie je de aardappel als een obligaat en saai verschijnsel in je AVG'tje? Deze tips zullen je leven verbeteren.
Beeld: Rebecca Siegel via Flickr