Ik heb een oude vader. Tussen ons zit een mijlenbrede kloof van wat hij '46 jaar meer levenservaring' noemt en ik 'gewoon 46 jaar'. Ons gemiddelde (whatsapp-)gesprek bestaat uit een lange rij misverstanden. Vandaag stuurt mijn pa een foto in de familie-app. Daarop zijn onze kat en die van de buren in de tuin in een western-achtige staarwedstrijd verwikkeld. De korthaar van de buren – een mild-obese, geheel ongevaarlijke lobbes – wil uit nieuwsgierigheid mee naar boven sluipen. ‘Ik heb voor de zekerheid de waterspuit gepakt,’ liveblogt mijn pa.
‘Als je het maar laat,’ antwoord ik. ‘Vrij demonstratierecht!’
De verwijzing naar een zeker door de politie weggespoten klimaatprotest ontgaat mijn pa. Hij schrijft iets over ‘een eventueel gevecht voorkomen.’ Een discussie over de noodzaak van 'de-escalerend optreden' volgt. Maar toen de politie tegen zijn eigen dochter de-escalerend optrad bij dat zekere klimaatprotest werd mijn vader woest: ‘Het is tuig, allemaal fascisten. Ze hebben je toch niets aangedaan hè?’ Het aanhoudingsformulier hangt trots naast een briefje van mijn moeder over voedingswaarden op zijn koelkast: ‘U wordt verdacht van een strafbaar feit.’
Mijn vader is een vat vol tegenstrijdigheden. Pa was een oude Provo. Hij was bij de krakersrellen in het protest tegen de inhuldiging van Beatrix (‘Zonder woning geen kroning’). Ook stond hij op de barricade tegen de aanleg van de metro Amsterdam en de sloop van omliggende woningen (‘Ik kreeg op een gegeven moment een getrokken pistool van zo’n rechercheur op me gericht, alleen maar omdat we met stenen gooiden…’). Nu leven we veertig jaar later en de metro kwam er toch, de woningen werden gesloopt, we zijn een kroning verder en de huizenmarkt is nog hopelozer. Tot overmaat van ramp nam zijn dochter die gehate metro elke dag om naar haar universiteit te komen. Een universiteit die 'een elitair wereldje' en een 'links bolwerk' is volgens mijn pa, maar, dixit papa: ‘Je maakt die studie wel af!’ En die woningnood? Zijn kinderen hebben allebei geen huis. De één woont thuis, de ander in een 'kraakconstructie'. Het maakt hem woest, maar mijn vader gaat niet met mijn moeder (68), mij (29) en broer (26) mee naar het Woonprotest: ‘Ik word te oud voor die dingen.’
Grote demonstraties doet hij niet meer, mijn vader strijdt alleen nog in het klein. Daarin is hij wél onvermoeibaar: tegen de woningbouwvereniging die de sloten niet onderhoudt, tegen zijn eigen huurverhoging, tegen de buren, tegen de aanleg van een privacy-schendende deurbel. Mijn pa eet vlees en doneert aan de dierenbescherming. Hij vindt de roetveegpiet-discussie onzin, de Nederlands-Surinaamse spelers van Ajax geweldig en ‘nou eenmaal beter dan die houten klazen.’ Hij vindt het feminisme 'gezeur', maar mannen moeten hun poten thuishouden. Mijn vader werkte, net als ik, in de wijk. Ik help op mijn spreekuur mensen met psychische nood, hij hielp mensen met woningnood om via sociale huur een huis te vinden. Hij kwam tragische verhalen tegen: Somalische Nederlanders met zijn tienen op een driekamerwoning, vereenzaamde ouderen uit de Chinese gemeenschap die nog liever krap wonen dan dat ze hun buurtje uitgingen, mensen met schulden, huiselijk geweld. De ene dag maakte dat hem empathisch voor mensen van allerlei kleur en komaf, de andere dag boos: ‘Ze willen nog geen klik met de muis zelf doen.’ Toch hielp hij iedereen en legde hij ze de dingen zo uit dat er iets van zelfstandigheid kwam.
Mijn vader is ook hard geworden. Alles waar hij als Provo tegen protesteerde, bestaat nog steeds: de woningnood, de monarchie en de ongelijkheid. Zijn 'eigen' linkse partijen (ooit stemde hij nog op de voorganger van GroenLinks) hebben allerlei ondoorgrondelijke voorrangsregels in de Amsterdamse huur bedacht. Het heeft hem teleurgesteld en verbitterd gemaakt. GroenLinks, dat zijn 'huichelaars' en de PvdA 'verraders'. De puntenstelsels, voorrang voor statushouders, agenten en leerkrachten is voor hem allemaal één pot nat: klassenjustitie. Mij vindt hij ‘veel te veel geïndoctrineerd door woke fratsen.’ Het lukt niet hem te overtuigen dat de klassenstrijd een strijd is die allerlei achtergestelde groepen benadeelt, ook de groepen die hij drammers noemt. Ondanks alles stemmen we op dezelfde partij.
Het voordeel van een oude vader hebben is: je gemiddelde (whatsapp-)gesprek bestaat uit een lange rij misverstanden, dus altijd interessante gespreksstof. Veel gebeurtenissen die mijn vrienden alleen uit de geschiedenisboeken kennen (Lennon, Provo, de dinosauriërs) heeft mijn vader zelf meegemaakt.
Het nadeel van een oude vader hebben is: je raakt hem eerder kwijt.
Dochter van een Provo
Mijn vader wortelt in deze stad
Iedere grijze haar is bevochten, gelegd in een trambaan
gestoken tussen sloopkogels, tussen kronen, tussen buskruit, uit de rails
Venus werd bevrucht door deze gracht
en daar stapte ik uit
een dryade van lawaai, snoeken en fietswrakken,
boomblad van hoog boven het verkeer
de sleep van mijn japon in schroefasvet,
groen water, rood bloed, blauwe haat op de lippen
Mijn vader wortelde in deze gracht
en ik schoot omhoog, opende mijn bloem om de zon te zien
en mijn vader bleef onder, kweekte kieuwen
opent soms zijn ene oog
maar het zou ook een knikker kunnen zijn
opent soms zijn groene mond
hij zou ook een kikker kunnen zijn
En Venus? Die zag hem ooit voor wat hij werkelijk was

Marthe van Bronkhorst (zij/haar) is schrijver, theatermaker en psycholoog en studeerde aan de VU Amsterdam en Harvard Medical School. Ze schreef voor onder meer Theater Ins Blau, Sonnevanck, Over het IJ festival, Kluger Hans, Meander, De Revisor en werkt aan een roman over duikers bij uitgeverij De Geus.

Jasmijn ter Stege (zij/haar) is illustrator werkend vanuit Den Haag. In haar werk laat ze graag kleurrijke metaforen, zachte vormen en stevige verhaallijnen het woord voor haar overnemen.