Voor het trouwfeest van een middelbare schoolvriend wilden mijn vrienden en ik een presentatie maken van oud fotomateriaal. Op een zondagmiddag doorzochten we allemaal onze mapjes met foto’s en de inbox van onze hotmailadressen. Op de foto’s die we terugvonden uit de jaren 00 is mijn kledingstijl anders, onze gezichten zijn bol en rond, maar één ding bleef verrassend constant: ik heb op een heleboel foto’s een rood hoofd.
Een significant deel van mijn tijd breng ik roodbewangd door. Dat begon al vroeg: zodra ik op de middelbare school iets moest zeggen in de klas, iemand me aansprak op de gang of een leraar me een compliment gaf, bloosde ik. Daar kwam nog een andere vorm van roodheid bij: ik zal niet snel de bezorgde blik van mijn klasgenoot vergeten die heel goed kon zingen en na mijn matige zangperformance in het muzieklokaal naar me toe kwam om te vragen of het wel ging, of ik misschien ziek was of allergisch: ik zat onder de vuurrode vlekken vanaf mijn kin naar beneden. Dat zou ik kunnen afdoen als puberale onzekerheid, maar op de universiteit werd het er niet beter op. Na afloop van een bloospartij in een openbare ruimte wilde ik verdwijnen en naar huis. Iedere bloos voelde als een afgang. Ik wilde vooral dat mensen wisten dat ik me níet schaamde voor wat ik te zeggen had, en werd daar zo hyperzelfbewust van dat de hitte me ter plekke naar het hoofd steeg.
Er zijn verschillende soorten ‘blos’: de plotselinge rode kleur op wangen en voorhoofd die langzaam weer wegtrekt en bovengenoemde rode vlekken in de hals en in het gezicht als je zenuwachtig bent, zijn beide anders dan een rood hoofd hebben na een flink stuk hardlopen. Als je bang bent om te blozen, vergroot je de kans om te blozen.
Schaamte en zelfbewustzijn vormen de drijfveren van ons sociaal kompas.
Als iemand benoemt dat jij aan het blozen bent, word je zo mogelijk (en dit gebeurt mij tot ik zo ongeveer paars ben) nog roder. En: blozen kun je niet manipuleren. Een acteur kan een woedeaanval faken, vreugdeloos schaterlachen en tranen met tuiten huilen zonder verdrietig te zijn, maar blozen op commando kan niemand.
Hoewel ik altijd plaatsvervangend ongemak voel voor iemand die bloost, kan ik niet ontkennen dat ik over het algemeen ook snel sympathie voel voor diegene. Schaamte en zelfbewustzijn vormen de drijfveren van ons sociaal kompas: mensen die blozen, staan niet onverschillig tegenover mensen om hen heen met wie ze interactie hebben. De meest sympathieke mensen vind ik de blozers die zelf ter plekke benoemen dat ze blozen. Weinig zo charmant als iemand die lachend de achterzijde van een handpalm tegen diens wang houdt ter verkoeling.
Sinds dit inzicht tot me kwam, kijk ik anders naar mijn rood uitgeslagen gezicht: misschien is alle ongemak zo erg nog niet. De witbevlekte variant die ik in mijn tienerjaren creëerde door mijn wangen vol goedkope foundation te smeren en die vandaag in de slideshow op de bruiloft meermaals de revue passeert, maakt dat ik me met terugwerkende kracht begin te schamen voor de overduidelijke schaamte die ik toen had voor mijn eigen ongemak. De bruiloftsgasten lachen om de feestfoto’s van de tienerversie van een van de bruidegoms met mij en mijn vrienden aan zijn zijde. Na de presentatie stap ik het podium af, roep ‘Ik heb het er warm van!’ en feliciteer de bruidegoms met mijn rode wangen en uitbundig bevlekte hals. Terwijl ik een koud glas wijn tegen mijn gezicht duw prijs ik me gelukkig, omdat we al zo lang vrienden zijn dat niemand meer iets hoeft te zeggen over mijn gelaat, behalve ikzelf.

Eva van den Boogaard is literatuurwetenschapper, docent en onderwijsinnovator bij St. Joost School of Art & Design en eindredacteur bij Hard//hoofd. Haar verborgen talent is slapen en haar minder verborgen talent twijfelen. Ze rent graag langs de Vecht, zingt met karaoke het liefst George Michael en droomt van een Heilige Birmaan als huisdier.

Eline Veldhuisen (1999) is illustrator. Inspiratie voor haar werk haalt ze uit haar directe omgeving, variërend van haar eigen gedachtes tot de verhalen van andere mensen. Met zo min mogelijk middelen brengt ze deze verhalen op een heldere manier in beeld.