Asset 14

Mijn buurjongen

Mijn buurjongen 1

Mijn buurjongen bleef tot aan het begin van zijn puberteit voorwerpen in zijn mond stoppen. Dat kon van alles zijn, maar betrof vooral zijn speelgoed en vingers. Hij kauwde er niet op, zoals iemand met een nagelbijtverslaving. Het was een geruststellende handeling, die mettertijd niet meer werd opgemerkt. De tractor op zijn nachtkastje verdween in zijn mond, hij zoog erop en legde het daarna weer terug waar het stond. Ik was verbaasd dat hij, nadat we samen naar de middelbare school vertrokken, niet begon met roken. In mijn ogen was dit de enige logische vervolgstap, nadat hij jarenlang zijn lichaam vol plastic had gezogen. In die tijd stopte hij ook met voorwerpen in zijn mond te doen, omdat hij een vriendinnetje kreeg die het er smerig vond uitzien. Ik vond het fijn dat hij iets te vertellen had wanneer we samen les hadden. Hij vertelde me over alles wat hij met haar deed: de wandelingen die hij met haar maakte, de uitstapjes naar de bioscoop, het uitlaten van haar hond. Zijn moeder vroeg me of ik mijn buurjongen weleens had zien zoenen met zijn vriendinnetje. Het enige wat ik ze weleens samen zag doen, was elkaars hand vasthouden. Zij vond dat raar.

Mijn interesse ging wel uit naar sigaretten. Ze verschenen plotseling tussen mijn vingers en, voor ik het wist, had ik een pakje opgerookt. Ik heb me weleens afgevraagd waar deze drang vandaan kwam. De enige rokers in mijn omgeving waren de jongens in mijn klas, die uit een andere buurt kwamen. Ze waren niet los van elkaar te denken en leken ook op elkaar, vanwege die Gooische scheiding in hun haar. Behalve Tobias. Hij had korte, blonde krullen. Hij was ook de enige van de groep zonder een vriendin. In dat opzicht had mijn buurjongen veel beter bij de groep gepast dan Tobias, maar hij vond er geen aansluiting. ‘Dat komt door het roken,’ zei hij, toen ik ernaar vroeg. ‘Tobias vertelde me laatst dat ze niemand willen die niet rookt.’ Ik had ontzag voor de wetten die de groep zichzelf oplegde, wat ze in mijn ogen meer volwassen maakte dan mijn buurjongen en ik. In hun vriendschap waren ze onaantastbaar, als een groep soldaten voor een veldslag. In bed fantaseerde ik over hoe ik tot de groep zou doordringen. Ik zou mezelf niet hoeven te bewijzen, ze zouden gewoon inzien dat ik een kameraad was, maar uit een andere divisie. De groep voelde aan: zo’n jongen komt niet vaak langs. Ze zouden mij een peuk geven, en vanaf dat moment waren de jongens en ik onafscheidelijk. Ik zou ook nooit zelf sigaretten hoeven te kopen, want ik was nu onderdeel van de groep vanwege mijn persoonlijkheid. Ik zou mijn buurjongen minder zien, maar dat begreep hij direct. Dit was een zeer uitzonderlijke positie. Het enige wat hij kon doen, was me feliciteren.

In hun vriendschap waren ze onaantastbaar, als een groep soldaten voor een veldslag.

Er waren niet veel vakken die mijn buurjongen en ik samen hadden, zodoende zat ik vaak alleen. Hij had een extra uur Spaans, vanwege zijn talenknobbel. Ik volgde bijlessen wiskunde. Het enige vak waar de hele klas voor aanwezig moest zijn, was gym. In de winter werd dit gegeven in sportzalen in de school, maar in het voorjaar vertrokken we collectief naar sportvelden in de wijk waar de jongens woonden. Deze gymlessen waren vooral aangenaam, omdat we ons van de leraar tussendoor mochten opfrissen. Douchen was verplicht, maar het was ook de enige vorm van verkoeling tegen de toenemende hitte. Ik zag de tussentijdse douche vooral als een mogelijkheid om langer met mijn buurjongen te kletsen. Het was ook de enige plek waar ik de groep jongens afzonderlijk van elkaar zag. Met name Tobias maakte veel gebruik van de douches. Hij leek er soms moeilijk afscheid van te kunnen nemen. Ik was verbaasd dat zijn krullen zolang overeind bleven staan, ondanks het gewicht van het water. Onder de douche hield hij vaak zijn ogen dicht, of hij stond met zijn rug naar ons toegedraaid, alsof hij zich aan het concentreren was op de aankomende les. Mijn buurjongen en hij verlieten de kleedkamer vaak pas als laatst. Ik had hem weleens gevraagd of er wat met Tobias aan de hand was, maar hij wist van niets. Ze hadden gepraat over het huiswerk voor Spaans, meer niet. Ik was jaloers op de gesprekken, maar ik wist ook dat mijn vriendschap met Tobias uiteindelijk veel betekenisvoller zou zijn.

De zomervakantie kwam eraan. Ik had nog een paar weken de tijd om met Tobias te praten, zodat we elkaar tijdens de zomer beter konden leren kennen. Ik had de avond voorafgaand aan de een-na-laatste gymles een dialoog ingestudeerd waarmee ik het gesprek zou starten. Ik zou hem vragen naar welk land hij deze zomer op vakantie ging. Het antwoord maakte niet uit, want ik zou beginnen over het Spaans. Het klagen van mijn buurjongen had me daar genoeg inzicht in gegeven over de moeilijkheid van de taal, waardoor ik met wat klunzige woorduitspraken verder het ijs zou kunnen breken. Ik zou vragen of hij mij misschien kon helpen met wat simpele zinnetjes, want ik ging op vakantie naar Mexico. Dat wilde hij wel doen, wanneer kon ik afspreken? Mijn agenda had ik thuis laten liggen, kon ik hem anders later bellen? Ik werd in bed helemaal zenuwachtig van mijn plan, ik zag geen enkele hobbel op de weg. Ik kon niet mijn leven lang afhankelijk blijven van mijn buurjongen als enige vriend. Ik wilde weten wat vriendschap nog meer te bieden hadden. En Tobias had geen vriendinnetje, dus hij had ook veel tijd over om mij voor te kunnen stellen aan mijn nieuwe vriendengroep.

Ik kon niet mijn leven lang afhankelijk blijven van mijn buurjongen als enige vriend.

Tijdens de les hield ik gespannen mijn ogen op Tobias gericht. Hij was al een keer gaan douchen, van de gemiddelde twee keer die hij per les ging. Bij het fluitsignaal voor het wisselen van de honkbalopstelling, liep hij naar de docent toe. Hij knikte, waarna Tobias naar de kleedkamers liep. Op het moment dat ik naar de docent wilde lopen, zag ik dat mijn buurjongen al naast hem stond en daarna ook het veld verliet. Hij keek zichtbaar tevreden, alsof hij zojuist een goede grap had uitgehaald. Ik liet me achterover vallen in het gras. Het idee om mijn plan nog een week verder op te schuiven maakte me misselijk. Mijn docent kwam naast me staan. Hij vroeg waarom ik nog steeds op het gras lag, maar ik gaf geen antwoord. ‘Koel jij ook maar even af dan,’ zuchtte hij, ‘neem een douche.’ Hij wees naar de kleedkamers. ‘Hup, niet hier blijven liggen.’ Met tegenzin kwam ik overeind.

Voor de deur bleef ik staan. Ik had verwacht dat er vanuit de ruimte zou worden gelachen, maar het enige dat ik hoorde was de douche. Wellicht had ik me vergist, hadden ze werkelijk niets meer dan een opdracht om met elkaar te bespreken. Het eerste wat ik zag, terwijl ik naar binnenliep, was de kont van Tobias. Met zijn hand leunde hij tegen de muur, zijn hoofd een beetje naar beneden gebogen. Alle ramen waren gesloten, waardoor de stoom van het warme water ook in de kleedkamer hing. Alle kranen waren opengedraaid. Het kletterende water overstemde het geluid van mijn binnenkomst. Vanuit de doucheruimte hoorde ik een smakkend en kokhalzend geluid, alsof iemand iets taais probeerde door te slikken. Met zijn ogen dicht en op zijn knieën zat mijn buurjongen voor Tobias. Ik zag hoe hij zijn geslacht in zijn mond nam en dichter naar hem toe bewoog. De hand van Tobias lag op het hoofd van mijn buurjongen, alsof hem het chrisma werd toebedeeld. Ik kreeg het gevoel dat ik mijn ouders had betrapt, en ik werd bevangen door een ander soort spanning. Mijn eerste ingeving was om de kleedkamer te verlaten, maar het lukte me niet om weg te kijken. Ze hadden gekozen voor de doucheruimte, waar de kans betrapt te worden groot was. Er werd me hier een geheim toevertrouwd, dichter bij Tobias kon ik niet komen. Mijn buurjongen bewoog sneller, het gebed werd afgerond. Het onderlichaam van Tobias begon te schudden en, alsof de batterijen uit zijn rug waren gehaald, zakte licht voorover. Voorzichtig deed ik de kleedkamerdeur open en verdween. Terug op het veld werd ik door mijn docent achterin neergezet. Ik had goed zicht over mijn medespelers en na een paar minuten liepen Tobias en mijn buurjongen de kleedkamers uit. Ze keken elkaar niet aan. Ze kregen een positie toebedeeld en mijn buurjongen werd slagman. Hij sloeg de eerste twee ballen mis, maar de derde ging dwars over de pitcher heen. Ik sprong, viste de bal uit de lucht en keek naar hem. Mijn blik werd niet door hem beantwoord, hij liep onverschillig het veld af.

Er werd me hier een geheim toevertrouwd, dichter bij Tobias kon ik niet komen.

Tijdens het omkleden wilde ik mijn buurjongen vragen om samen naar huis te lopen. Ik moest bespreken wat ik gezien had, hem geruststellen en vertellen dat zijn geheim veilig was bij mij. Misschien konden we er daarna samen wel om lachen. Zonder dat ik het helemaal doorhad, legde ik mijn hand op zijn schouder, waarna hij me verward aankeek. In mijn hoofd was het gebroederlijk, maar hij pakte mijn hand vast en haalde hem van mijn schouder. ‘Niet doen,’ zei hij. Ik keek naar Tobias, die bij de groep jongens zat die elkaar bespoten met deodorant. Hij had zijn kleren al aan. Kort keken we naar elkaar, alsof hij wist wat ik had gezien. Hij was niet aan het wachten op zijn vrienden, al dachten zij misschien van wel, maar op mijn buurjongen. En terwijl hij zijn schoenen aandeed, begreep ik dat ik niet meer interessant was. Ik kon het niet winnen van iemand met wie hij geheimen had. Hij en Tobias waren deserteurs geworden. Hij was met zijn ontsnapping bezig. Mijn poging om via hem toegang tot de groep te krijgen, zou in een doodlopende weg uitmonden. Mijn buurjongen stond op en Tobias liep achter hem aan de kleedkamer uit. Zijn vrienden schreeuwden onder de douches, terwijl ze elkaar met natte handdoeken sloegen. Ze hadden de stille uittocht niet meegekregen. Even overwoog ik achter mijn buurjongen aan te lopen, om alsnog te vragen om samen naar huis te gaan, maar ik bleef in de kleedkamer zitten. Ik kreeg een beter idee. Ik trapte mijn schoenen uit, en trok mijn shirt over mijn hoofd. Daarna deed ik mijn broek en onderbroek uit. Vanuit mijn tas pakte ik mijn handdoek en liep de doucheruimte binnen. De groep leek mijn komst eerst niet op te merken, en bleven met elkaar bezig. Nadat ik de kraan had opengedraaid en begon te grinniken, draaiden ze zich naar me toe, alsof ik ze belachelijk aan het maken was. ‘Moeten jullie eens horen,’ zei ik, terwijl ze naar me toeliepen, ‘ik weet iets over Tobias.’

Mail

Lars Meijer (1994) studeerde journalistiek en behaalde in 2020 zijn bachelor aan de opleiding Creative Writing ArtEZ met het werk 'Alleen mijn vrienden zijn bang', een onderzoek naar de taal rond seksualiteit, geweld en verlangen. Hij is redactiecoördinator van het literaire tijdschrift DIG. Eerder verscheen zijn werk op o.a. Hard//hoofd, De Optimist, See All This, Samplekanon en in De Groene Amsterdammer. Daarnaast maakt hij onderdeel uit van schrijverscollectief Wildgewelf.

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
test
het laatste
Auto Draft 7

Moederland

Zelfs in de Italiaanse zon lukt het niet altijd om donkere gedachten op afstand te houden. Roos Sinnige laat ons meedrijven op de ongrijpbare stroom die dan ontstaat. Lees meer

zonderverdergroet

zonder verdere groet

Rijk Kistemaker doet niet aan groeten. Rijk schrijft gedichten terwijl hij bezig is met andere dingen, zoals het opladen van een gehuurde Kia en huilen. Laat je meevoeren op zijn poëtische gedachtestroom. Lees meer

Jonathan de slakkenman

Jonathan de slakkenman

'Hij zag simpelweg hoe de slak zich terugtrok in zijn huisje wanneer het zich onveilig achtte. Vanwege hun gedeelde lot, voelde Jonathan zich geroepen om de naaktslak ook een toevluchtsoord te bieden.' In dit korte verhaal van Ivana Kalaš neemt Jonathans slakkenfascinatie langzaam zijn leven over. Lees meer

Het insectenhotel

Het insectenhotel

‘Ik kan wel voor je krimpen.' Dieuke Kingma onderzoekt in een kort verhaal vol spinnenpoten en keverschildjes of je de ruimte die je inneemt in een relatie ook weer terug kan geven. Lees meer

Auto Draft 6

ode aan de lepismA saccharinA

Lieke van den Belt neemt je mee in de wereld van de zilvervis. Met lichte en vervreemdende beelden schetst ze in twee gedichten een dialoog tussen deze beestjes en hun slachtoffers. Lees meer

Enterprise, Alabama

Enterprise, Alabama

Charlotte Duistermaat neemt je mee in de enigszins absurde culturele en historische impact van een snuitkeverplaag op een Amerikaans dorpje en de vergelijkbare migratiestromen van mens en dier. Lees meer

Auto Draft 5

Verpopping

Wanneer een rups zich in de sombere wintermaanden in haar keukenraam nestelt, koestert de hoofdpersoon in dit verhaal van Esther De Soomer voor het eerst weer gevoelens van liefde en tederheid. Lees meer

Huizen, omhulsels 1

richtingen, ruimtes, rijping

Anne Ballon schreef drie gedichten over een innerlijk dialoog. Met zachte, precieze en lichamelijke beelden neemt Anne ons mee in een conflict tussen een ‘jij’ die naar geborgenheid in seksuele ervaringen zoekt en een ‘ik’ die aan dit zoeken probeert te ontsnappen. Lees meer

Stilte

Stilte

Haren wassen bij de kapper, of een ochtendkoffie in een treincoupé. Angelika Geronymaki neemt je in dit gedicht mee langs vormen van stilte. Lees meer

Schieten op de maan

Schieten op de maan

'I shot the moon, and I’ll do it again if I have to.' Julien Staartjes vindt het moeilijk te bevatten hoe de wereld letterlijk in brand staat, maar er toch vooral ogen zijn gericht op wie de grootste raket kan bouwen. Daar kan geen fictie tegenop, maar je moet het toch proberen. Lees meer

Ik was elf

Ik was elf

In dit verhaal onderzoekt Jochum Veenstra waar de grens tussen fictie en werkelijkheid ligt voor kinderen. En tot welk punt kan je als ouder je zoon beschermen? Lees meer

 1

De zee

Mariska Kleinhoonte van Os schrijft met groot mededogen en rauwe eerlijkheid over degenen die tussen de mazen van het net en de mazen van de wet vallen, in de verhalenbundel 'Tussen de mazen' die op 14 februari verschijnt. Op onze site lees je alvast een voorpublicatie. Lees meer

De rattenkoning

De rattenkoning

Een schoolreis naar Praag klinkt als een feestelijke afsluiting van de middelbare school: slapeloze busritten, sigaretten in de schaduw van kasteelparken en stiekeme plannen om absint te drinken in hotelkamers. Maar in dit verhaal van Nick De Weerdt eindigt de reis voor een onafscheidelijke vriendinnengroep met een onverwachte confrontatie: de rattenkoning. Lees meer

Even zweven de levende wezens

Even zweven de levende wezens

Voor Hard//hoofd dicht Pim te Bokkel over de verschillende facetten van water: de kalmte en geborgenheid ervan, of juist de dreigende weidsheid. Dit is een voorpublicatie uit de bundel 'Even zweven de levende wezens' die op 16 januari bij uitgeverij Wereldbibliotheek verschijnt. Lees meer

Een echte vis

Een echte vis

In dit verhaal van Maartje Franken dreigt er meer dan alleen een storm. Kinderen gaan op zomervakantie in de regen, ontdekken een verzonken stad en proberen te documenteren zoals Bear Grylls. Lees meer

Lichamen en monden

Lichamen en monden

Hoelang blijf je toekijken? Wanneer dondert alles in elkaar? Waar zit de zwakke plek van passiviteit? Pieter van de Walle neemt je in dit kortverhaal mee als apathische visverzorger in een Berlijns aquarium. Lees meer

De Groep

De Groep

'Ik ben Jane en Kevin is een lul die te veel ruimte inneemt.' Amal Akbour schreef een verhaal over Jane, een narcistische jonge vrouw die voor het eerst deelneemt aan groepstherapie. Dit is een voorpublicatie van het verhaal dat Amal schreef als onderdeel van het Veerhuis Talentenprogramma. Lees meer

Auto Draft

Rooilijnen

Rik Sprenkels schrijft (als dichter en medewerker bij het Kadaster) over de beleidsregels achter de openbare ruimte: voor de gewone sterveling zijn ze onzichtbaar, terwijl ze wel veel invloed hebben op hoe hun wereld werkt en eruitziet. Lees meer

Verboden toegang 8

Verboden toegang

Afgelopen zomer kregen tien aanstormende schrijftalenten de kans om deel te nemen aan het eerste Schrijverskamp van literair podium Frontaal. Onder begeleiding van verschillende schrijfcoaches werkten ze aan teksten rondom het thema Groen. De resultaten daarvan vind je deze week op Hard//hoofd. In woord én beeld dicht Maaike Rijntjes over iemand die terugkeert naar het bungalowpark waar die opgroeide. Lees meer

Momentum

Momentum

Afgelopen zomer kregen tien aanstormende schrijftalenten de kans om deel te nemen aan het eerste Schrijverskamp van literair podium Frontaal. Onder begeleiding van verschillende schrijfcoaches werkten ze aan teksten rondom het thema Groen. De resultaten daarvan vind je deze week op Hard//hoofd. Sanne Lolkema dicht op drie levels over de prestatiemaatschappij: van micro-, naar macro- en mesoniveau. Lees meer

Lees Hard//hoofd op papier!

Hard//hoofd verschijnt vanaf nu twee keer per jaar op papier! Dankzij de hulp van onze lezers kunnen we nog vaker een podium bieden aan aanstormend talent. Schrijf je nu in voor slechts €2,50 per maand en ontvang in september je eerste papieren tijdschrift. Veel leesplezier!

Word trouwe lezer