Op mijn derde verjaardag kreeg ik van mijn grootouders een blikken trommel met houten stokken. Aan de trommel zat een koordje zodat ik hem om mijn nek kon hangen. Het was het idee van mijn grootvader om mij dit cadeau te geven. Terwijl ik bezig was de trommel uit het papier te scheuren, begon hij tegen me te praten over Die Blechtrommel en over Günter Grass. Ik begreep uiteraard maar de helft van wat hij tegen me zei, ik was net drie jaar oud.
Mijn moeder vertelde me in die tijd vaak dat haar vader teleurgesteld geweest was toen zijn eerste kind, mijn moeder, geen jongen bleek te zijn. Ze haalde er zaken als ‘troonopvolging’ en ‘kroonprins’ bij, ik begreep daar wederom niet alles van. Mijn educatie was nog niet voltooid.
Ik heb veel op de trommel geslagen. Ik heb mijn hele familie doof getrommeld. ‘Waarom moest het zo nodig een blikken trommel zijn?,’ klaagde mijn moeder soms - maar daar wist ze zelf ook wel het antwoord op.
Op andere momenten zei ze: ‘Als je een jongen was geweest, had ik je Oskar willen noemen.’
Als mijn vader in de buurt was, zei hij: ‘Ik wist zeker dat het een meisje zou worden en we gaan onze kinderen geen Oskar noemen.’
Op een dag kwam ik erachter dat er achter de rood-witte wikkel die om de zijkant van de trommel geplakt zat, een andere opdruk te zien was, namelijk een indrukwekkend tafereel met Indianen. ‘Wat is dit?’ vroeg ik aan mijn moeder. Ik had de wikkel in mijn hand.
‘Dat heeft je grootmoeder geknutseld’, antwoordde ze.
‘Geen enkele winkel had een rood met witte trommel, dus toen heeft ze in opdracht van mijn vader wat gemaakt.’
Op mijn elfde verkocht ik de blikken trommel op Koninginnedag. Mijn moeders protesten daartegen hielpen niet.
Ik kreeg er denk ik vijftig cent voor.
Op mijn eenentwintigste kocht ik het boek van Günter Grass, in Nederlandse vertaling. Ik zette het op een prominente plek in mijn boekenkast en nam mij voor het snel te lezen. De laatste acht jaar ben ik veel verhuisd. Steeds kreeg het boek weer een belangrijke plek in mijn huis. Steeds was ik van plan het snel te lezen. Nu Günter Grass overleden is, voel ik me schuldig over mijn gedrag.
De man die belangrijk was op mijn derde verjaardag heeft daar van mij niets voor terug gekregen. Ik was te beroerd zijn boek te lezen. Sterker nog: ik heb het cadeau dat hij mij eigenlijk gaf - de blikken trommel - gretig als ik was, verkocht.
Het zal de situatie niet veranderen, maar ik zal nu toch wel snel aan het boek moeten beginnen.
beeld: Floris Solleveld