Vivian Mac Gillavry schreef drie korte verhalen over de vragen waarmee we achterblijven vlak na de dood van een dierbare, van 'Wanneer besloot hij dat hij gecremeerd wilde worden?' tot 'Welke schoenen zijn gepast voor de uitvaart?'.
Drie paar
Ik word wakker en pak mijn telefoon. Ik heb een sms van mijn halfbroer.
Afgelopen nacht is papa overleden, lees ik.
Ik maak mijn vriend wakker. “Hij is vannacht doodgegaan.”
Nog voordat hij kan reageren, vertel ik dat ik geen geschikte schoenen heb voor de uitvaart, dus dat ik de stad in moet om die te kopen.
Op de fiets bel ik mijn moeder. “Hoeveel geld geef je uit aan begrafeniskleding? Stel ik koop een blouse voor de uitvaart, kan ik die dan ook naar werk dragen?” Of op een date, denk ik. Zou het oneerbiedig zijn als die blouse wordt uitgetrokken en op de grond zou belanden terwijl die blouse ook symbool staat voor de dag waarop mijn vader werd gecremeerd?
Die week koop ik drie paar schoenen.
Het eerste paar is zwarte Clarks. Heel Amsterdam lijkt die herfst op Clarks te lopen. De zwarte variant in mijn maat is uitverkocht. De verkoopster vraagt of ik misschien een andere kleur wil proberen.Ik antwoord dat ik echt op zoek ben naar zwart. Ze komt terug met Clarks in panterprint. "Daar zit ook een beetje zwart in," zegt ze.
“Ik denk dat het niet gepast is mijn vader te cremeren in schoenen met panterprint.” Mijn opmerking laat de verkoopster blozen. Ze stamelt iets over een ander filiaal. Uit schuldgevoel ga ik met anderhalve maat te kleine zwarte Clarks weg.
Ik bel mijn moeder. Ze raadt me aan om hakken te kopen. Ze kent Clarks uit haar studententijd en vindt dat het een soort gympen zijn. Het tweede paar koop ik bij de Bijenkorf. Het zijn de duurste schoenen die ik ooit heb gekocht. Enkellaarsjes van leer en suède met een naaldhak van 12 centimeter. Misschien zijn er mensen die goed kunnen lopen op hakken van 12 centimeter. Ik blijk niet een van hen te zijn.
Ik laat ze aan mijn moeder zien. “Lopen jullie niet aan het einde van de dienst met alle kinderen langs de kist, voor een laatste groet?”
Ook dit paar valt af.
Het derde paar zijn zwarte laarzen. Met hak. Niet te hoog. Gepast voor een begrafenis. Ik vind ze de dag voor de crematie. Die week geef ik bijna 700 euro uit aan schoenen die ik nooit meer aan zal doen. Ik heb tranen in mijn ogen als ik weer mijn pincode intoets.
Een gewone tuinslak
In de dagen na zijn overlijden denk ik terug aan mijn eerste ervaring met begrafenissen.
Ik ben een jaar of vijf en ik zit op het stoepje voor ons huis. Ik heb die ochtend een slak gevonden in de tuin. Ik zit te kijken naar hoe de slak soms uit zijn huisje komt. De slak trekt een slijmspoor over de stoeptegels en als ik mijn vinger tegen zijn lijfje wil leggen, trekt hij zich terug. Mijn vader zegt dat ik de slak niet moet aanraken. “Dat vindt de slak niet leuk. Je kunt beter kijken naar de slak. Hij komt dan vanzelf wel uit zijn huis.” Ik vind dat het te lang duurt voordat de slak weer uit zijn huisje komt. Ik laat hem op het stoepje zitten en ga binnen spelen.
Die middag gaan we langs mijn oma. Ze woont een paar straten verderop. Net te ver om te lopen. Ik vertel mijn oma over de slak en krijg van haar een boek mee over dieren in Nederland. Een aantal pagina’s gaat over slakken. Mijn vader en ik zoeken naar mijn slak en leren dat het waarschijnlijk een gewone tuinslak is.
We rijden naar huis en mijn vader parkeert op het stoepje naast ons huis.
Ik mag nog even buiten spelen voor het eten en ren meteen naar de plek waar ik de gewone tuinslak voor het laatst had gezien. Hij zit er niet meer.
Ik zie zijn spoor nog glinsteren op de stoep en volg het spoor een stukje de straat op. Daar ligt de slak tussen de verbrijzelde stukjes van zijn huis.
Die middag begraven mijn vader en ik de slak. Dat doen we vanaf die dag met alle overleden dieren die we tegenkomen in de tuin.
Ik ben een jaar of zeven wanneer ik een van de door ons begraven dieren opgraaf. Ik ben benieuwd hoe de eekhoorn eruitziet na een paar weken. "Kom eens kijken," roep ik naar mijn vader die in de tuin aan het werken is.
Zou mijn vader die dag hebben besloten dat hij gecremeerd wilde worden?
Against all Odds
Welk lied draai je op een begrafenis? Ik dacht dat het simpel zou zijn. Het lievelingsnummer van de overledene bijvoorbeeld.
Het blijkt ingewikkeld. In welke periode was het nummer een favoriet? Als ik nu zou overlijden, welke nummers zouden mijn familie en vrienden kiezen? Mijn moeder kiest waarschijnlijk een liedje dat ik in mijn laatste jaar thuiswonend op repeat had staan. Inmiddels kan ik het nummer niet meer aanhoren.
De keuze betekent misschien nog wel meer voor alle aanwezigen. Want elk begrafenisnummer is voor het leven getekend. Gekoppeld aan een dood persoon. Zo zijn Losing my Religion, You Can Close Your Eyes en Black Bird, respectievelijk de vader van een basisschoolklasgenoot, de vader van een ex en mijn oma.
Mijn vader luisterde niet vaak naar muziek. Hij werd er verdrietig van, zei hij. Wel keek hij graag naar MTV voor de videoclips, maar dat had meer te maken met de kledingkeuzes van Beyoncé en Lady Gaga dan met hun muziek.
Aangezien hij geen uitgesproken mening leek te hebben, ligt de keuze bij mij en mijn herinneringen aan hem. Het nummer dat mij het meeste aan hem doet denken is Against all Odds. Het gaat over uit elkaar gaan. Op zich toepasselijk voor een begrafenis, maar de eerste keer dat ik Against all Odds aan mijn vader koppelde, was op het vijfentwintigjarig huwelijksfeest van mijn ouders. Ik was tien en ik wilde iets voor ze doen om te vieren dat ze al zo lang bij elkaar waren. Mijn moeder had kort daarvoor gezegd dat ze het een mooi nummer vond en dat het haar deed denken aan mijn vader.
Ik draaide het nummer op de cd-speler die binnen stond. Het feest was in de tuin dus het volume had ik zo hoog mogelijk gedraaid en de ramen en deuren geopend. Omdat ik de uitvoering van Phil Collins niet op CD had werd het een cover van Westlife (dit benadrukt dat sommige artiesten in een bepaalde periode van je leven belangrijk kunnen zijn maar niet als herinnering aan jou moeten worden gedraaid op je begrafenis). Ik begreep de tekst toen nog niet.
Later dat jaar legde mijn moeder uit waar het nummer over ging en dat het uitkwam tijdens een break tussen mijn vader en moeder.
Nog iets later dat jaar gingen mijn ouders uit elkaar. Het duurde een paar jaar voordat ik stopte met denken dat dit kwam door mijn muziekkeuze tijdens het feest. Alsof ik ze op ideeën had gebracht.
Sinds de scheiding van mijn ouders doet Against all Odds mij denken aan mijn vader die wegging. Dertien jaar na het feest draaide ik opnieuw het nummer voor mijn vader, dit keer de versie van Phil Collins.
Achteraf hoorde ik dat mensen het een tranentrekker vonden. Ikzelf was vooral bang dat ik zou worden aangesproken op mijn muziekkeuze. Dat Phil Collins als een guilty pleasure werd gezien.
Wat mijn vader van het nummer vond weet ik niet. Ik heb hem er nooit over gehoord. Misschien was het voor hem een nummer dat mijn moeder weleens opzette.
Misschien had ik de versie van Mariah Carey moeten draaien. Hij kon haar videoclips altijd waarderen.
Vivian Mac Gillavry (zij/haar) is antropoloog, beeldend kunstenaar en dyslect. Ze verwondert zich graag over de mens en sociale constructen. Die verwondering uit zich in tekst, beeldend werk en beeld-taalcombinaties.
Sterre Kranenburg (zij/haar) creëert graag de perfecte omstandigheden om in gesprek te gaan over de dingen waar we normaal gesproken pas na vijf wijn over praten. Ze verhoudt zich op een open en eerlijke manier tegenover onderwerpen waar stigma’s of taboes op rusten. Binnen deze thematiek is zij steeds weer op zoek naar manieren om haarzelf bloot te geven en voorbij schaamte te bewegen. Ze schenkt de wijn, dus laten we het gesprek beginnen.