Foto: privécollectie Ava Mees List
Ik heb nog geen hamer in huis (denk ik), maar dingen repareren is mijn lievelings. Er valt namelijk ontzettend veel voldoening te behalen uit het zelf herstellen van kapotte objecten. Zo fikste ik ooit mijn kapotte gaskachel door deze volledig te demonteren en – met van de buurjongens geleende tangen - wat onderdelen te vervangen. Hiermee bespaarde ik een bak met geld, voorkwam ik dat ik doodvroor (kachels gaan namelijk alleen kapot als het buiten minstens tien graden vriest) maar gaf ik mezelf bovenal een zodanig euforisch gevoel dat ik mij meen te herinneren een gehele middag door de verwarmde woonkamer te hebben gedanst.
Veel meer dingen dan je denkt zijn zelf te repareren. In onze vluchtige maatschappij hebben we de neiging om meteen een professional in te schakelen, of simpelweg een nieuw exemplaar aan te schaffen. Paraplu kapot? Pleur ‘m weg. Schoenzool versleten? Nieuw paar Nikes. Tenzij je een skater bent natuurlijk, dan wikkel je gewoon een beetje duct tape – moeder der makkelijke montagemiddelen – om je kapotte gympies. Maar laten we wel wezen, we zijn tot veel meer in staat. Gewapend met naald en draad, hamer en spijker, veiligheidsspeld en paperclip, boor en schroef of eenvoudigweg met linker- en rechterhand kunnen we een wereld van verschil maken. 'Doe het zelf' is dan ook geen verwijt of een gare milieuactivistische slogan, maar een aansporing tot zelfverrijking.
Afgelopen herfst werd in Platform 21 een tentoonstelling georganiseerd rondom het thema Reparatie. In een manifest vroegen zij de lezer stil te staan bij het feit dat repareren goed is voor het uitdagen van de creatieve geest, dat het objecten uniek maakt, en de mode overstijgt. Diverse kunstenaars werden gevraagd mee te doen aan een project waarbij ze bepaalde producten zouden repareren waar normaliter niet meer naar om werd gekeken zodra deze het enigszins begaven. Hiermee stelden ze aan de kaak dat het nog niet zo lang geleden een veel groter onderdeel was van onze gemeenschap en cultuur om een object nieuw leven in te blazen. Het resulteerde in een keur aan bijzondere initiatieven. Zo naaide een kunstenares gescheurde plastic tasjes op intrinsieke wijze aan elkaar, installeerde iemand een iPhone in een antieke en uitgeschakelde grammofoonplaatspeler, verving een ander een missend onderdeel van een trappenhuis met een paraplu, en zette weer iemand anders stukjes stof aan de kapotte bladeren van haar stervende plant. Het waren niet allemaal de meest praktische oplossingen, maar ik vond het een prachtig initiatief. Ik bleek niet de enige, deze expositie was razend populair en het Repair Manifest werd meer dan een miljoen keer gedownload.
Deze ochtend spendeerde ik een uur op diverse Applefora. Mijn computer had namelijk uit het niets besloten om geen enkel geluid meer te maken. De nerds schreven me van alles voor: herstarten, het indrukken van allerlei toetsen tegelijk en het verwijderen van bestanden waarvan ik niet eens wist waar ik ze zou moeten vinden. Ik probeerde, tevergeefs, de hele mikmak uit. Ik werd lichtelijk paniekerig, zoals meestal in het geval van gebroken gebruiksvoorwerpen die meer dan een rug hebben gekost, maar ik geef niet zomaar op. Bovendien peins ik er niet over me naar een Macdealer te togen om daar, na drie uur te hebben gewacht, te horen krijg dat a) er niets aan te doen is, of b) ik mijn laptop en 300 euro kwijt ben. En ja hoor, na een poos kwam ik tot de kern van het probleem: het gaatje van de koptelefoon. Hoe het is gebeurd is onduidelijk (ik laat namelijk bijvoorbeeld nooit mijn laptop vallen en ik gooi er ook nooit glazen water of borden stamppot overheen) maar ik besloot me er vol in te storten. En jawel, een afgeknipt wattenstaafje en wat gepriegel later klonk Miles Davis’ trompetgeschal weer rustig uit de speakers. Triomfantelijk en opgelucht kon ik verdergaan met me concentreren op belangrijker zaken. Bovendien bleek een afgeknipt wattenstaafje tevens uitstekend bruikbaar als tandenstoker. Don’t imitate, innovate!