Voor een maatschappij geobsedeerd door het geschreven woord is dyslexie een handicap. Zelfs in je liefdesleven spelen spelfouten een belangrijke rol. Maar de focus op tekst zou niet bepalend moeten zijn, stelt Vivian Mac Gillavry. Dyslexie is geen tekortkoming, maar letterlijk een andere manier van kijken.
Het is vrijdagmiddag en ik zit achter mijn laptop. Er klinkt een geluidje van een inkomend e-mailbericht. Het is de nieuwsbrief van de Quest. Hoewel ik doorgaans hun weetjes wel vermakelijk vind, maakt de titel van de nieuwsbrief mij dit keer direct chagrijnig: ‘Spelfout in je cv: zeg maar dag tegen de baan’.
Steeds vaker hoor ik mensen klagen over het feit dat jongeren tegenwoordig niet goed kunnen spellen. Dat het een serieuze aangelegenheid blijkt te zijn voor velen, viel mij al op nadat bekend werd dat de grootste afknapper in online daten het maken van spelfouten is. Als dyslect voelde ik me natuurlijk aangesproken en schreef daar een stuk over voor Brainwash. Ik pleitte toentertijd voor iets meer coulance voor mensen die spelfouten maken.
Onlangs nodigde de NRC haar lezers uit om mee te doen met een enquête over de vraag ‘Moeten de dt-regels afgeschaft worden?’ Een kleine greep uit de reacties van lezers onder deze Instagram-post laat mij zien dat coulance voor spelfouten helaas nog steeds ver te zoeken is:
‘Leer gewoon de regeltjes, luilakken.’
‘Gewoon je best doen op school kiddos. Het is niet zo moeilijk.’
‘Dus om de domme mensen (dyslexie daargelaten, maar mensen grijpen ook steeds meer naar dat excuus) tegemoet te komen, moeten we maar regels afschaffen? Gaat toch heen! En als je het echt niet weet: je hebt een wereld aan informatie in je handen. Zoek het op, gooi er een spellingscheck overheen, doe IETS! Als je niet fatsoenlijk Nederlands kan praten/typen, is echt een afknapper [sic].’
Ik mag mijzelf blijkbaar gelukkig prijzen met het ‘excuus’ dyslectisch te zijn. Maar dan nog steeds is het soms best moeilijk meekomen in een wereld die zo hard oordeelt op taal. Dat oordelen begint al bij het voorlezen in de klas. Zo werden we bij mij op de basisschool uit de klas gehaald om woordrijtjes voor te lezen binnen een bepaalde tijd. Dit wilde je zo foutloos mogelijk doen en ondertussen zo ver mogelijk komen. Niet alleen werd je daarop beoordeeld door de docenten, ook de leerlingen onderling vroegen elkaar tot welk woord je was gekomen en maakte daar een wedstrijd van.
Het was daarom een verademing toen ik na een aantal testen te horen kreeg dat ik dyslexie had. Ik had eindelijk een verklaring voor wat voorheen werd gezien als lui of dom.
Begrijp me niet verkeerd, ik ben niet tegen spellingsregels. Natuurlijk is taal een belangrijk vak op school. Ik vind ook niet dat we dt-regels per se moeten afschaffen. Wat mij dwarszit is de mate waarin mensen die taalfouten maken gezien worden als minder intelligent.
Intelligentie valt alleen niet te meten aan foutloos spellen. Zijn er inmiddels niet tal van redenen naast dyslexie aan te wijzen waarom intelligente mensen niet goed kunnen spellen? Bijvoorbeeld onvoldoende kwaliteit van het onderwijs, ouders met een migratieachtergrond die niet kunnen helpen bij huiswerk, onvoldoende financiële middelen voor bijles, een lastige thuissituatie die afleid van school, of misschien gewoon omdat sommige mensen meer talent hebben voor andere vakken dan taal.
Als deze mensen in een sollicitatiebrief een spelfout maken, is het dan werkelijk zo moeilijk daar overheen te kijken? Het is bekend dat het aangetaste gevoel van eigenwaarde ervoor kan zorgen dat kinderen met dyslexie meer kans hebben op het ontwikkelen van faalangst, schroom hebben om een vervolgopleiding te beginnen of moeite hebben met aansluiting vinden door verminderde sociale acceptatie.
Ik kan me dan ook voorstellen dat veel mensen afschrikken bij het lezen van de vacature-teksten waarin vrijwel standaard wordt vermeld dat het een vereiste is om de Nederlandse taal in woord en schrift perfect te beheersen. Dat deed het bij mij in ieder geval wel. Wanneer ik dan toch een sollicitatiebrief verstuurde, liet ik deze dus zorgvuldig controleren op spelfouten door familieleden die wél foutloos kunnen spellen. Een vorm van bedrog waarbij ik mij altijd dusdanig opgelaten voelde dat ik, wanneer ik werd uitgenodigd voor een sollicitatiegesprek, steevast aan het einde van het gesprek half beschaamd melde dat ik wel dyslectisch ben.
Het schamen voor mijn dyslexie achtervolgt mij inmiddels al een tijdje. Vroeger vooral bij voorleesbeurten in de klas, als ik in tijdnood kwam met opdrachten of wanneer ik mijn schrift terugkreeg vol met rode kruizen en verbeteringen. Tegenwoordig voel ik het bij het notuleren van vergaderingen of het schrijven van een mail of een stuk. En om eerlijk te zijn: ik ben er wel klaar mee. Dat ik mij moet verexcuseren voor mijn spelling of mijn teksten moet laten controleren zodat ze correct genoeg zijn voor de door grammatica geobsedeerde wereld waarin we leven.
Gelukkig ben ikzelf inmiddels op een leeftijd waarbij ik steeds meer een plek heb gecreëerd waarbij er rekening wordt gehouden met mijn dyslexie. Zo maak ik bijvoorbeeld gebruik van de redacteuren van Hard//hoofd die zonder klagen al mijn dt-fouten verbeteren. Maar zelfs dan voel ik me eventjes opgelaten om een tekst aan te leveren waarvan ik vermoed dat ik vast weer een ‘domme’ fout heb gemaakt.
Dat ik niet de enige dyslect ben die zich onzeker voelt, blijkt uit de e-mailhandtekeningen van een aantal dyslectici in mijn omgeving. Zij geven daarin aan dat zij dyslectisch zijn en hun e-mails wellicht spelfouten kunnen bevatten. We zijn dus gewend geraakt aan het uitleggen en vermelden van dyslexie als een handicap terwijl we eigenlijk zouden moeten focussen op de positieve kanten die dyslexie met zich mee kan brengen. Onderzoek wijst aan dat dyslexie vaak samenhangt met [betere perifere visie, wat bijdraagt aan creativiteit, probleemoplossend vermogen, goed overzicht hebben en sterkte ruimtelijke vaardigheden]. Dyslexie komt relatief vaak voor onder kunstenaars, uitvinders en ondernemers.
Het hebben van dyslexie is dus eigenlijk het hebben van een andere manier van denken. Daarbij horen soms wat spelfouten maar ook veel positieve eigenschappen.
Ik hoop dat we collectief iets minder krampachtig kunnen doen over slechte spelling. Let eens op wat iemand wél kan, lees eens over de spelfouten heen. Als dat nou echt met heel veel moeite gaat, ga dan eens bij jezelf na waarom een spelfout een grotere afknapper is dan bijvoorbeeld een onvriendelijk, rigide of verbitterd persoon zijn.
N.B. De eindredacteur van deze tekst heeft op mijn verzoek mijn spelfouten niet verbetert. Dank aan alle lezers die niet halverwege zijn afgeknapt op hier en daar een verkeerde letter.
Beeld: Xavi via Flickr.