Asset 14

Lance Armstrong zei "Nice bike"

Lance Armstrong trok het boetekleed aan en bekende zijn dopinggebruik bij Oprah Winfrey. Thomas denkt terug aan zijn ontmoeting met de Amerikaan.

In 2010 reed ik samen met Armstrong de Tour. Hij voor het laatst, op de fiets. Ik voor het eerst, in een camper. Van alle soorten renners die er in de Tour zijn, is Armstrong interviewen de grootste triomf voor de verslaggever. Je hebt de onbelangrijke renners die evengoed over de stoffige wegen rijden, hun lijf kapot vallen op de straatstenen en ook in potjes moeten plassen na de streep, maar geen hond die hen iets vraagt. Dan zijn er de legenden, vroeger gespierd en gebronsd, nu verschrompeld tot oude mannetjes met ingevallen wangen of opgeblazen tot kale dikkerds. Ooit verzamelden zij drommen fotografen rond zich, nu zijn ze benaderbaar en praatgraag. Dan zijn er de belangrijke renners. Ze zijn afgetraind, geconcentreerd, hebben het druk met ceremonies op het Tourpodium en massages in de ploegbus, hun ogen zijn verschanst achter taaie brillen. Met geluk snauwen ze een paar zinnen in je microfoon. Soms moeten ze dat van de sponsor.

En dan was Lance Armstrong er als de grootste kampioen aller tijden in zijn allerlaatste rondje door de Franse hexagoon.

De bedoeling was dat ik, waar dan ook, zo dicht mogelijk bij Armstrong zou komen staan, hem de microfoon onder de neus zou duwen en hem iets zou vragen over goede benen, gevoelens, voornemens tot een aanval, de beleving van een beklimming, een mening over iemands onfortuinlijke valpartij, het weer van de vorige etappe of de kleur van zijn fiets. We waren met z’n vieren en hadden drie weken de tijd. We stonden vroeg op, begaven ons naar de campingdouches, klapten onze tent op, typten in de Tomtom de naam van de startplaats in en vertrokken naar het stadje dat in chaos zou verkeren.

Want waar je ook bent in de Tour, de startplaats verkeert steeds in diezelfde chaos. Er is de startstreep met hordes publiek erom, het podium waarop de renners hun handtekening moeten zetten voor ze vertrekken, het Village Départ met rondemissen, officials, legenden en de ploegbussen die een eindje van de streep geparkeerd staan.

De bus van Armstrongs ploeg Radioshack werd dagelijks omgeven door hordes cameramannen, fotografen, verzorgers die iedereen op afstand wilden houden, mensen van de pr die bleven zeggen: “Lance komt over vijf minuten”, en uitzinnige fans. Soms wist niemand zeker of Armstrong ook echt in de bus zat, misschien stond hij allang aan de start. Misschien had hij opgegeven of was hij ziek. Maar na ons dagelijkse kopje koffie met bevriende rondemissen van Brandt (van de prijs voor de strijdlust) weerhield niets ons ervan ons in de massa van lichamen te drukken, in de hoop een aantal woorden met The boss te kunnen wisselen.

Tour de France, 1934. Beeld: Nationaal Archief

Ergens in week één, in Tournus, toen Armstrong zich een weg baande door de vleeshaag die wij rond hem vormden, reed hij over mijn teen. Ik kon hem in de gauwigheid niks vragen omdat we in ons snoer dat de microfoon met de camera verbond een boze Spaanse fotograaf hadden gevangen. Een andere ochtend speelden wij het klaar Armstrong met zijn baby te filmen, maar pas vanuit een mooie hoek toen het kind aan het huilen was geslagen.

“Hebben jullie Armstrong al?” vroegen de missen van Brandt. We begrepen: als wij voor Parijs enige indruk op hen wilden maken, als zij in ons fatsoenlijke verslaggevers moesten zien, dan hadden we Armstrong daarvoor nodig.

Maar er leek een grote afstand tussen Armstrong en mij te bestaan en zodoende bleven de missen niet in te nemen vestingen. Armstrong leek op z’n verst toen wij nabij Morzine in de Alpen te laat uit het perscentrum vertrokken en voor het dichte hek van de gemeentecamping stonden. Alle hotels waren volgeboekt. We moesten zodoende onze camper op een betonnen weide naast een departementsweg parkeren, tussen kamperende Tsjechen die erop stonden dat wij een biertje zouden komen drinken en nogmaals de gooitent zouden demonstreren. Deze Tsjechen geloofden niet dat wij verslaggevers waren in de Tour. Op die betonnen weide geloofden we er zelf ook niet meer in toen ze vroegen: “Hebben jullie dan met Armstrong gesproken?”

Op de rustdag, om mijn zinnen te verzetten, waagde ik mij aan de beklimming van de Col de la Joux Plane. Mijn fiets, een Peugeot Aubisque, geschat bouwjaar 1975, piepte en kraakte toen ik mij slingerend naar de top hees. Op dat rijwiel zitten geen klikpedalen, mijn stadschoenen snoer ik vast met gespen. Schakelen gaat niet modern met een simpel tikje onder de rem, daarvoor moet ik een hendel overhalen op het frame. Een helm of zeemlerenlap in een strakke broek draag ik niet. Ik wil er altijd nog enigszins normaal uitzien als ik uitpuf op een terrasje, met als resultaat dat fietsers mij zien als een zondagsrijder. Toch steeg ik, met een belachelijk zwaar verzet bedoeld voor Hollandse vlakten, boven de boomgrens uit.

Vlak onder de top gebeurde het. Op de linkerweghelft kwamen drie renners afdalen. Twee ploegmaats van Armstrong en daarachter Lance zelf. Ze waren bezig aan een trainingstochtje op de Joux Plane. Ik moet hem daar aan het eind van mijn beklimming met ongelooflijk uitpuilende ogen hebben aangekeken. “Nice bike,” zei hij mij en hij flitste terug het dal in.

Aan de dames van Brandt legden we het bij het ontbijt uit: Armstrong rijdt altijd net iets voor je uit, hij is je net te snel af. En we legden verder uit dat als die Armstrong zo’n afstandelijk mannetje was, hij vast iets te verbergen had. Maar dat vond iedereen in de Tour. We wisten: naast een goed fietser was hij een uitstekend pisser.

Nu, twee jaar later, zit Armstrong in het nauw. Nu hij heeft bekend op schoot bij Oprah Winfrey (dat interview wordt morgen uitgezonden) moet hij misschien de gevangenis in. Voor meineed tegenover de Amerikaanse rechtbank en het kopen van verboden middelen met het overheidsgeld van het Team US Postal. Zijn prachtige, onovertroffen, zelfgenoegzame praattrant: “Ben ik ooit getest? Ja, ik ben duizend keer getest. Ben ik ooit betrapt? Nee, ik ben nooit betrapt,” komt hem nu duur te staan: sponsoren staan in de rij met miljoenenclaims. In ieder geval levert Armstrong als slechterik – omringd door advocaten en juristen – een stuk spannender spektakel op dan als de saaie renner die hij was. De verliezende renner, de renner in de problemen, spreekt veel meer aan dan de winnaar. Al was het maar om de schitterende paradox die Armstrong in 2012 op zijn naam schreef: niemand heeft hem ooit verslagen en toch heeft hij niks gewonnen.

Mail

Thomas Rietstra

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
test
het laatste
Eenzaamheid trekt me niet, maar ik heb er behoefte aan

Eenzaamheid trekt me niet, maar ik heb er behoefte aan

Eva van den Boogaard schreef een brief aan Roland Barthes, die in zijn dagboeken over eenzaamheid en vrijheid schreef wat zij zelf niet kon verwoorden. “Je hebt me lang gerustgesteld, maar waar ik de herkenning eerst geruststellend vond, vind ik haar de laatste tijd steeds verontrustender.” Lees meer

De sofaconstante

De sofaconstante

Uschi Cop schreef een claustrofobische verhalenbundel over zes levens die getekend zijn door een verlangen naar zingeving. De sofaconstante is een voorpublicatie van een van die verhalen uit haar bundel 'Zwaktebod'. Lees meer

Column: Dat heet ‘een gesprek voeren met elkaar’

Dat heet ‘een gesprek voeren met elkaar’

Als een vriendin van Eva op date gaat met een man waarmee Eva zelf al eerder afsprak, is ze erg benieuwd naar haar bevindingen. Lees meer

:The chosen family: Beelden van queer vruchtbaarheid

The chosen family: Beelden van queer vruchtbaarheid

Marit Pilage onderzoekt beelden van queer vruchtbaarheid in de kunst om zo de definitie van vruchtbaarheid, zwangerschap en ouderschap te herdefiniëren. Lees meer

Een woud vol dichtgetimmerde hokjes

Een woud vol dichtgetimmerde hokjes

Zazie Duinker baant zich een weg door het oerwoud van de (hergedefinieerde) woorden. Lees meer

In de afwezigheid van 1

In de afwezigheid van

Marit Pilage onderzoekt de rol en betekenis van kunst bij zwangerschap en vruchtbaarheid, maar vooral ook bij het uitblijven daarvan. Lees meer

Kijkend naar kunst van mannen: ‘Ben ik toch een mannenhater?’ 6

Kijkend naar kunst van mannen: ‘Ben ik dan toch een mannenhater?’

Puck Lingbeek's vader stelt dat haar boosheid richting mannen haar interpretaties van kunst beïnvloedt. Puck is het daar niet mee eens, maar het zet het haar wel aan het denken. Lees meer

Column: Het glas wijn waar ik zin in heb bestaat niet

Het glas wijn waar ik zin in heb bestaat niet

Twee jaar geleden vroeg Eva nog aan een collega waarom ze niet dronk. Inmiddels laat ook zij de alcohol links liggen en is ze zelf degene die wordt bevraagd. Lees meer

(Ont)hechting

(Ont)hechting

Als Aisha op proef intrekt bij haar geliefde en haar eigen gekoesterde plek achterlaat, is het net het alsof ze een onvaste vorm aanneemt. Lees meer

Voesten

Voesten

"Misschien is dat man zijn hier: hetzelfde bewegen als de anderen." Voesten van Werner de Valk is een kort verhaal over een eiland met een duistere traditie en over het moeten bewijzen van mannelijkheid. Lees meer

Muze

Muze

Loren Snel schreef een roman over hoe samen te zijn met een ander en intussen trouw te blijven aan jezelf. Haar debuut verschijnt 25 oktober bij uitgeverij Prometheus. Hier lees je een voorpublicatie. Lees meer

Liever een monster

Liever een monster

Het is moeilijk te accepteren dat mensen kunnen doden, maar waarom maken we van moordenaars karikaturen? Een voorpublicatie uit Lotje Steins Bisschop en Roselien Herderschee Dodelijke gekte. Lees meer

Jari

Jari

Dave Boomkens schreef een verhaal over troosteloosheid, onmacht en opgroeien. Over hoe je in een treurig flatgebouw, tussen de nieuwsprogrammering en sportwedstrijden door, een vriend kunt vinden en verliezen. Lees meer

Hoe in Duitsland het Zionistische establishment wint

Hoe in Duitsland elke vorm van empathie met inwoners van Palestina wordt verboden

De situatie in Duitsland is de laatste dagen geëscaleerd. Het politieapparaat en de politiek gebruiken harde repressiemiddelen om vooral Duitse mensen van kleur of met een migratieachtergrond de kop in te drukken. Zij verliezen op dit moment hun vrijheid van meningsuiting. Lees meer

Hypnose

Op een dag breng ik alle wereldleiders onder hypnose

Een betere wereld begint bij een andere gedachte en daarom besluit Marthe van Bronkhorst hypnotiseur te worden. Lees meer

Column 1

Je opnemen in mijn testament

Een lugubere ontdekking tijdens een boswandeling doet Eva nadenken over wat we achterlaten voor onze nabestaanden als we overlijden. Lees meer

Geef de dag een naam

Geef de dag een naam

Op een hete zomerdag wordt Felipe zwetend wakker. Deze dag, die heet en broeierig is, brengt hem uit evenwicht, tot hij uiteindelijk doet wat hij gezworen had nooit te doen: hij begint te drinken. Een fragment uit de afstudeernovelle van Tiemen Hageman over het verleden proberen los te laten, het leven ruimte geven en adolescent worden. Lees meer

Aaah, het launchfeest!

Aaah, het launchfeest!

Na de lancering van ons derde papieren tijdschrift willen we onze lezers, schrijvers en makers graag uitnodigen om dit grote succes samen met Hard//hoofd te vieren op 26 oktober in Amsterdam. Lees meer

Tussen de randen van een aquarium

Tussen de randen van een aquarium

Wie ben je als je alles kunt zijn? In het fragmentarische afstudeerwerk van Ettie Edens veranderen mensen onder andere in een hoopje, een steen, een natuurkundedocent, water, iemand die limonade drinkt en een lantaarnpaal. Lees meer

Automatische concepten 71

We hebben een probleem met de derde helft

Een voetbalwedstrijd stopt officieel misschien op het veld, maar Marthe van Bronkhorst merkt in de trein dat het slinkse spel doorgaat. Lees meer

Lees Hard//hoofd op papier! 

Hard//hoofd verschijnt vanaf nu twee keer per jaar op papier! Dankzij de hulp van onze lezers kunnen we nog vaker een podium bieden aan aanstormend talent. Schrijf je nu in voor slechts €2,50 per maand en ontvang in maart je eerste papieren tijdschrift. Veel leesplezier!

Word trouwe lezer