Vertwijfeld kijk ik naar het lijstje met ‘Mogelijke onderwerpen column’:
-Vegetariër geworden
-Waarom corpsballen nou precies zo kut zijn
-iPhone gestolen
-Laten we België veroveren
-Waarom theatermensen (acteurs, regisseurs) nou precies zo kut zijn
Allemaal leuke thema’s. Maar verdomme, ik moet nu natuurlijk over het onderwerp schrijven, als zichzelf respecterend columnist.
Balkenende weigerde gisteravond een schuldige aan te wijzen. Maxime Verhagen had daar minder moeite mee en sprak over de ‘onwil om alle opties te onderzoeken’. Staatssecretaris Jack de Vries (ook CDA, Defensie) zei zelfs: “Met deze actie heeft de heer Bos doelbewust aangestuurd op een breuk.” Des te lager je op de CDA-hiërarchie kijkt, des te meer er met een moralistisch vingertje naar Bos wordt gepriemd. Een slimme strategie.
Maar hebben ze gelijk? Had Bos, na drie jaar, dan toch spijt dat hij met zijn linkse bolwerk de samenwerking met twee christelijke partijen aanging? Wilde hij na de controverse rond het rapport-Davids elke betrokkenheid bij enige oorlog voorkomen? Met het aantal foto’s van soldatenbegrafenissen in de Telegraaf groeit het anti-oorlogssentiment (niet te verwarren met pacifisme). Met de gemeenteraadsverkiezingen voor de deur lijkt de PvdA daar op in te spelen. Een slimme strategie.
Nederland is een laf en lullig land geworden en onze weinig inspirerende politici zijn hier een afspiegeling van. Het was een grappig toeval, afgelopen donderdag: op het moment dat Balkenende zijn voortbestaan als premier rekte door te weigeren enige concrete antwoorden te geven tijdens het spoeddebat, schudde aan de andere kant van de oceaan de Amerikaanse president Obama de hand van de Dalai Lama. Dit laatste tot grote woede van China, de toekomstige grootmacht. Deze woede was precies de reden waarom Balkenende afgelopen juni weigerde om de Tibetaanse leider te ontmoeten. Beter kan het contrast tussen inspirerende leiderschap en een manoeuvrerende politicus niet geïllustreerd worden.
De afgelopen drie jaar veranderde Nederland van een van de meest progressieve landen ter wereld in een voorvechter van ‘fatsoenlijke’ maatregelen. Regeringspartij Christenunie kende interne onenigheid over het toelaten van homo’s en protesteerde tegen het vertonen van de klassieke pornofilm Deep Throat op BNN. Onlangs nog deed diezelfde partij voorzichtige pogingen om te tornen aan het abortusrecht. Het kabinet scherpte ondertussen het coffeeshopbeleid aan. Het rookverbod werd rigoureus ingevoerd, downloadsite The Pirate Bay werd door een Nederlandse rechter verboden en het kraakverbod werd ingevoerd. Koningin Beatrix, ons staatshoofd tegenover wie onze leider straks zijn falen zal erkennen, verloochende in haar nieuwjaarstoespraak de online communicatie. Je zou voor elk van deze issues de straat op kunnen gaan. Maar heel Nederland, mijzelf incluis, haalde de schouders op.
De toekomst ziet er niet veel rooskleuriger uit, nu de verkeerde persoon van het algemene gevoel van onvrede lijkt te profiteren. Waar is de jonge, inspirerende, progressieve man of vrouw die de Nederlandse politiek met gepast gevoel voor populisme en veel inhoud van een beetje glamour kan voorzien? Het spoeddebat had, net als elk kameroverleg, veel weg van een familieverjaardag. Er was spanning, hier en daar zelfs wat verontwaardiging, maar het was vooral een sfeertje van ons-kent-ons. Balkenende is de opa, Bos de oma, Halsema de vrijgevochten tante en Wilders het vervelende neefje. Er was niemand die met enige flair het debat boven dit sfeertje kon uittillen.
Veel van mijn generatiegenoten missen een verbondenheid met de politiek. Dat is jammer, want de kwesties waar de mentaliteit van het land bepaalt wordt, gaan juist jonge mensen aan. Maar ik snap het wel. Ik had ook veel liever over corpsballen willen schrijven, dan over het spel van de Nederlandse politieke poppetjes. Over de onbeschaamde brallerigheid van de eerste groep voel ik namelijk oprechte verontwaardiging, over het laffe strategische denken van de tweede haal ik slechts nog mijn schouders op.
Mees is volgende week weer terug