In deze steeds complexere non-stopwereld, waarin elke keuze een woud aan ondoorzichtige consequenties heeft, waarin moeiteloos ‘het goede’ doen niet meer lijkt te bestaan, richten mensen zich steeds meer op hun eigen vierkante centimeters. Ambitie wordt zo gereduceerd tot een opgeruimde kamer. Is dit waar we willen eindigen?
‘Met schaamrood op de kaken houd ik me bezig met het zoeken naar bahama-kleurig tegelvoegsel voor de badkamer, die een hele studie van een Colombiaanse student zou kunnen bekostigen..’ Zo reageerde mijn moeder op een blogpost die ik ooit schreef vanuit Colombia, waar ik – vond ik zelf – met Heel Belangrijke Zaken bezig was. Ondertussen waren mijn ouders druk met de verbouwing van de badkamer en de triviale zaken die daarmee samengingen. We konden erom lachen, hun portie wereldverbeteren, kraken, kunst creëren, studeren en reizen hadden ze immers gehad toen zíj jong waren.
Hoe anders is dat nu: niet alleen pensionado’s, maar ook mijn generatie en die daaronder zijn opvallend veel op de vierkante centimeters van hun huis bezig. Zo rond de start van het nieuwe jaar, maar ook nu, met de lente in het vooruitzicht vliegen de goede voornemens me om de oren. Opvallend vaak gaan die over ofwel het verhogen van de eigen productiviteit, ofwel over het tegengaan van stress en ‘mindfuller’ in het leven staan. Deze doelen lijken tegenstrijdig, maar gaan juist vaak samen. En opvallend genoeg gaan ze ook dikwijls hand in hand met ideeën over een opgeruimd huis.
Wat hen verbindt is waarschijnlijk een onzekerheid over het complexe leven en een gebrek een grip op een instabiele wereld.
Een opgeruimd huis zou gelukkig maken, zorgen voor een opgeruimde geest, een productiever leven, een gezonde relatie, discipline én minder stress. Wie het befaamde boek van de Japanse opruimgoeroe Marie Kondo niet al had, heeft het in december wel gekregen, bij een cadeauspel bijvoorbeeld, van een gefrustreerde anti-minimalist of juist een doorgeschoten Kondo-aanhanger die ervan af wilde. En voor wie het boek bespaard is gebleven, nu helpt Kondo ook in haar eigen Netflix-serie Tidying up with Marie Kondo mensen hun huis op te ruimen. De fanschare groeit nog altijd van deze Japanse, die bepleit dat je een gegeven paard wel degelijk in de bek mag kijken, het zelfs bij het grofvuil mag zetten als het niet aan jouw hoge eisen voldoet. Duizenden (voornamelijk) vrouwen wereldwijd staan met kledingstukken, boeken of keukenspullen in de hand om zichzelf de vraag der vragen te stellen: Does it spark joy?
Aan de andere kant van het spectrum ruimen jonge jongens plotseling vol vuur hun kamer op, omdat hún goeroe Jordan Peterson zegt dat dat de eerste stap is naar een volwassen leven, waarin familiewaarden de hoeksteen zijn en waarin iemand met een rommelige kamer nooit voor zichzelf kan zorgen. Het publiek dat de Canadese psycholoog en zijn ‘twaalf regels voor het leven’ omarmt is overwegend man, jong en rechtsconservatief terwijl de Kondo-adepten veelal vrouw zijn, tien jaar ouder en (geregeld) in de links-progressieve hoek te vinden zijn. Wat hen toch verbindt is waarschijnlijk een onzekerheid over het complexe leven en een gebrek een grip op een instabiele wereld.
Cultuurfilosoof Thijs Lijster bespreekt in zijn bundel De Grote Vlucht Inwaarts dit thema. Hij ziet in onze maatschappij namelijk geen gerichtheid meer op het algemene, maar vooral nog op het privébelang. Dat komt: de wereld lijkt complexer en onoverzichtelijker, waardoor de huidige mens zich in hoge mate richt op de eigen genoegens, het eigen geluk. Dit speelt natuurlijk mee: ‘de reis naar buiten’ wordt steeds moeilijker, vrijwilligerswerk in Afrika, Azië of Latijns-Amerika blijkt averechts te werken, reizen zélf kan niet meer zonder schuldgevoel - vliegen maakt de aarde kapot en toerisme beschadigt meer dan het goeddoet. De Grote verhalen zijn doorgeprikt, de politieke partijen doen niet wat ze beloven, zijn niet woke genoeg. Een duurzame levensstijl verdedigen en toch af en toe een vliegreis maken, vegetarisch eten maar het draadjesvlees van je oma niet weigeren, dansen op Michael Jackson of R. Kelly, Woody Allenfilms kijken, zelfs bikramyoga doen – het kan allemaal niet meer zonder gewetenswroeging. Uitvogelen wat wél werkt, wat je kan of moet doen dat goed is voor de wereld, is voor veel mensen moeilijk.
Kortom, controle over de wereld hebben we niet meer, en dus keren we de blik naar binnen om ons vast te klampen aan dat wat we nog wél in de hand hebben, aldus Lijster. En wat hebben we dan wel in de hand? If nothing else, dan toch een opgeruimd huis, volgens Kondo en Peterson.
Als je een opgeruimd huis nastreeft, laat het dan een middel zijn, om ruimte in je hoofd te creëren voor kunst, voor creatie, voor wereld-verbeteren.
Maar hierbij wordt voorbij gegaan aan het ontbreken van een hoger doel, aan de leegte die moet worden opgevuld en aan de vragen waarop ineens in de eigen vierkante meters van ons huis antwoorden gezocht moeten worden. Want o wee als er eens naar buiten wordt gekeken: naar mensen wier allerlaatste probleem het is of ze hun sokken in een bolletje rollen, in drieën vouwen of los in een mand flikkeren; mensen die misschien niet eens een kamer hébben om op te ruimen. Mensen die met hooguit een koffertje vol bezittingen naar elders gevlucht zijn en de luxe niet hebben om zich af te vragen of hun bezittingen wel 'joy sparken'. Mensen die in hun leven nooit een cadeautje krijgen en wanneer dat wél gebeurt, niet stilstaan bij hun minimalistische maximum aantal bezittingen.
Natuurlijk is leven in een zelf veroorzaakte zwijnenstal niet bevorderlijk voor de mentale rust en natuurlijk kan het geen kwaad dat dolende tienerjongens eens aan hun lichaam of hun kamer werken. Zeker is het goed om minder spullen te kopen en meer oog te hebben voor wat je wel bezit. Maar het obsessief bezig zijn met het eigen huis en de eigen ruimte legt een leegte bloot die zich waarschijnlijk liever met iets anders laat vullen. En als je dan een opgeruimd huis nastreeft, laat het dan een middel zijn, om ruimte in je hoofd te creëren voor kunst, voor creatie, voor wereld-verbeteren. Want zodra de opgeruimde kamer een doel op zich wordt van een maatschappij die zich onttrekt aan wereldproblemen, dan hebben we ergens de verkeerde afslag genomen.