Asset 14

de blik van een ander II

Astrid dwaalt door Parijs en vraagt zich af waar de kleur in de straat is. Tot ze in de wijk La Goutte D'Or belandt. Een portret van de grootste Afrikaanse stad buiten Afrika in twee delen. Vandaag deel 2 van haar dwaaltocht: "Er is hier niets te doen. Alles is saai of kost geld."

Op café in het vijfde arrondissement klitten rijke, knappe Parijzenaars met witte hemden en hoge hakken samen. Schouder aan schouder drinken ze rode wijn en trekken ze aan sigaretten. Ze praten snel en geconcentreerd, hun fijne wenkbrauwen zijn gefronst.

"Parijs negeert haar multiculturele problemen. Ze duwt armoede en diversiteit buiten de stad. Parijs is strak opgedeeld in twee: binnen en buiten de ring. Enkel wat binnen gebeurt, telt. Er zijn amper gekleurde politici. Ook de meeste kunstenaars kijken neer op alles wat buiten de ring gebeurt, het is niet interessant. Er zijn plannen om de Afrikaanse markt rond Château Rouge buiten de ring te verplaatsen. In 2005 liet het Frans parlement de officiële geschiedenisboeken van de scholen veranderen: de positieve effecten van de Franse kolonisatie in Afrika moesten meer onderstreept worden. Ondertussen worden buiten de ring elk weekend nog steeds honderden auto’s in brand gestoken, uit woede en protest tegen de vele problemen rond racisme, discriminatie en identiteit. Maar de journalisten schrijven er niet meer over, in de hoop dat het vanzelf overgaat.”

Later op de avond ruilen ze wijn in voor pastis, de snelle woorden van de mannen veranderen in trage, zoete complimenten aan de jonge vrouwen, telefoonnummers worden neergekrabbeld. Diep in de sterrenloze nacht slenteren ze samen hun weg terug tussen de ingedommelde, residentiële gebouwen.

De straten van La Goutte d'Or worden wakker met de bitterheid van een Afrikaanse espresso, plakkend aan het gehemelte. Vroeg in de ochtend sta ik hier opnieuw, nieuwsgierig, maar nog steeds zonder strak omlijnd doel. Ik drink mijn koffie bij Chez Guadelupe, hij is klein en diepzwart. Ik besluit mijn voornemen tot een plan te vergeten en gewoon te wandelen.
Verderop in Rue Myrha wordt de garagepoort van de moskee in één ruk opengetrokken. Binnen staat een grijzende man op kousen en in trainingspak. Op de vloer ligt tapijt. Zijn wangen lijken met zijn humeur mee naar beneden gezakt, zijn bolle buik hangt ver over de elastiek van zijn broek, zijn borstelige wenkbrauwen lijken zich te verontschuldigen. Een kleine jongen naast hem hupt van zijn ene voet op zijn andere. Ik stap binnen. De oude man sist naar me, wijst naar mijn schoenen. Op mijn sokken volg ik de kleine jongen. Met grote passen springt hij de trappen op. Ook boven is de vloer volledig bedekt met tapijt. Er hangt een dik, donkergroen gordijn. De jongen opent het gordijn en toont me een kleine gebedsruimte. Hij drukt me een koran in de handen en wijst naar een stoel. Dan loopt hij weg.

In de verborgen ruimte is het stil. Enkel het zachte geluid van een stofzuiger weerklinkt in de verte, naast een deur tikt een klok met duidelijke, haast kinderlijke cijfers. Boven de deur hangt een fel groen licht: Nooduitgang. De ruimte is verlicht met een helwitte neonlamp. Links in de hoek staat een piepklein venstertje open. Het kijkt uit op een koer in de diepte.
Ik ga zitten op de stoel, blader in de Koran. Plots wordt een kant van het gordijn opgeheven. Een oude gebogen vrouw komt binnen. In haar zwarte gezicht zijn diepe rimpels gegroefd, haar hoofd is bedekt met allerlei gouden, witte en lichtblauw gekleurde doeken. Ze draagt een oude Sabena-tas. Naast haar staat een donker meisje, van kop tot teen bedekt door een paarse jurk, enkel haar grote ogen zijn te zien. Ze lijkt niet ouder dan zeven. De vrouw staat een ogenblik stil, gaat dan naast me zitten en zegt met hese stem: "Ik heb pijn aan mijn voeten.” Dan staat ze weer recht. Met trage passen loopt ze naar het kleine venster. Ze rochelt luid en spuwt krachtig een dikke klodder speeksel uit het raam. Op de koer beneden staat niemand.

De vrouw komt opnieuw naar me toe. Ze begint vurig in het Arabisch tegen me te spreken, er belandt een druppel speeksel op mijn gezicht. Ineens doet ze haar eigen hoofddoek uit en legt deze over mijn haar. Met harde trekken knoopt ze de doek rond mijn hoofd. Ze duwt mijn haar eronder, spant de doek hard aan, het doet pijn. Ze geeft me een lange, witte rok, die trek ik aan. Ze prevelt Arabische zinnen die ik moet herhalen. Dat doe ik, snel, het gezicht van de oude vrouw hangt vlak boven het mijne. Ik voel me een beetje misselijk worden, er is weinig zuurstof hier. 
Op de klok is het vijf voor twee. De ruimte ruikt naar oude huid, blote tenen en een vreemd soort zweet. Ondertussen komen andere vrouwen binnen, allen bedekt met kleurrijke doeken. Ze gaan op hun knieën zitten. Uit de boksen schalt een overstuurde mannenstem. De vrouwen staan recht, prevelen zinnen. De oude vrouw kruist haar armen en fluistert driftig. Ze slaat op mijn armen, die moeten ook gekruist zijn. De vrouwen beginnen te bidden, en ik doe mee: ik buk me, ga op mijn knieën zitten, druk mijn voorhoofd op het tapijt, imiteer hun gefluisterde klanken. Twee kleine meisjes in niqab giechelen en werpen me stiekeme blikken toe. Ze zitten op hun knieën, hun bleke voetzolen piepen vanonder hun donkerpaarse kleed. De geknielde lichamen vormen een berglandschap van schaduwen op de muur. Tijdens het bidden gaat een telefoon af: een ringtone van de Beatles.
Na een half uur stopt het bidden. De vrouwen staan plots recht, pakken hun handtassen, nemen afscheid en zetten de rest van hun dag verder. Ik mag de rok en de hoofddoek houden. Aan de uitgang van de moskee komt een vrouw naar me toe en schenkt me een volle zak met dadels. Een andere vrouw geeft me drie boeken over de Islam. Ze trekt haar doek extra strak over haar hoofd als de grijzende man voorbij loopt. Wanneer de oude Afrikaanse vrouw me passeert, biedt ze me een paraplu aan. Haar rimpels plooien zich in een glimlach. Buiten valt de regen in dikke strepen naar beneden. Het volgende moment sta ik verdwaasd op straat naar de plassen te kijken, de paraplu als gewelfd dak boven mijn hoofd.

De regen wist de kleuren in de wijk uit, maar binnenin blijft het bont. Bij het kapsalon van Chantal ruikt het lekker naar zee en beurre de karité.  De muren zijn met zorg knalroze geverfd en de kerstversiering blijft het hele jaar door hangen. Het is warm binnen, er klinkt Franse muziek: Charles Aznavour, Georges Brassens.
Tientallen bruine poppenhoofden met grote geschilderde ogen overschouwen de kappersactiviteiten van op de rekken aan de muur. Ze dragen pruiken in alle vormen. Met treurende lippen kijken ze in de verte, door het raam naar buiten, alsof ze beseffen dat ze nooit een andere dan deze emotie zullen tonen.

In de hoek van het kapsalon zitten twee kleine jongens op een ipad te spelen. Af en toe slaken ze een kreet. Eén van de jongens biedt me een zak chips aan. Ze stoppen me een bekertje cola toe. In de kappersstoel zit een lange, jonge man. Hij heeft een opvallend lichtbruine huid, een dikke snor, gouden kettingen en een enorme afro als een afdak boven zijn gezicht. Ik vraag of ik aan zijn haar mag voelen.
“Neen,” zegt hij, “niemand mag mijn haar aanraken, behalve mijn moeder.” Chantal lacht, zij is zijn moeder. Geconcentreerd houdt hij haar vluchtige vingers via de spiegel in de gaten wanneer hij praat.
"Ja, ik ben een mulat. Mijn vader is blank, mijn moeder is zwart, ze komt uit Togo. Ik woon hier in Parijs, verderop in de banlieues. Ik ben 19 jaar. Ik ben vorige maand met school gestopt. Heb vier keer mijn eerste middelbaar gedaan. Op den duur zat ik met jongens zo oud als mijn broertje in de klas.”
Hij wijst naar de kleine jongens die nog steeds door de ipad gebiologeerd zijn.
"Nu doe ik interims. Dat is niet leuk. Als ik mocht kiezen, dan werd ik een racepiloot. Ik zou ook uit Parijs weggaan. Er is hier niets te doen. Alles is saai of kost geld. Het leven is duur. Hobby’s? Kost geld. Niemand doet hier iets. Soms speel ik voetbal met mijn vrienden, als ze zin hebben. Ik hou ook wel van muziek, dat is evident. Maar ik heb zelf geen talent om muziek te maken. Ik heb weinig talent.”
De broertjes komen naast me zitten. Een van hen begint te rappen.
“Zelf geschreven!” zegt hij wanneer hij klaar is.
“Niet waar, leugenaar,” roept de oudere broer, hij geeft hem een tik op zijn hoofd.
“Stil zitten!” roept hun moeder.

Urenlang zit ik in hun zachte kappersstoel genesteld. De broertjes vechten voortdurend om mijn aandacht. Ik bied hen de gekregen dadels aan maar dat lusten ze niet. Hun handen zijn vettig, er hangen brokjes chips aan hun mondhoeken. Om de haverklap vallen mensen het salon binnen voor een praatje. Plots aait Chantal over mijn hoofd. Ze zegt dat ik lief ben. Terwijl ze verder werkt neuriet ze met de Franse muziek mee. Wanneer ze deze muziek hoort, denkt ze aan de hitte van Togo. De glimlachende buren, de gewassen pagnes drogend op struiken in zon, het stof en de eelt op haar hielen, haar neefjes die de kippen met stokken door de straat joegen. De muziek van de Togolese radio leerde haar de rollende, Franse 'r' van de kolonialen. Brel doet denken aan thuis.
Die avond hangen de wolken als dekenbundels rond de daken. Ik wandel traag door de wijk, het miezert licht. Ik maak steeds grotere omwegen voor ik de metro bereik. Ik kan er maar niet vertrekken. De straten lopen langzaam leeg, het voetpad herademt. Mijn hoofd tolt, gedachten springen alle kanten op. Ik kijk naar de lege bakken voor een Arabische kruidenier. Plots voel ik heimwee naar iets wat ik niet kan omschrijven. Een groep, een kleur, een geruststellend gebaar misschien.
Dan breekt de zon door. De lucht lijkt plots een prachtig schilderij, de wolken kleuren oranje en geel, de stralen lichten de regen op, de druppels lijken wel van goud.

Astrid Haerens (°1989) groeide op in het Belgische Zwevegem. Ze studeerde Woordkunst in Antwerpen en kwam via Bujumbura in Brussel terecht waar ze theater maakt, schrijft en doceert. Dit verhaal kwam tot stand dankzij een schrijversresidentie in Parijs, georganiseerd door de Vlaams-Nederlandse culturele organisatie deBuren.

Mail

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
test
het laatste
Auto Draft 5

Verpopping

Wanneer een rups zich in de sombere wintermaanden in haar keukenraam nestelt, koestert de hoofdpersoon in dit verhaal van Esther De Soomer voor het eerst weer gevoelens van liefde en tederheid. Lees meer

Begraaf me, alsjeblieft! Een ode aan het beestje

Begraaf me, alsjeblieft! Een ode aan het beestje

Juul Kruse introduceert de Beestjesweken. Van 16 tot 29 maart zullen alle artikelen die we op Hard//hoofd publiceren gaan over kleine kruipers, slijmerige sluipers en gladde glibberaars. Juul vertelt waar diens fascinatie met beestjes begon en waarom die begraven wil worden na diens dood. Lees meer

Eiland zonder eilandjes

Eiland zonder eilandjes

Bram de Ridder is vervangend psychiater op Bonaire. Maar hoe moet hij zich als witte zorgprofessional verhouden tot de mensen van het eiland? Lees meer

De rode draad 1

De rode draad? Dat zijn wij, voor elkaar

Jihane Chaara is geen determinist, maar vraagt zich toch af of sommige ontmoetingen in het leven wel echt toeval zijn. Wat als we allemaal volgens een rode draad met elkaar verbonden zijn, zowel in ons huidige netwerk, als ook met degenen die op magische wijze ons leven in komen? Lees meer

Huizen, omhulsels

Huizen, omhulsels

Anne Schepers had nooit gedacht dat ze een huis kon kopen. Tijdens de verbouwing denkt ze na over huizen als politiek middel, hoe het is om als sociale klimmer ruimte in te nemen en waarom dromen over een fantasiehuis een privilege is. Lees meer

Huizen, omhulsels 1

richtingen, ruimtes, rijping

Anne Ballon schreef drie gedichten over een innerlijk dialoog. Met zachte, precieze en lichamelijke beelden neemt Anne ons mee in een conflict tussen een ‘jij’ die naar geborgenheid in seksuele ervaringen zoekt en een ‘ik’ die aan dit zoeken probeert te ontsnappen. Lees meer

:Consent als verzet: brieven over consent in een koloniale wereld

Consent als verzet: brieven over consent in een koloniale wereld

Consent is complex in een wereld gevormd door koloniaal geweld. Yousra Benfquih vraagt zich in haar eerste brief aan Alara Adilow af hoe consent een instrument kan worden van verzet. Lees meer

:Oproep: Hard//hoofd Biechtlijn

Luister de collectieve biecht uit 'Ssst'!

Voor Hard//hoofd magazine 'Ssst' verzamelden we biechten; de collectieve audiobiecht luister je hier! Lees meer

Met deze column kan ik de wereldvernietigen

Met deze column kan ik de wereld vernietigen

‘Maar als ik die column nu verder schrijf’ zegt Marthe van Bronkhorst, ‘dan komt deze informatie online, en kan ik die AI op ideeën brengen.' Lees meer

Iemand die in je gelooft

Iemand die in je gelooft

Jam van der Aa ontdekte pas laat dat ze autisme heeft. Toen ze jong was herkende jeugdzorg bovendien niet de rol van autisme in de onveilige situatie bij haar thuis. Ze was gedreven en nieuwsgierig, maar lange tijd op zichzelf aangewezen. Dit essay is een pleidooi voor betere jeugdzorg en gaat over veerkracht en jezelf leren begrijpen en vertrouwen. Lees meer

Stilte

Stilte

Haren wassen bij de kapper, of een ochtendkoffie in een treincoupé. Angelika Geronymaki neemt je in dit gedicht mee langs vormen van stilte. Lees meer

Automatische concepten 87

Van mijn spreekkamer tot aan Afghanistan

In haar behandelkamer zit Jihane Chaara als forensisch psycholoog niet alleen tegenover slachtoffers, maar ook tegenover daders van dwingende controle, een vorm van huiselijk geweld. Wat is het verband tussen deze psychologische, onderdrukkende machtstructuur van een individidu als meneer X in haar spreekkamer, en het regime van de Taliban in Afghanistan? Een essay over de verbinding tussen daderschap, ontkenning, grotere structuren van vrouwenonderdrukking en verzet. Lees meer

Lieve Yas 1

Lieve Yas

'Ik ben langzamerhand gaan inzien dat voor mij de scheidslijn tussen absolute vrijheid en eenzaamheid vaag is.' Mischa Daanen schrijft een brief aan zijn ex-date, die na een lange relatie vooral toe was aan vrijblijvendheid. Kan iets wel echte liefde zijn, als je beide andere voorwaarden stelt aan een relatie? Lees meer

Schieten op de maan

Schieten op de maan

'I shot the moon, and I’ll do it again if I have to.' Julien Staartjes vindt het moeilijk te bevatten hoe de wereld letterlijk in brand staat, maar er toch vooral ogen zijn gericht op wie de grootste raket kan bouwen. Daar kan geen fictie tegenop, maar je moet het toch proberen. Lees meer

Einde Schooldag

Einde Schooldag

Leerlingen zijn als tijdelijke passanten van wie je een hoop weet, maar nooit hoe het met ze af zal lopen. 'Ze zijn open eindes', zo schrijft Engels docente Charlotte Knoors in dit persoonlijke essay over de raadselachtige verhouding tussen docent en student. Lees meer

Zo rood als een kreeft

Zo rood als een kreeft

Wanneer twee Spaanse vrienden Ferenz Jacobs uitnodigen voor een protestmars tegen toerisme in Barcelona, voelt hij zich voor het eerst weer een 'outsider'. In dit essay richt hij zich op de gevolgen van massatoerisme op de permanente bewoners. Is er een ander soort toerisme mogelijk, buiten de logica van onderdanigheid, kolonialisme en uitbuiting om? Lees meer

Ik was elf

Ik was elf

In dit verhaal onderzoekt Jochum Veenstra waar de grens tussen fictie en werkelijkheid ligt voor kinderen. En tot welk punt kan je als ouder je zoon beschermen? Lees meer

Ze willen niet dat je dit weet over ons voedselsysteem 1

Kun je liefde delen?

Marthe van Bronkhorst onderzoekt polyamorie: 'Als ik mijn hart versplinterd heb, kan ik het dan minder hard breken?' Lees meer

Auto Draft 4

Tijd buiten de uren om

Micha Zaat sliep binnen een jaar in bijna 60 verschillende hotelkamers. In dit essay licht hij het fenomeen van de hotelkamer als liminaal object toe, en legt uit wat zo'n kortdurend verblijf voor gasten én kamers betekent en waarom het onmogelijk is om ouder te worden in een hotelkamer. 'In het bed waar ik gisteren droomde over sterven in een auto-ongeluk ligt nu iemand te masturberen.' Lees meer

Een ode aan de pornofilm 2

Een ode aan de pornofilm: Het Porn Film Festival Amsterdam

Porno is meer dan wat Pornhub en andere grote platforms ons voorschotelen. Het Porn Film Festival Amsterdam laat deze donderdag tot en met zondag zien, dat porno kwetsbaarder, artistieker en vrijer is dan velen verwachten. Emma Zuiderveen spreekt met organisatoren Erik ter Veld en Franka Bauwens. Lees meer

Lees Hard//hoofd op papier!

Hard//hoofd verschijnt vanaf nu twee keer per jaar op papier! Dankzij de hulp van onze lezers kunnen we nog vaker een podium bieden aan aanstormend talent. Schrijf je nu in voor slechts €2,50 per maand en ontvang in september je eerste papieren tijdschrift. Veel leesplezier!

Word trouwe lezer