Drie jaar geleden werden kunstschilder Nina Läuger (29) en grafisch ontwerper Charlotte English (23) toevallig huisgenoten in een stadje aan de Zuid-Duitse Bodensee. Het was artistic love at first sight. Niet veel later reden ze met een Volkswagenbusje vol stoffen en naaigerei van Leipzig naar Konstanz en nu zijn ze een slow fashion collectief gestart. Het collectief, NICHA.reworked, is gevestigd bij Nina in Amsterdam en bij Charlotte in Konstanz en bestaat uit het maken van nieuwe ontwerpen uit tweedehandskleding. Loïs Blank ging met hen in gesprek. ‘Onze kasten puilen uit van de vervangbare fast fashion stukken, maar tegelijkertijd groeit de behoefte naar uniciteit, eigenheid en expressie.’
Van Volkswagen vol stof naar kledingcollectief, hoe verloopt dat?
N: Toen we de stoffen van Charlottes moeder meenamen van Leipzig naar Konstanz, kon ik nog helemaal niet naaien, maar de naaimachine van mijn Duitse grootmoeder stond op zolder. Charlotte wist hoe die te gebruiken en heeft het me geleerd. Het voelde heel bijzonder om draagbare visuele objecten te kunnen maken, als een schildersdoek dat mensen kunnen aantrekken.
C: Nadat Nina naar Berlijn verhuisde (om aan de kunstacademie te studeren, red.), heb ik haar twee weken bezocht en stonden we op een markt. We hadden veel kledingstukken gemaakt en vrijwel alles op die markt verkocht. Toen beseften we hoe fijn het was om weer samen een project te doen.
N: Maar kort daarna moest ik mijn huis uit. Ik had geen huis meer, geen naaimachine en geen atelier. En Charlotte was ondertussen zwanger. Toen ik ongeveer een half jaar later weer in Amsterdam woonde en Charlotte wat aan het leven als moeder was gewend, was het duidelijk dat we het project serieus wilden gaan oppakken. En dat we er politiek, creatief en ecologisch achter staan.
Wat is de kerngedachte achter NICHA?
N: NICHA.reworked is een regeneratief artistiek project dat zich verzet tegen fast fashion. Wij maken unieke stukken waarvoor we tweedehands materialen gebruiken en brengen zo geen extra ecologische schade toe. We kopen enkel af en toe nieuwe naalden en de machines gebruiken stroom.
C: We maken soul pieces: in de huidige kledingindustrie hebben kledingstukken geen ziel meer, waardoor mensen geen relatie met hun kledingstukken hebben. Niemand weet waar ze vandaan komen en ze hangen maar in de kast. We zijn beiden beeldend kunstenaar en kunst hangt vaak aan muren, daarom willen we nu iets maken dat mensen dragen.
N: Ik denk dat er iets gebeurt als je weet wie je kleding gemaakt heeft, het krijgt een bepaalde waarde, terwijl je in de winkel het item simpelweg verruilt voor geld om het mee naar huis te nemen. Toen ik laatst een jasje had gemaakt, moest meteen aan een vriendin in Berlijn denken. Toen ik het haar gaf zei ze: ‘Wow, dit gaat mijn power piece worden. Ik ga dit aandoen als ik het verlangen heb mezelf te beschermen of empowered te voelen.’ Dat vond ik zo’n mooi compliment! Stel dat iedereen dit soort kledingstukken zou dragen, hoe kleurrijk zou het straatbeeld dan wel niet zijn?
Om een impact te maken op het straatbeeld, moet een kledingbedrijf wel groot worden. Groei gaat – helaas – nog altijd vaak gepaard met minder duurzame methodes: Hoe zien jullie dat?
N: We staan er voor open om in de toekomst uit te breiden, maar voor nu is het just the two of us. Ik vind het werk ook gewoon te leuk om uit handen te geven. Verder denk ik echt aan een specifiek stuk als ik aan het werk ben – daar wil ik dan geen massaproductie van maken. We maken er van alle stukken in principe maar één, tenzij iemand graag een bepaald item wil hebben. Ik heb bijvoorbeeld in de winter een broek gemaakt met een stof met print van chilipepers, die vond mijn broer geweldig. Toen maakte ik een tweede en nu een derde voor een vriend. Maar elke chili pants is weer anders. Soms is het ook zo dat mensen ons een kledingstuk geven dat ze niet meer dragen en wij het voor ze upcyclen.
Jullie vertelden eerder dat jullie ‘politiek, creatief en ecologisch’ achter het collectief staan. Hoe vertaalt dit zich concreet naar NICHA?
N: We willen het kapitalistische prijssysteem op twee manieren deconstrueren: door middel van prijstransparantie en het hanteren van een variabele prijs. Qua transparantie is het idee om bij ieder kledingstuk te vermelden wat de aanschaf van het tweedehands item ons kost en hoeveel uur werk we erin stoppen. Dit rekenen we vervolgens door met ons uurloon. Daarnaast willen we als collectief een deel van de geldstroom die wij verdienen doneren aan vakbonden die zich inzetten voor de rechten van werknemers in de kledingindustrie. Wij verdienen ons geld met het aanpassen van kleding, en rekenen hiervoor een uurloon dat veel hoger is dan in de lagelonenlanden waar die kledingstukken oorspronkelijk gemaakt zijn, vaak ook nog onder barre, gevaarlijke arbeidsomstandigheden. Daar willen we bewustzijn over creëren door per kledingstuk dat we verkopen één extra Europees uurloon af te rekenen en direct te doneren aan vakbonden die zich inzetten voor de rechten van werknemers in de kledingindustrie.
C: Verder willen we een variabele prijs aanhouden. Bijvoorbeeld door een jasje online te zetten voor een prijs van 100 tot 150 euro, zodat meer mensen onze kledingstukken kunnen kopen. Veel van mijn vrienden zijn student en onze kleding ligt buiten hun budget, maar om NICHA te kunnen laten bestaan, moeten we er wel een bepaalde hoeveelheid geld uit halen.
Meer mensen moeten meer mogelijkheden zien: er zijn niet alleen de stapels tweedehandskleding op markten versus nieuwe en moderne kleding in winkels. Er bevinden zich prachtige mogelijkheden tussen nieuw en vintage in.
Zijn jullie niet bang dat mensen hier misbruik van gaan maken? Er zijn genoeg mensen die nog altijd naar de Primark of Zara gaan, ook al hebben ze meer te besteden.
N: De minimumprijs is zo opgesteld dat wij terug krijgen wat we er qua tijd en geld instoppen. Als iemand dat betaalt, is het voor ons prima. Maar als mensen onze stukken zien als kunstwerken en het project willen ondersteunen, kunnen ze het hogere bedrag – of iets ertussenin – betalen.
C: We vertrouwen mensen op hun inschatting. Ik sta soms op de markt in Konstanz en dan hanteer ik ook een variabele prijs. Dat werkt heel goed, bijna niemand betaalt het minimale bedrag, de meesten betalen iets in het midden en sommigen het maximumbedrag.
Hoe verwachten jullie ervoor te zorgen dat mensen voor duurzamere mode kiezen?
C: We willen laten zien wat er allemaal bij komt kijken om een kledingstuk te bewerken, waaronder het handwerk dat erbij nodig is. Daar willen we op focussen door lokaal te zijn, Nina in Amsterdam en ik hier in Konstanz, zodat we dichtbij de mensen staan die onze kledingstukken kopen.
N: We willen het volledige maakproces filmen en posten op social media, zodat mensen kunnen zien hoe complex en tijdrovend het is. Zo kan NICHA een platform zijn voor bewustwording van de modecatastrofe waar we nu inzitten. Ik zou ook bereid zijn om de deuren van H&M te blokkeren en daar onze kleding te verkopen om een meer politiek statement te maken. Meer mensen moeten meer mogelijkheden zien: er zijn niet alleen de stapels tweedehandskleding op markten versus nieuwe en moderne kleding in winkels. Er bevinden zich prachtige mogelijkheden tussen nieuw en vintage in.
Jullie hebben veel ideeën, wat kunnen we binnenkort van jullie verwachten?
C: Er staan nu al stukken op ons Instagram-account en deze zomer komt onze eerste grotere drop: Volume I. Dat wordt een collectie van stukken met portretten van vrouwelijke en non-binaire artiesten, als eerbetoon van ons als fans.
N: Charlotte en ik hebben ook een sterke muzikale connectie. We luisteren veel naar vrouwelijke en non-binaire artiesten, die ons echt door de afgelopen drie jaar hebben gesleept. We willen hen via unieke kledingstukken zichtbaarder maken. Ik heb een jasje gemaakt met de zangeres/rapper IAMDDB erop en het voelt zo goed om haar op mijn rug te hebben. En als mensen niet weten wie het is, vragen ze ernaar. Zo zorgt onze kleding echt als opening voor een gesprek, een bepaalde ruimte.
Nina Läuger is behalve beeldend kunstenaar en schrijver ook adjunct-hoofdredacteur bij Hard//hoofd. Dat heeft geen invloed op gehad op de inhoud van dit interview.