Asset 14

Mevrouw zit achter haar balie

Kort verhaal: Mevrouw zit achter haar balie

Van achter haar balie houdt Mevrouw de klanten van Chinees afhaalrestaurant Golden Dragon in de gaten. Een kort verhaal van Ferry Wieringa.

De buitendeur zwaait open en een vrouw in een grote opbollende winterjas stapt binnen. Van achter haar balie kijkt Mevrouw Golden Dragon op, maar deze klant lijkt niet voor eten te komen. Met een glimlach loopt ze door naar een vrouw die in een tijdschriftartikel is verzonken. Recht voor de vrouw blijft ze staan en legt ze haar handen op de pagina’s: ‘Ja! Laatste woord!’
Traag kijkt de lezeres – een uitgeblust type – op.
‘Hé, krijg nou wat. Hoe is het met jou?’
Met een zucht volgt het antwoord: ‘Ja, lekker.’

Mevrouw Golden Dragon slaat het gade en vijf afhalers kijken mee.
Achter de balie wordt het luik met een vaart omhoog geschoven en er verschijnen twee meeneembakjes. Mevrouw komt van haar kruk en stopt ze in een tasje: ‘Buurvrouw, uw bestelling is klaar.’ Een vrouw die tot zo-even een van de wachtenden was, schiet nu van haar stoel en loopt naar de balie. Daar krijgt ze haar kraaktasje aangereikt: ‘Sambal bij?’ Ze schudt kort van nee en het slappe zakje wordt weer teruggelegd. Nauwelijks hoorbaar bedankt ze Mevrouw en met een blik strak op de buitendeur gericht loopt ze weg.
‘Tot ziens, buurvrouw.’ Vanuit het halletje klinkt nog net een gedempt ‘Dank u wel’.

Vanaf de straat is Chinees eethuis Golden Dragon een schaars verlichte etalage met vale vitrage. Aan de gevel hangt een klein uithangbord, aan het raam een menukaart. Het eethuis bestaat uit een balie voor Mevrouw, een wachtruimte en een klein restaurant voor de niet-afhalers. Een plantenbak scheidt de afhalers van de vijf tafels in het restaurant. Eters hebben vrij zicht op de wachtenden en de wachtenden moeten hun best doen eters niet op het bord te kijken.
Het interieur houdt het midden tussen een volks koffiehuis en een oriëntaalse eettent: een granieten vloer, maar aan de wand een rode luifel als van een Chinese tempel. Maggi op de tafel, rijstkorrels in het zoutpotje. Tussen de lectuur liggen de Story en Weekend, op de balie van Mevrouw een Chinees dagblad. In de lampionnen spaarlampen. Bami wordt geserveerd met een spiegelei, er wordt Heineken-pils geschonken.

Illustratie: Wies van der Velde

Op zondagavond halfzes – het drukste tijdstip van de week – plaatst een vrouw na een snelle blik op de kaart een bestelling. Kort daarop komt haar man binnen – hij moest nog even een plek voor de auto zoeken. Hij pakt de krant en gaat zitten: ‘Wat een dunnetje.’
‘Zondag hè,’ reageert zij, waarna ze allebei beginnen te lezen. Hij in de krant, zij in een Privé.
Een grofgebouwde man wiens ene schouder lager hangt, stapt binnen. Hij bestelt zijn eten en gaat daarna achter het stel zitten, waarbij hij de vrouw op de rug kijkt.
Mevrouw brengt zijn pijpje bier. Zittend en wachtend staart hij in de verte, maar dan, alsof hij zichzelf tot de orde roept, keert hij terug in het hier en nu: hij zet het flesje aan zijn mond en neemt twee dorstige slokken.
De vrouw voor hem is gekleed in een driekwart jas waarvan de felle kleuren en drukke patronen de aandacht trekken. Als haar bestelling doorkomt, staat ze op maar voor ze naar de balie loopt, draait ze zich naar haar achterbuurman om en kijkt hem enige seconden recht in de ogen.
Bij de balie vraagt Mevrouw: ‘Sambal?’
‘Nee hoor, dank je.’
Dan: ‘Verrek zeg. Jíj bent het.’ De andere afhalers kijken naar hem op.
‘Inderdaad, ik ben het,’ antwoordt de vrouw bij de balie.
‘Ik moest echt even goed kijken. Wat ben jij veranderd zeg.’
De vrouw heeft de twee plastic tasjes aangepakt en haar echtgenoot is ook opgestaan en knikt instemmend bij die laatste woorden. Ze loopt al richting de uitgang, maar de man gaat met toenemend enthousiasme verder: ‘Godsamme zeg, je bent écht veranderd. Alles goed? Je bent een ander mens. Hoeveel is d’r wel niet vanaf?’
‘Zevenendertig kilo,’ antwoordt de vrouw. De andere afhalers nemen de vrouw nog eens goed op. Haar man leidt haar nu toch met zachte dwang in de richting van de deur. Met de klink in haar hand herhaalt ze: ‘Ja, ja, zevenendertig kilo.’
‘Nou, het is de moeite waard geweest.’
Dan kapt ze het gesprek af (‘Fijne avond hè’) en stapt ze naar buiten. Haar man neemt met een kort hoofdknikje afscheid. Van achter zijn tafel heft de oude kennis zijn pijpje bier naar het stel: ‘Groetjes.’

Als er klanten zijn, is Mevrouw gehaast. Ze spoedt zich van de balie naar het luik en van het luik naar de tafels. Ook draait ze regelmatig het hoofd naar de keuken om te horen of er al een doorkomst ophanden is. Soms staat ze bij het luik klaar – de ene hand onrustig op de plank, in de andere het lege, als een sok opgestroopte tasje. Ze staat erbij alsof ze het eten de pan uit wil trekken.
Ook klanten houden het luik in de gaten. Geoefende afhalers staan al bij de balie nog voor ze worden geroepen.

Mevrouw heeft net een bestelling achter de rug die haar het zweet op het voorhoofd bezorgde. Het begon met het soort saus dat bij de babi pangang gewenst was en of het varkensvlees vet of mager moest zijn; of het nou een halve portie kip ananas was of juist een hele portie kip ananas en een halve tjap tjoi; of ze nasi, bami of witte rijst wilde. ‘Ja,’ had de klant hierop geantwoord, waarop Mevrouw het hoofd schudde en probeerde uit te leggen dat ze moest kiezen: nasi óf bami óf rijst.
Nu het achter de rug is, zoekt de ongelukkige klant een plek tussen de andere afhalers. Mevrouw geeft met een strak gespannen glimlach de bestelling door aan de keuken maar tijd om bij te komen krijgt ze niet want de volgende klant stapt alweer binnen.

Mevrouws balie is een rood-groen geschilderd blok waar ze maar net bovenuit steekt. Haar leesbril hangt om haar nek, tenzij er bestellingen moeten worden genoteerd of bonnetjes moeten worden omgeroepen. Aan tafel vraagt ze of het je gesmaakt heeft, of je nog wat wenst. Zij is degene die de ketjap pakt, je biertje uitschenkt en je niet wegkijkt als je het een keer bij een pot thee houdt of na het eten rustig de kranten doorneemt.
Meneer krijg je niet te zien. Ook als er niets in de pan ligt, de wachtkamer leeg is en de enige klant uitgegeten is, blijft hij in zijn keuken. De ene keer dat hij tevoorschijn kwam maar in de zaak een klant ontdekte, maakte hij zich uit de voeten als een toneelknecht die de deur naar de bühne had genomen. Wél is hij te horen: de lepel die rondgaat in een wok, het gesis van olie, vaat die wordt gestapeld, het luik dat open- en dichtschuift, en soms roept hij door de dichte deur heen iets naar zijn vrouw.

Het is halfzeven als er een gezin binnenkomt. Ze slaan rechtsaf en nemen plaats in het restaurantgedeelte. Mevrouw brengt de menukaarten: ‘Goedenavond, alles goed? Iets drinken?’
‘Heeft u appelsap?’ wil de moeder weten. Appelsap kan.
De man, die eruit ziet alsof hij vandaag alles heeft gegeven wat hij te bieden had, bestelt een biertje. Zijn vrouw kijkt hem hierop met gefronst voorhoofd aan: ‘Een biertje?’
Hij haalt zijn schouders op: ‘Ja, dat lijkt me wel lekker.’
Even later komt Mevrouw met een pakje appelsap en twee flesjes bier aanlopen. ‘Weet u het al?’
‘We moeten nog even kijken.’
Mevrouw neemt weer plaats achter haar balie, maar haar blik wisselt voortdurend tussen haar krant en de tafel. Daar is ondertussen weer een discussie ontstaan. Hij was namelijk erg laat thuis. Waarom eigenlijk? Hij weet toch dat het kind op gezette tijden moet eten? En er was ook niets in huis. Zij zag het al gebeuren dat ze nog boodschappen moesten doen én nog koken.
Vandaar dat ze nu gezellig bij de chinees zitten.
Het kind is ondertussen onder tafel gekropen. Hij: ‘Wat is hij lastig vandaag, vind je niet?’
‘Hoezo?’
‘Vind jij hem niet lastig?’
‘Nee hoor. Hoezo?’
‘Zo druk. Wat zeiden ze op de crèche?’
‘Hij doet het erg goed. Daar zijn ze gek op hem.’
Ze bestellen een rijsttafel, met extra bami. Mevrouw schuift een tafel aan en brengt drie warmhoudplaatjes en, iets later, allerlei gerechten. De jongen leest in een Donald Duck die hij van Mevrouw heeft gekregen.
‘Heb je honger?’ vraagt de vader.
‘Ja!’
‘Waar heb je trek in?’ De twee tafels staan vol met schalen bami, saté, groente, kip, babi pangang, foe yong hai, miniloempia’s, nasi. ‘Kroket!’ roept de jongen.
De vader lacht vertwijfeld: ‘Kroket, eens even kijken.’ Hij gaat de schalen na en bij die met de miniloempia’s zegt hij: ‘Hier heb ik iets wat erop lijkt.’ Hij schuift er één op een bordje en wil er juist wat saus op doen als moeder weer ingrijpt: ‘Ho! Niet die.’ De lepel blijft boven het schaaltje hangen.
‘Waarom niet die?’
‘Omdat dát de hete saus is.’
‘Dit is geen hete saus. Deze is voor op het ei.’
‘Proef eens.’
De man steekt de lepel in zijn mond en antwoordt met nauwelijks verborgen triomf: ‘Niet heet.’
‘Oké, dan mag het.’ Hoofdschuddend gaat hij verder zijn zoon te bedienen.
‘Maar niet alles hoor,’ zegt de moeder, ‘een beetje.’ Daarna scheppen ze ook zichzelf op, speelt het kind nog minutenlang met de loempia en ten slotte ziet Mevrouw hoe ook de ouders, afgedaald in hun eigen gedachten, stilletjes gaan eten.

Op een avond ontsnapt er plots geluid uit de telefoon met kiesschijf. In eerste instantie is het niet meer dan een korte tik, alsof de bel even aanslaat omdat iemand in het trappenhuis hard de deur dichttrekt. Maar voor Mevrouw is het voldoende – ze komt van haar kruk, loopt om de balie heen de wachtruimte in naar de telefoon. Een jonge vrouw die met haar vriend haar bestelling zit af te wachten, onderbreekt haar gesprek en zegt: ‘Dat is een ouderwetse.’
Het rinkelen heeft alle hoofden in de richting van het toestel doen draaien. Het geluid zoekt zijn weg in de kleine zaak, kruipt langs de witgesausde muren, doet de oude koelkast trillen, stuitert tegen het plafond, de lampionnen die eraan hangen bungelen. Eindelijk neemt Mevrouw de hoorn op: ‘Chinees restaurant Golden Dragon, goeienavond... O, dag buurman.’

Op twee heren na is de zaak leeg. De drukte is achter de rug. De man aan het korte eind van de tafel – een zestiger met de trekken van Ramses Shaffy – heeft een rode sjaal losjes om de nek geslagen. Zijn vriend – pantalon, overhemd, daarboven een lamswollen trui met V-hals – zit aan de lange zijde. Op de warmhoudstellen staan een schaal met rijst, bami en een groente-kipschotel. ‘Weet je wie ik vandaag tegenkwam?’
‘Wie?’
‘De dochter van Karel.’
‘Ach.’
Ze zitten er op hun gemak bij, tevreden. Jas over de rug van de stoel, geen haast. ‘Mmm, de groentes zijn lekker pittig.’
‘En vers.’
‘En vers!’
Na een tijdje merkt de man met de sjaal op dat ze het journaal nog kunnen halen. Zijn vriend knikt en zegt dat hij ook wel zo ongeveer voldoende heeft gehad. Hij legt zijn bestek op zijn bord en dept zijn mondhoeken. Ze rekenen af, bedanken Mevrouw en beloven snel weer te komen.

De zaak is leeg. Nadat Mevrouw met twee keer lopen de tafel heeft afgeruimd, neemt ze plaats op haar kruk. Door het luik krijgt ze haar avondeten toegeschoven. Terwijl zij eet, nummert ze bonnetjes op het doorschrijfblok. Als haar kom leeg is, schuift ze deze door het luik terug en daarna loopt ze op de kachel af. Ze draait de gastoevoer dicht tot de waakvlam verschijnt.

Het is negen uur: Mevrouw zit achter haar balie te puzzelen. In de keuken wordt de afwas gedaan. Over een kwartier zal zij de zaak sluiten.


Ferry Wieringa (1975) schrijft over onbeduidende levens en plekken. In zijn verhalen spelen figuranten de hoofdrol en schuift de achtergrond naar het voorplan. Na ´Schuivende glazen op een nat dienblad´ en ´Mevrouw zit achter haar balie´, werkt hij nu aan een verhaal dat zich afspeelt in de publieke leeszaal van een bibliotheek.

Mail

Ferry Wieringa (1975) schrijft over ogenschijnlijk onbeduidende levens en plekken. In zijn verhalen spelen figuranten de hoofdrol en schuift de achtergrond naar het voorplan.

Wies van der Velde is maker en illustrator, wonend en werkend in Utrecht. Haar werk kenmerkt zich door het gebruik van diverse materialen, wat resulteert in een gevarieerd beeld.

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
test
het laatste
Enterprise, Alabama

Enterprise, Alabama

Charlotte Duistermaat neemt je mee in de enigszins absurde culturele en historische impact van een snuitkeverplaag op een Amerikaans dorpje en de vergelijkbare migratiestromen van mens en dier. Lees meer

Auto Draft 5

Verpopping

Wanneer een rups zich in de sombere wintermaanden in haar keukenraam nestelt, koestert de hoofdpersoon in dit verhaal van Esther De Soomer voor het eerst weer gevoelens van liefde en tederheid. Lees meer

Huizen, omhulsels 1

richtingen, ruimtes, rijping

Anne Ballon schreef drie gedichten over een innerlijk dialoog. Met zachte, precieze en lichamelijke beelden neemt Anne ons mee in een conflict tussen een ‘jij’ die naar geborgenheid in seksuele ervaringen zoekt en een ‘ik’ die aan dit zoeken probeert te ontsnappen. Lees meer

Stilte

Stilte

Haren wassen bij de kapper, of een ochtendkoffie in een treincoupé. Angelika Geronymaki neemt je in dit gedicht mee langs vormen van stilte. Lees meer

Schieten op de maan

Schieten op de maan

'I shot the moon, and I’ll do it again if I have to.' Julien Staartjes vindt het moeilijk te bevatten hoe de wereld letterlijk in brand staat, maar er toch vooral ogen zijn gericht op wie de grootste raket kan bouwen. Daar kan geen fictie tegenop, maar je moet het toch proberen. Lees meer

Ik was elf

Ik was elf

In dit verhaal onderzoekt Jochum Veenstra waar de grens tussen fictie en werkelijkheid ligt voor kinderen. En tot welk punt kan je als ouder je zoon beschermen? Lees meer

 1

De zee

Mariska Kleinhoonte van Os schrijft met groot mededogen en rauwe eerlijkheid over degenen die tussen de mazen van het net en de mazen van de wet vallen, in de verhalenbundel 'Tussen de mazen' die op 14 februari verschijnt. Op onze site lees je alvast een voorpublicatie. Lees meer

De rattenkoning

De rattenkoning

Een schoolreis naar Praag klinkt als een feestelijke afsluiting van de middelbare school: slapeloze busritten, sigaretten in de schaduw van kasteelparken en stiekeme plannen om absint te drinken in hotelkamers. Maar in dit verhaal van Nick De Weerdt eindigt de reis voor een onafscheidelijke vriendinnengroep met een onverwachte confrontatie: de rattenkoning. Lees meer

Even zweven de levende wezens

Even zweven de levende wezens

Voor Hard//hoofd dicht Pim te Bokkel over de verschillende facetten van water: de kalmte en geborgenheid ervan, of juist de dreigende weidsheid. Dit is een voorpublicatie uit de bundel 'Even zweven de levende wezens' die op 16 januari bij uitgeverij Wereldbibliotheek verschijnt. Lees meer

Een echte vis

Een echte vis

In dit verhaal van Maartje Franken dreigt er meer dan alleen een storm. Kinderen gaan op zomervakantie in de regen, ontdekken een verzonken stad en proberen te documenteren zoals Bear Grylls. Lees meer

Lichamen en monden

Lichamen en monden

Hoelang blijf je toekijken? Wanneer dondert alles in elkaar? Waar zit de zwakke plek van passiviteit? Pieter van de Walle neemt je in dit kortverhaal mee als apathische visverzorger in een Berlijns aquarium. Lees meer

De Groep

De Groep

'Ik ben Jane en Kevin is een lul die te veel ruimte inneemt.' Amal Akbour schreef een verhaal over Jane, een narcistische jonge vrouw die voor het eerst deelneemt aan groepstherapie. Dit is een voorpublicatie van het verhaal dat Amal schreef als onderdeel van het Veerhuis Talentenprogramma. Lees meer

Auto Draft

Rooilijnen

Rik Sprenkels schrijft (als dichter en medewerker bij het Kadaster) over de beleidsregels achter de openbare ruimte: voor de gewone sterveling zijn ze onzichtbaar, terwijl ze wel veel invloed hebben op hoe hun wereld werkt en eruitziet. Lees meer

Verboden toegang 8

Verboden toegang

Afgelopen zomer kregen tien aanstormende schrijftalenten de kans om deel te nemen aan het eerste Schrijverskamp van literair podium Frontaal. Onder begeleiding van verschillende schrijfcoaches werkten ze aan teksten rondom het thema Groen. De resultaten daarvan vind je deze week op Hard//hoofd. In woord én beeld dicht Maaike Rijntjes over iemand die terugkeert naar het bungalowpark waar die opgroeide. Lees meer

Momentum

Momentum

Afgelopen zomer kregen tien aanstormende schrijftalenten de kans om deel te nemen aan het eerste Schrijverskamp van literair podium Frontaal. Onder begeleiding van verschillende schrijfcoaches werkten ze aan teksten rondom het thema Groen. De resultaten daarvan vind je deze week op Hard//hoofd. Sanne Lolkema dicht op drie levels over de prestatiemaatschappij: van micro-, naar macro- en mesoniveau. Lees meer

Herkauwen

Herkauwen

Afgelopen zomer kregen tien aanstormende schrijftalenten de kans om deel te nemen aan het eerste Schrijverskamp van literair podium Frontaal. Onder begeleiding van verschillende schrijfcoaches werkten ze aan teksten rondom het thema Groen. De resultaten daarvan vind je deze week op Hard//hoofd. Tussen ongemak en walging in dicht Moni Zwitserloot over zowel baren als geboren worden: 'je kruipt uit je dode vel / naar buiten / de broeierige nacht in'. Lees meer

Podiumgeil

Podiumgeil

Afgelopen zomer kregen tien aanstormende schrijftalenten de kans om deel te nemen aan het eerste Schrijverskamp van literair podium Frontaal. Onder begeleiding van verschillende schrijfcoaches werkten ze aan teksten rondom het thema Groen. De resultaten daarvan vind je deze week op Hard//hoofd. Birsu Tamer schreef een tekst voor een acteur die als het monster van Frankenstein diens publiek bespeelt. Lees meer

Handleiding

Handleiding

Afgelopen zomer kregen tien aanstormende schrijftalenten de kans om deel te nemen aan het eerste Schrijverskamp van literair podium Frontaal. Onder begeleiding van verschillende schrijfcoaches werkten ze aan teksten rondom het thema Groen. De resultaten daarvan vind je deze week op Hard//hoofd. In 'Handleiding' schrijft Ettie Edens over eenzaamheid, identiteit en gezien willen worden - en over iemand die een muur van haar kamer verft en daar zo in doorslaat dat ze in de kamer verdwijnt. Lees meer

De serre

De serre

Afgelopen zomer kregen tien aanstormende schrijftalenten de kans om deel te nemen aan het eerste Schrijverskamp van literair podium Frontaal. Onder begeleiding van verschillende schrijfcoaches werkten ze aan teksten rondom het thema Groen. De resultaten daarvan vind je deze week op Hard//hoofd. Johanna Loman schreef een verhaal over een jonge vrouw op een klimaatprotest: Wat als je wel moreel besef hebt, maar liever je kop in het zand steekt? Lees meer

Hertenkalf 2

Hertenkalf

Afgelopen zomer kregen tien aanstormende schrijftalenten de kans om deel te nemen aan het eerste Schrijverskamp van literair podium Frontaal. Onder begeleiding van verschillende schrijfcoaches werkten ze aan teksten rondom het thema Groen. De resultaten daarvan vind je deze week op Hard//hoofd. Tessa van Rooijen dicht in dit vierluik over het aangaan van verbindingen en het dragen van een dood hertenkalf: 'jongens is het sexy om een dood hertenkalf in je lichaam te hebben?' Lees meer

Lees Hard//hoofd op papier!

Hard//hoofd verschijnt vanaf nu twee keer per jaar op papier! Dankzij de hulp van onze lezers kunnen we nog vaker een podium bieden aan aanstormend talent. Schrijf je nu in voor slechts €2,50 per maand en ontvang in september je eerste papieren tijdschrift. Veel leesplezier!

Word trouwe lezer