Asset 14

De redding van Andrés Escobar

Kort verhaal: De redding van Andrés Escobar

Diego is geboren op de sterfdag van de Colombiaanse voetballer Andrés Escobar (geen familie van). Bij Diego's zoektocht naar zijn biologische moeder vergezelt Andrés Escobar hem in gedachten.

In Pasadena staan de hoogste palmbomen van Noord-Amerika; bevoorrecht rijzen ze uit boven het Rose Bowl-stadion. Na mijn dood wil ik wel zo’n palmboom zijn en neerkijken op de quarterbacks of wide receivers van UCLA Bruins die om de twee weken op het veld mijn eer verdedigen. Boven de hoofdingang staat een kitscherige afbeelding van een roos. Daaronder de naam van het stadion, netjes aan elkaar geschreven in een meisjesachtig handschrift.

Ik vertel vaak dat ik ben geboren op de dag dat Andrés Escobar is vermoord. Maar de meeste mensen denken dan aan die andere Escobar, Pablo de drugsbaron.

Het stadion is het eindpunt van mijn reis. In maart begon ik in Colombia en na maanden reizen door Centraal Amerika ben ik eindelijk in Californië. Op deze laatste vrijdag van de maand is het Rose Bowl open voor publiek. Een vriendelijke zwarte vrouw leidt mij en een groep oudere Amerikaanse mannen rond. Maar de foto’s van oud-spelers aan de muren en de feitjes over het stadion, gebouwd in 1922, interesseren mij niet. Als Nederlander weet ik niets van American Football. Pas als we door de catacomben naar buiten lopen en ik het enorme veld zie liggen, word ik enthousiast. Ik vraag aan de gids of ik op het gras mag lopen, daar even mag zitten. Ze kijkt bedenkelijk. Het is warm.

‘It’s fine boy. But don’t put off your cap.’

De oude mannen grijnzen. En daar ga ik, naar de plek waar het allemaal is gebeurd twintig jaar geleden, op 22 juni 1994. Ik zoek een plek op het kunstgras tussen twee witte lijnen, ga op mijn rug liggen en sluit mijn ogen. Jammer dat het veld nu wordt gebruikt voor American Football. Want als het voetbalveld er nog had gelegen had ik precies de plek kunnen aanwijzen waar de Colombiaanse verdediger Andrés Escobar op die snikhete zomerdag in 1994 een fatale fout maakte en de bal in eigen doel schoot. Zijn team speelde een wedstrijd tegen het gastland van het WK, de Verenigde Staten, maar verloor die met 2-1. Van vrienden van mijn ouders heb ik een videoband van de hele wedstrijd gekregen. Escobars eigen doelpunt in de vijfendertigste minuut heb ik zo vaak bekeken dat er streepjes in het beeld zijn gekomen.

De Colombianen werden in de groepsfase al uitgeschakeld. Niet alle spelers durfden daarna in het vliegtuig naar Bogotá te stappen. Escobar deed dat wel. Hij schreef nog een brief aan de krant, waarin hij zijn excuses aanbood die hij besloot met de volgende woorden: La vida no termina aquí. Het leven eindigt niet hier. In de vroege ochtend van 2 juli 1994 werd hij doodgeschoten, op de parkeerplaats bij nachtclub El Indio in Medellín. Een bizarre vergelding. En op die ochtend werd ik geboren in dezelfde stad. In mijn dossier staat dat mijn vader verdween en dat mijn moeder niet voor mij kon zorgen. Ze stond mij ter adoptie af aan een weeshuis. Het leven eindigt niet hier.

Ik vertel vaak dat ik ben geboren op de dag dat Andrés Escobar is vermoord. Maar de meeste mensen denken dan aan die andere Escobar, Pablo de drugsbaron. Zelfs nu hij dood is heeft Andrés nog de pech dat zijn beruchte naamgenoot net zo gewelddadig om het leven is gekomen. Pablo de schurk kreeg documentaires. Een eigen speelfilm. En een serie op Netflix.

Mijn vriendin studeert psychologie en vorig jaar op 22 juni, toen we aan het eten waren in een Colombiaans restaurant, zei ze: ‘Je hebt die voetballer nodig, omdat je nooit een bevredigend verhaal hebt gehad. Ik heb net als de meeste andere mensen foto’s van mijn geboorte en de eerste maanden van mijn leven, aangevuld met alle verhalen van mijn ouders natuurlijk. Sommige mensen weten zelfs waar en wanneer ze zijn verwekt. Dat mis jij allemaal. Het enige wat je hebt is een dossier.’

In Medellín, het startpunt van mijn reis drie maanden geleden, heb ik voor het eerst mijn moeder ontmoet. Ik hoefde geen privédetectives of televisieprogramma’s in te schakelen, want ik kreeg van het FIOM, een organisatie die wereldwijd naar familieleden zoekt, in februari een e-mail met goed nieuws. Ze konden een ontmoeting regelen.

Op een namiddag in april nam ik een bus naar de voorstad Envigado en toen de billboards en drukke kruispunten plaatsmaakten voor smalle wegen met aan beide kanten elektriciteitspalen, golfplaten daken, bakstenen huizen met meerdere etages, lage winkeltjes en in de verte de slordige contouren van de bergen, kreeg ik een bloedneus.

Nooit meer zal ik zenuwachtig zijn voor een date of sollicitatiegesprek. Je eigen moeder voor het eerst ontmoeten is nog veel ongemakkelijker.

Misschien was het de hoogte van zeventienhonderd meter, misschien waren het de zenuwen. Ik had geen tissues bij me en liep in paniek door de bus terwijl ik mijn neus dichtkneep. Een meisje op de achterbank in een bloemetjeslegging gaf mij haar gebruikte zakdoek. Na tien minuten stopte het bloeden.

De chauffeur zette me netjes af voor de halte die ik op mijn kaart had aangewezen. In de eerste zijstraat zat een internetcafé waar een paar jongens achter ouderwetse monitoren spelletjes speelden terwijl boven hun hoofden een ventilator draaide. Daar hadden we afgesproken. Nooit meer zal ik zenuwachtig zijn voor een date of sollicitatiegesprek. Je eigen moeder voor het eerst ontmoeten is nog veel ongemakkelijker. Na een kwartier kwam ze binnen in een paarse blouse en met een leren tas over haar schouder. Omdat ik de enige twintigjarige in het café was, liep ze aarzelend op me af. Ze vroeg in het Spaans of ik Diego was. Er waren geen tranen, geen omhelzingen, geen hartelijke woorden. Met beide handen hield ze mijn schouders vast, daarna mijn gezicht en ze knikte goedkeurend.

Lopend op weg naar haar huis keken we elkaar af en toe aan om verlegen te glimlachen. Ze was kleiner dan ik had verwacht en ik merkte dat ik haar neus had. Die was te groot voor haar gezicht, net als bij mij. Lange haren tot haar onderrug en ze was nog zo jong. Haar huis was klein, maar binnen zag het er niet armoedig uit. Het grootse verschil met Nederlandse huizen waren de kapotte leren banken en de kale betonnen vloer. Mijn halfbroers Enrique en Hernán zaten al aan tafel. Zij omhelsden mij wel en probeerden later in gebrekkig Engels gesprekken met mij te voeren. Mijn moeder wees de hele tijd naar het eten en moedigde mij aan om meer te nemen, alsof ze al mijn vorige maaltijden wilde overtreffen.

De rest van de avond ging in een roes voorbij. Enrique en Hernán hadden speciaal voor mij hun vrienden uitgenodigd. Niemand sprak goed Engels en we dronken flesjes Cerveza Aguila. Ik probeerde namen te onthouden, vertelde over mijn reisplannen naar Panama en verder naar het noorden, luisterde naar gesprekken in het Spaans, haalde Enrique en Hernán een paar keer door elkaar en zakte later neer op een bank naast twee andere jongens die in het halfduister een wedstrijd volgden van Atlético Nacional, de club van Andrés Escobar, en toen wist ik het zeker: zijn dood had betekenis. Mijn moeder kwam nog bij me zitten, maar het lukte niet goed om een gesprek te voeren. Ik nam me voor om Spaans te leren en liet nog een foto van mijn vriendin zien.

Een paar uur later schrok ik wakker. Iedereen was weg en iemand had een deken over mij heen gelegd. Op de andere bank lag een van de vrienden van Enrique en Hernán te slapen, zijn benen uitgestrekt over een bijzettafel waarop nog flesjes stonden. De televisie stond op standby en het lichtje gaf een groenkorrelige gloed. Alles was rustig, alles klopte en ergens in de hoge nacht blaften twee honden. De tranen die eerder niet vielen kwamen toch. Ik haalde de tissue uit mijn zak en de opgedroogde vlekken bloed werden weer vochtig en warm.

Als een sjamaan probeer ik Andrés Escobar te dromen, hem tot leven te wekken op het warme gras van dit grote stadion, hem een nieuwe kans te geven, maar ik kan me niet concentreren door de hitte die als een wave over het kunstgras rolt. De Inca’s of Azteken vonden het niet erg om aan de zon geofferd te worden omdat ze geloofden dat geboorte en dood niet aan mensen toebehoren. De goden hebben alles al voor je vastgelegd, waar en wanneer je wordt geboren, waar en wanneer je sterft. Je leven is niet van jou maar van hen.

‘Hey kid, are you going to stay there forever?’

Voordat we verdwijnen in de catacomben, werp ik nog een blik op de lege tribune.

Mail

Joost Vormeer is tekstschrijver en freelance journalist. Hij won in 2013 de El Hizjra Literatuurprijs en schreef verhalen voor De Revisor en De Optimist. Een eerdere versie van dit verhaal las hij voor in het programma Kamera Kultura van Het Nutshuis in Den Haag.

Pirmin Rengers is illustrator en docent. Hij woont in Assen, werkt overal en houdt van hobby's.

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven

Steun de makers van de toekomst

Hard//hoofd is een vrije ruimte voor nieuwe makers. Een niet-commercieel platform waar talent online en offline de ruimte krijgt om te experimenteren en zich te ontwikkelen. We zijn bewust gratis toegankelijk en advertentievrij. Wij geloven dat nieuwe makers vooral een scherpe en eigenzinnige stem kunnen ontwikkelen als zij niet worden verleid tot clickbait en sensatie: die vrijheid vormt de basis voor originele verbeelding en nieuwe verhalen.

Steun ons

  • Jochum VeenstraHoofdredacteur
  • Mark de BoorderUitgever
  • Nina LäugerAdjunct-hoofdredacteur
Lees meer
het laatste
Gedicht zoekt beeld (deel 1) 2

Poetry International X Willem de Kooning Academy: Gedicht zoekt beeld

Hoe kun je poëzie ook anders ervaren dan via de bundel of op het podium? Achttien studenten illustratie van de Rotterdamse Willem de Kooning Academie lieten zich inspireren door het werk van de dichters van het 53ste Poetry International Festival (9 – 11 juni Rotterdam). Hard//hoofd presenteert een selectie van hun illustraties in combinatie met de gedichten. Alle achttien zijn gedurende het festival te zien in een expositie in LantarenVenster en op de route tussen de festivallocaties op Katendrecht. Lees meer

De diepte in

De diepte in

Wie heeft woorden nodig als je elkaar aan kunt raken? In dit verhaal van Martien van Agtmaal lees je over liefde diep in de zee. Lees meer

:De on//smakelijke week: Hoe je spijt kan loslaten (werktitel) 2

De on//smakelijke week: Deegman

Zuiver je van jouw on//smakelijke emoties met een literaire meditatie door Kiriko Mechanicus. Op het menu: spijt. Kneed alle spijt die je voelt tot een deegman, voordat je hem op 220 graden in de oven bakt. Eet smakelijk! Lees meer

schilderij van varkenskarkassen die aan haken hangen in een slagerij

De on//smakelijke week: Waar het vlees begint

Wat is de connectie tussen het vrouwelijk lichaam en vlees? Waarom kunnen we alleen van iets houden als we het kunnen aaien? Elianne van Elderen onderzocht het in dit gedicht over donshaartjes, de smaak van wondvocht en middelgrote zwarte honden. Lees meer

Knieën

Knieën

‘Hij probeerde net zo breed te lopen als de rest, maar zijn benen bewogen anders.’ Een verhaal van Werner de Valk over een jongen zonder eilandersknieën, die de ondoordringbare mist opzoekt en er lachend in verdwijnt. Lees meer

Illustratie van twee mensen die boven elkaar hangen en elkaar aankijken

Grenslaag

‘Terwijl ik naderde, zag ik de oude man: naakt op zijn rug, ogen gesloten. Zijn neus herkende ik eerst.’ Een magisch realistisch verhaal van Lieven Stoefs, waarin de hoofdpersoon als in een droom een lichaam in een mortuarium vindt. Lees meer

hands over face hands together

hands over face hands together

Puck Füsers liet zich inspireren door het werk van Keith Haring en schreef een gedichtenreeks vol springende hondjes en grommende koelkasten. Lees meer

Digitale collage in zwart-wit van twee mannen die met hun rug tegen elkaar aan staan, de linker man heeft een leren jack aan en een petje op en kijkt voor zicht uit, de rechterman heeft een leren jack aan en heeft een lichtbol die reflecteert op zijn gezicht waardoor zijn hoofd niet zichtbaar is.

Ricky Orion

In dit verhaal van Dave Boomkens duikt er uit het niets een excentriek figuur op in het leven van ons hoofdpersonage. Wat wil hij precies? Lees meer

illustratie van een meisje in een tent waarin ze leest en veel spullen om zich heen heeft staan, in contrast met de paarse lucht buiten

De magen zagen bleek in dit licht

'Ik heb een onstilbare behoefte mensen van hier te ontmoeten / op zoek naar een bewoonbare waarheid.' De gedichten van Angelika Geronymaki worden bevolkt door bietjes, bralhonden en bulderende koeien: lijfelijke poëzie die je voelt en proeft. Lees meer

Illustratie van een vrouw die een deur opent en daarachter een wereld van verschillende kleuren ziet

Rust Roest

Met dit verhaal waarin surrealisme en de werkelijkheid op een poëtische manier in elkaar overlopen, won Chris Kok de Debutantenschrijfwedstrijd van Editio. Lees meer

Kamer aan zee

Kamer aan zee

Twee mensen ontmoeten elkaar: de een werkt in een hotel en de ander wordt niet vaak tegengesproken. Wat volgt zijn een strandopgang, cocktails en een gedeelde sigaret. Lees meer

Met welke zin begin ik de laatste zinnen?

Met welke zin begin ik de laatste zinnen?

Vivian Mac Gillavry schreef een reeks korte verhalen over de vragen waarmee we achterblijven vlak na de dood van een dierbare, van 'Wanneer besloot hij dat hij gecremeerd wilde worden?' tot 'Welke schoenen zijn gepast voor de uitvaart?'. Lees meer

Mijn buurjongen 1

Mijn buurjongen

"In hun vriendschap waren ze onaantastbaar, als een groep soldaten voor een veldslag." Een kwetsbaar kort verhaal van Lars Meijer waarin tractors worden opgegeten, kleedkamers vol stoom hangen en geheimen worden ontdekt. Lees meer

Een ongelukje in Niemandsland 3

Een ongelukje in Niemandsland

Hoe weet je of dat wat je kiest het juiste is? Een kort verhaal van Stefanie Gordin over liefde, zwangerschap en autonomie. Lees meer

Rode sloffen

Rode sloffen

Soms begint het afscheid nemen al voordat het verlies er is. Een kort verhaal van Werner de Valk over het afscheid nemen, het gesprek daarover aangaan, en wat te doen met alles dat achterblijft. Lees meer

Meander (maar ook weer wel)

Meander (maar ook weer wel)

In het park achter het huis van haar ouders staat een plakkaatje met een gedicht van Marte Hoogenboom, dat ze schreef toen ze nog anders heette. Zo nu en dan gaat ze erlangs om het te herlezen, maar of ze er ooit écht naar terug kan? Lees meer

Stemvorken

Stemvorken

Hoe onderzoek je lesbische aantrekking als je eerste kennismaking daarmee porno is, gericht op een mannelijke fantasie? Met ‘Stemvorken’ won Leonore Spee Het Rode Oor 2022, de erotische schrijfwedstrijd van Vlaams-Nederlands huis deBuren. Lees meer

Ongewerveld

Ongewerveld

Kan erotiek ook schuilen in pijn, verdriet en kwetsbaarheid? Met ‘Ongewerveld’ won Jori(k) Amit Galama de juryprijs van Het Rode Oor 2022, de erotische schrijfwedstrijd van Vlaams-Nederlands huis deBuren. Lees meer

De bomen in Roemenië zijn ook vaderloos 2

De bomen in Roemenië zijn ook vaderloos

'ik miste collectieve haast / treinen waar de airco nooit gewerkt heeft / de eenheid die in eenzaamheid zit'. In gedichten die geuren naar 'oostblokstank' onderzoekt Francesca Birlogeanu vervreemding en verdwenen vaders. Lees meer

Dit is ook mijn vakantie

Dit is ook mijn vakantie

"Dit ben ik, met mijn nieuwe wandelschoenen, helemaal uitgerust en braaf nog." Hij hoogtevrees. Zij onverschrokken. In dit korte verhaal van Werner de Valk pakt een hike door de bergen wel heel anders uit dan verwacht. Na afloop zijn daar gelukkig altijd nog de foto's. Lees meer

Steun de makers van de toekomst. Sluit je aan bij Hard//hoofd!

Hard//hoofd is een vrije ruimte voor nieuwe kunstenaars en schrijvers. Een niet-commercieel platform waar talent online en offline de ruimte krijgt om te experimenteren en zich te ontwikkelen. Wij zijn al meer dan twaalf jaar bewust gratis toegankelijk en advertentievrij. Onze kunstverzamelaars maken dit mogelijk. Sluit je vóór 1 juli aan en ontvang al in juli je eerste kunstwerk én je eigen Hard//hoofd-tasje. Veel verzamelplezier!

Steun en verzamel