Asset 14

Collateral damage

Steven lijkt alles in zijn leven onder controle te hebben. Maar als bij zijn kat vlooien geconstateerd worden, dreigen de fundamenten onder zijn bestaan weg te vallen en slaat de waanzin toe...

Steven was niet obsessief, hij was zorgvuldig. Hij woonde al zesentwintig jaar in Brunsting in het enige huis van vierenzestig vierkante meter dat hij kon vinden, groot genoeg om in te wonen en klein genoeg om schoon te houden. Negen jaar na de koop van dit perfecte huis, kwam de kat. Die had geen naam nodig, vond Steven. Ze woonde overdag op zolder en ’s avonds op Stevens schoot. Mireille was nieuw. Haar spulletjes waren nog maar net uitgepakt. Mireille hield van Steven en ook wel een beetje van de kat, maar net iets meer nog van de zolder. Daar wilde ze een leuk kamertje van maken. Voor logés, maar als die er niet waren voor zichzelf.

Het was Mireille die Steven en zijn andere huisgenoten aan elkaar voorstelde.
‘Je hebt vlooien,’ zei ze.
‘Dat kan niet, de kat komt nooit buiten.’
‘Er zaten er drie op mijn been. Ze zitten boven.’
‘Vlooien zitten overal als ze er zitten en hier zitten ze niet, dus ook niet boven.’
Mireille trok haar wenkbrauwen omhoog, zodat haar ogen groot genoeg werden om Steven boos aan te kijken. Nu moest hij ruzie maken, wist Steven, maar dat had hij nog nooit gedaan. Hij startte Netflix op. Zij stampte terug naar de zolder. Hij was nog niet klaar met het vergeten van de ruzie of Mireille stond alweer naast hem. Dit keer met een bakje water met twee zwarte beestjes erin.
‘Wat zijn dit dan?’ vroeg ze.
Steven keek in het bakje.
‘Dat zijn vlooien,’ zei Steven. Hij vroeg zich af of hij nu sorry moest zeggen en deed dat voor de zekerheid. Dat was blijkbaar niet goed.
‘Ik hoef geen excuses. Wat gaan we hieraan doen?’
‘Vlooien gaan niet vanzelf weg, we moeten ze doodmaken,’ antwoordde Steven en hij typte 'vlooien bestrijden' in de Google-zoekbalk op zijn mobiel.
‘Heb je de kat wel ontvlooid?’
‘De kat komt nooit buiten,’ herhaalde Steven juist toen hij las dat een kat altijd preventief tegen vlooien moet worden behandeld, óók als het dier alleen maar binnenshuis vertoeft. Steven kreeg pijn. Hij wist niet precies waar, maar ergens op zijn borst. Ook het ademen ging niet meer vanzelf, tenminste niet zo vanzelf als het hoorde te gaan. Hij keek naar Mireille. Ze leek nog steeds boos, maar hij durfde het niet te vragen.
Natuurlijk was ze boos. Vlooien zijn vies.
‘Ik ga ze bestrijden,’ beloofde hij.
‘De dierenwinkel is nog open. Ik ga om advies vragen en ik neem meteen alles mee om ervan af te komen. Maak je geen zorgen,’ zei hij. Vanuit de open voordeur keek hij naar Mireilles gezicht. Hij had ooit gelezen dat een relatie maar één dag ruzie kon overleven. Die vlooien moesten dus binnen een dag verdwijnen.

‘Dat gaat niet lukken,’ lachte de verkoper, ‘Maar met een goede tapijtspray en een vlooienmiddel voor de kat, krijgt u het wel onder controle.’ Hij drukte Steven drie spuitbussen in de hand en een doosje waar een plaatje van een vlo op stond en een van een kat.

Als Mireille zou zien dat hij het goed aanpakte, zou ze misschien van hem blijven houden, bedacht hij op weg naar huis. Hij googelde. Het hele huis moest goed worden geboend. Hij moest alles wat van stof was uitwassen op zestig graden en wat niet uitgewassen kon worden, weggooien. Hij kon testen of er nog vlooien waren door bordjes zeepwater met een lamp erboven op de vloer te zetten. Vlooien sprongen daar blijkbaar graag in, maar kwamen er niet meer uit. Dan vergif spuiten, over het hele tapijt, maar vooral ook in kiertjes en bij de plinten.

‘Ja, krab maar!’ brulde Steven. Dat deed het dier.

Thuis vertelde hij alles aan Mireille. Zij bood aan de was te doen.
‘Ik stop alles in plastic zakken en daar moet je eerst water in spuiten onder de douche en dan pas de kleren wassen,’ instrueerde Steven haar, terwijl hij al was begonnen met inpakken. Mireille wilde hem helpen, maar halverwege gooide hij de was op de grond en schreeuwde:
‘Waar is de kat? Die moet ik eerst ontvlooien!’
Steven ving een glimp van de zwarte staart op. Mireille stond in de weg.
‘Hij zit achter jou,’ zei hij en voor ze haar hoofd had omgedraaid, duwde Steven haar aan de kant, nam een sprong en greep het lichaam van de kat met twee handen stevig vast.
‘Ja, krab maar!’ brulde Steven. Dat deed het dier. Steven liet niet los. In plaats daarvan werkte hij de kat de zoldertrap af, nam haar onder zijn arm en pakte met zijn vrije hand het vlooienmiddel. Snel las hij de gebruiksaanwijzing.
‘Mireille!’ riep hij naar boven, ‘maak dit pipetje voor mij open!’
‘Mireille!’ riep hij nogmaals terwijl ze de zoldertrap afkwam. Veel te langzaam deed ze wat hij vroeg en luttele seconden later was de nek van de kat nat van vlooienmiddel. Steven liet het dier los, dat een sprint trok terug naar de zolder. Steven volgde haar voorbeeld, waarop het dier met hetzelfde tempo terug naar beneden ging. Hij vervolgde zijn werkzaamheden op zolder. Was in zakken, stofzuigen, toch maar meteen de boel bespuiten. Het was donker geworden toen hij beneden begon. Op het aanrecht stond een bord met restjes spaghetti en een vol bord.
‘Ik heb geroepen voor het eten, maar je hoorde me niet,’ zei Mireille.

Steven begon de bedden af te halen. Het vloerkleed gooide hij naar buiten. De matrassen stofzuigde hij om ze vervolgens te bespuiten, net als alle plinten.
‘Waar moeten we dan slapen vannacht?’ vroeg Mireille. Ze wilde hem aanraken, maar hij bewoog te snel, waardoor ze met haar hand ter hoogte van zijn bovenarm achter hem aan bleef lopen.
‘Rustig nu even, het komt zo wel goed,’ zei ze, ‘het belangrijkste is de kat en de vloer, dat heb je nu toch gedaan, lieverd?’
Het lukte haar om kort zijn bezwete wang te strelen.
‘Maak je geen zorgen,’ zei Steven, ‘Ik heb die vlooien zo dood.’
‘Kom nu gewoon even lekker bij me zitten,’ maar Steven hoorde het al niet meer. Hij verspreidde de bordjes zeepwater. Hij had maar één bureaulampje om boven een bord te zetten, maar dit onderdeel was toch niet meer dan een test. Even was er niets meer te doen. Ze sliepen die nacht op het bespoten matras met daarover net uitgewassen, nog vochtige lakens.

De verkoper had gelijk gehad. Op dag twee zaten er dertien vlooien in het bordje met de lamp erboven. Steven ontdekte hoekjes die hij de vorige dag niet had bespoten en kocht een nieuwe voorraad spray.

Op dag drie zaten er vier vlooien in het bordje. Hij vloekte luidkeels. En schopte tegen de nieuwe stoelen die Mireille op zolder had gezet.
‘Misschien moet ik de vacht van de kat ook inspuiten,’ zei hij, ‘die rotvlooien zijn er nog steeds!’
Mireille probeerde hem te sussen door ‘Ssssst’ te fluisteren. Dat werkte niet.

Hij sloop met een spuitbus in de richting van de kat, greep haar staart en begon het dier te bespuiten. Mireille deed haar handen over haar oren, maar het gekrijs ging er dwars doorheen. Luid huilend klom ze de zoldertrap af. Dat werkte wel.

Steven kwam achter haar aan. Ze zat op de bank, haar hoofd in haar handen. Langzaam liet hij zich zakken en schoof naar haar toe. Hij legde een arm over haar nek, greep haar schouder en trok er voorzichtig aan. Een zucht van opluchting blies haar lange haar in haar gezicht toen ze zich tegen hem aan liet vallen. Hij wachtte. Ze zei niets. Hij kuste haar voorhoofd. Ze zei niets. Hij wachtte. Zij legde haar hand op zijn buik en keek met haar betraande ogen langzaam omhoog. Er kwamen geen nieuwe tranen uit. Hij kuste haar nogmaals op haar voorhoofd.
‘Maak je geen zorgen, schat,’ fluisterde hij, ‘ik heb vannacht nog maar vier vlooien gevangen. Het wordt al veel minder.’
Mireille barstte opnieuw in tranen uit. Steven liet haar los op de manier zoals iemand een baby loslaat die zojuist op een commode is gelegd en hij sloop naar boven. De kat gaf over. De spieren in haar achterpoten trokken spastisch samen en ontspanden weer, waardoor haar achterlichaam snel fluctueerde tussen zitten en staan.

‘Nog een keer alles wassen en nog maar eens spuiten,’ dacht Steven. Hij begon. Het werd laat.

‘We hebben gewonnen!’ schreeuwde Steven naar beneden. Er kwam geen antwoord.

Steven was op de zoldervloer in slaap gevallen. Voor Mireille was dat de helft van de laatste druppel. De dode kat was de andere helft.
Die ochtend was het bordje met zeepwater leeg.
‘We hebben gewonnen!’ schreeuwde Steven naar beneden. Er kwam geen antwoord. Hij liep de trap af en herhaalde het statement nog eens, maar deze keer luider en hij voegde er ‘schat’ aan toe. Geen antwoord.

‘Eitjes,’ dacht hij, ‘er kunnen nog eitjes uitkomen.’ Hij zette nieuwe zeepbordjes neer. Die moesten twee weken leeg blijven om zeker te zijn. Dan zou Mireille wel terugkomen. Hij zou het continu in de gaten houden en desnoods elke vlo individueel bespuiten. De dagen duurden lang.

Steven zat op een van de nieuwe stoelen. Voor hem stond een nog verzegelde spuitbus. De zeepbordjes bleven leeg. Mireille bleef weg. De kat bleef dood.

‘We hebben gewonnen,’ fluisterde hij.

Mail

Hilko Timmer is nog niet vergeten dat hij ooit afstudeerde als bioloog. Hij houdt van de grillen van het leven en toont die liefde in korte verhalen en columns.

Reinout Dijkstra is illustrator uit Zwolle. Hij maakt tekeningen, schilderingen, foto's en soms ook nog een klein tekstje. Zijn werk is geaard in zijn eigen ervaringen, hij geniet van dingen als lichtval, kleur en is niet vies van een grapje.

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
Lees meer
test
het laatste
Eiland zonder eilandjes

Eiland zonder eilandjes

Bram de Ridder is vervangend psychiater op Bonaire. Maar hoe moet hij zich als witte zorgprofessional verhouden tot de mensen van het eiland? Lees meer

De rode draad 1

De rode draad? Dat zijn wij, voor elkaar

Jihane Chaara is geen determinist, maar vraagt zich toch af of sommige ontmoetingen in het leven wel echt toeval zijn. Wat als we allemaal volgens een rode draad met elkaar verbonden zijn, zowel in ons huidige netwerk, als ook met degenen die op magische wijze ons leven in komen? Lees meer

Huizen, omhulsels

Huizen, omhulsels

Anne Schepers had nooit gedacht dat ze een huis kon kopen. Tijdens de verbouwing denkt ze na over huizen als politiek middel, hoe het is om als sociale klimmer ruimte in te nemen en waarom dromen over een fantasiehuis een privilege is. Lees meer

Huizen, omhulsels 1

richtingen, ruimtes, rijping

Anne Ballon schreef drie gedichten over een innerlijk dialoog. Met zachte, precieze en lichamelijke beelden neemt Anne ons mee in een conflict tussen een ‘jij’ die naar geborgenheid in seksuele ervaringen zoekt en een ‘ik’ die aan dit zoeken probeert te ontsnappen. Lees meer

:Consent als verzet: brieven over consent in een koloniale wereld

Consent als verzet: brieven over consent in een koloniale wereld

Consent is complex in een wereld gevormd door koloniaal geweld. Yousra Benfquih vraagt zich in haar eerste brief aan Alara Adilow af hoe consent een instrument kan worden van verzet. Lees meer

:Oproep: Hard//hoofd Biechtlijn

Luister de collectieve biecht uit 'Ssst'!

Voor Hard//hoofd magazine 'Ssst' verzamelden we biechten; de collectieve audiobiecht luister je hier! Lees meer

Met deze column kan ik de wereldvernietigen

Met deze column kan ik de wereld vernietigen

‘Maar als ik die column nu verder schrijf’ zegt Marthe van Bronkhorst, ‘dan komt deze informatie online, en kan ik die AI op ideeën brengen.' Lees meer

Iemand die in je gelooft

Iemand die in je gelooft

Jam van der Aa ontdekte pas laat dat ze autisme heeft. Toen ze jong was herkende jeugdzorg bovendien niet de rol van autisme in de onveilige situatie bij haar thuis. Ze was gedreven en nieuwsgierig, maar lange tijd op zichzelf aangewezen. Dit essay is een pleidooi voor betere jeugdzorg en gaat over veerkracht en jezelf leren begrijpen en vertrouwen. Lees meer

Stilte

Stilte

Haren wassen bij de kapper, of een ochtendkoffie in een treincoupé. Angelika Geronymaki neemt je in dit gedicht mee langs vormen van stilte. Lees meer

Automatische concepten 87

Van mijn spreekkamer tot aan Afghanistan

In haar behandelkamer zit Jihane Chaara als forensisch psycholoog niet alleen tegenover slachtoffers, maar ook tegenover daders van dwingende controle, een vorm van huiselijk geweld. Wat is het verband tussen deze psychologische, onderdrukkende machtstructuur van een individidu als meneer X in haar spreekkamer, en het regime van de Taliban in Afghanistan? Een essay over de verbinding tussen daderschap, ontkenning, grotere structuren van vrouwenonderdrukking en verzet. Lees meer

Lieve Yas 1

Lieve Yas

'Ik ben langzamerhand gaan inzien dat voor mij de scheidslijn tussen absolute vrijheid en eenzaamheid vaag is.' Mischa Daanen schrijft een brief aan zijn ex-date, die na een lange relatie vooral toe was aan vrijblijvendheid. Kan iets wel echte liefde zijn, als je beide andere voorwaarden stelt aan een relatie? Lees meer

Schieten op de maan

Schieten op de maan

'I shot the moon, and I’ll do it again if I have to.' Julien Staartjes vindt het moeilijk te bevatten hoe de wereld letterlijk in brand staat, maar er toch vooral ogen zijn gericht op wie de grootste raket kan bouwen. Daar kan geen fictie tegenop, maar je moet het toch proberen. Lees meer

Einde Schooldag

Einde Schooldag

Leerlingen zijn als tijdelijke passanten van wie je een hoop weet, maar nooit hoe het met ze af zal lopen. 'Ze zijn open eindes', zo schrijft Engels docente Charlotte Knoors in dit persoonlijke essay over de raadselachtige verhouding tussen docent en student. Lees meer

Zo rood als een kreeft

Zo rood als een kreeft

Wanneer twee Spaanse vrienden Ferenz Jacobs uitnodigen voor een protestmars tegen toerisme in Barcelona, voelt hij zich voor het eerst weer een 'outsider'. In dit essay richt hij zich op de gevolgen van massatoerisme op de permanente bewoners. Is er een ander soort toerisme mogelijk, buiten de logica van onderdanigheid, kolonialisme en uitbuiting om? Lees meer

Ik was elf

Ik was elf

In dit verhaal onderzoekt Jochum Veenstra waar de grens tussen fictie en werkelijkheid ligt voor kinderen. En tot welk punt kan je als ouder je zoon beschermen? Lees meer

Ze willen niet dat je dit weet over ons voedselsysteem 1

Kun je liefde delen?

Marthe van Bronkhorst onderzoekt polyamorie: 'Als ik mijn hart versplinterd heb, kan ik het dan minder hard breken?' Lees meer

Auto Draft 4

Tijd buiten de uren om

Micha Zaat sliep binnen een jaar in bijna 60 verschillende hotelkamers. In dit essay licht hij het fenomeen van de hotelkamer als liminaal object toe, en legt uit wat zo'n kortdurend verblijf voor gasten én kamers betekent en waarom het onmogelijk is om ouder te worden in een hotelkamer. 'In het bed waar ik gisteren droomde over sterven in een auto-ongeluk ligt nu iemand te masturberen.' Lees meer

Een ode aan de pornofilm 2

Een ode aan de pornofilm: Het Porn Film Festival Amsterdam

Porno is meer dan wat Pornhub en andere grote platforms ons voorschotelen. Het Porn Film Festival Amsterdam laat deze donderdag tot en met zondag zien, dat porno kwetsbaarder, artistieker en vrijer is dan velen verwachten. Emma Zuiderveen spreekt met organisatoren Erik ter Veld en Franka Bauwens. Lees meer

De macht van het lookje

De macht van het lookje

Columnist Loïs Blank analyseert de stijlkeuzes van Zuckerberg, en Ivanka en Donald Trump. Wat proberen ze met hun kleding te zeggen, en wat hangt er van hun kledingkeuzes af? Lees meer

Auto Draft 2

'Kunnen we vrienden zijn?': over een noodzakelijk veranderende mens-natuur relatie

Wanneer Jop Koopman afreist naar Lombok om de Indonesische visie op mens-natuurrelatie beter te begrijpen, gaat hij op pad met een lokale mysticus. In dit essay onderzoekt hij hoe we de verhouding mens-natuur opnieuw kunnen vormgeven; wat de agency is van onze omgeving, en waarom we vrienden moeten worden met alles rondom ons. Lees meer

Lees Hard//hoofd op papier!

Hard//hoofd verschijnt vanaf nu twee keer per jaar op papier! Dankzij de hulp van onze lezers kunnen we nog vaker een podium bieden aan aanstormend talent. Schrijf je nu in voor slechts €2,50 per maand en ontvang in september je eerste papieren tijdschrift. Veel leesplezier!

Word trouwe lezer