Het is één van de meest intrigerende fenomenen van het menselijk lichaam: het placebo-effect. En dan heb ik het niet over de impact die liedjes van de gelijknamige band kunnen uitoefenen op adolescente fans. Het gaat hier om het verschijnsel dat het lichaam misleid wordt door de geest. Je krijgt een nonsens-medicijn toegediend en je klachten verminderen, puur omdat je gelooft dat het zal werken. Sommigen zien hierin het bewijs dat de geest over het lichaam heerst. Anderen denken juist hiermee te kunnen aantonen dat de psyche niets meer is dan (neuro)biologische processen. Ik denk dat psyche en lichaam niet twee aparte eenheden zijn en elkaar voortdurend beïnvloeden. De geest is misschien uiteindelijk te herleiden tot hersencellen, maar hierbij geldt wel dat het geheel meer is dan de som der delen. Het placebo-effect toont in elk geval aan, welk geloof je ook aanhangt, dat lichaam en geest ontvankelijk zijn voor elkaars mening.
Als ik ooit moeder word zal ik geconfronteerd worden met situaties waarvan ik nu precies zou weten hoe ze aangepakt moeten worden. Als een kind valt heeft het, tenzij het echt te pletter stort natuurlijk, zoveel pijn als de ouders of omstanders geloofwaardig achten. Let maar eens op, wanneer een kind gevallen is kijkt het direct naar mama of papa. Als die meteen naar hem toerent met een wanhopig angstig hoofd kan het kind niet anders dan concluderen dat het onnoemelijke pijn moeten hebben - huilen geblazen. Tilt de ouder het kind echter met een glimlach op en zegt na het aaien van de bezeerde plek 'niets aan de hand hè', dan zal het kind hoogstwaarschijnlijk z'n reeds in de startblokken gezette tranen inslikken en dit beamen - er schijnt immers niets aan de hand te zijn. Uiteraard zijn moeders gewoon bezorgd om hun poezelige plek-in-de-evolutie-bevestigende kroost, en dus storten de meesten zich meteen op het knullig ter aarde gestorte schepsel. Maar eigenlijk werkt dit averechts, want het kind voelt daardoor meer pijn dan nodig is, en verwordt uiteindelijk tot een zeikerd die bij het minste of geringste gaat janken. Dat ga ik dus niet doen. Hoop ik.
Zoals kleine kinderen de beleving van hun pijn laten afhangen van de buitenwereld, zo doen grote kinderen, volwassenen, dat ook. Al luisteren ze in deze het liefst naar hun eigen mening. Als jij vindt dat iets heel erg pijn doet, doet het dat ook. Denk je aan andere dingen en kan je je leed relativeren, dan doet dezelfde wond minder pijn. Hetzelfde mechanisme gaat op voor het toegediend krijgen van een nep-medicijn. Zolang je in de overtuiging leeft dat die zetpil of dat spuitje je leed zal verminderen, gebeurt dat - tot op zekere hoogte althans. In de farmacie wordt elk nieuw medicijn vergeleken met een placebo. Als vuistregel geldt dat een placebo ongeveer een kwart van de klachten vermindert. Doet het nieuwe medicijn hier niet veel bovenop, dan is het niet de moeite het verder tot ontwikkeling te brengen. Bij antidepressiva is dit percentage zelfs op 75% bevonden, maar dat kan uiteraard ook liggen aan het feit dat patiënten erg opbeuren van een arts die eindelijk eens naar hun problemen luistert. Ook is bekend dat deze medicijnen de ondervonden depressiviteit al na een paar dagen significant verminderen, terwijl de werkzame stoffen toch echt een paar weken nodig hebben om hun functie uit te oefenen.
Hoe kan de psyche de mate van pijn of andere lichamelijke narigheden, voortkomend uit de biologie, verminderen? Afgelopen jaar is er een onderzoek gedaan waaruit een verklaring van het placebo-effect blijkt. Proefpersonen kregen op de ene hand een pijnstillende crème gesmeerd en op de andere een controle-crème. Ze moesten vervolgens aangeven hoeveel pijn ze ondervonden van een soort prikje in hun hand. De pijn bleek 25% minder te zijn bij de hand met de actieve crème. Ha, gefopt! Beide crèmes waren dezelfde controlesmeerseltjes - er zat geen enkele werkzame stof in. Waren de mensen te goedgelovig in de geneeskundige krachten van door witte jassen geautoriseerde spulletjes? Niet alleen dat, want biologisch gezien waren er ook veranderingen teweeggebracht in pijnprocessen. Wanneer mensen verwachten dat een bepaalde behandeling effectief zal zijn, wordt het pijncontrole-gebied in de hersens geactiveerd. Dit veroorzaakt de afgifte van endorfines, lichaamseigen pijnbestrijders. Deze stofjes sturen op hun beurt allerlei signalen langs de ruggengraat naar beneden, waardoor inkomende pijnsignalen al op het niveau van het ruggenmerg worden onderdrukt. De pijnsignalen worden vervolgens in verminderde vorm naar de hersens gestuurd. Placebo's zitten dus niet slechts tussen de oren, ze bestrijden actief de pijn.
Psychologische factoren kunnen dus invloed uitoefenen op het vroegste stadium van pijnverwerking in het zenuwstelsel, op een zelfde manier als opium-achtige drugs als morfine. Niets geen zweverige onzin dus - goedgelovigheid loont! Placebo-effecten blijven niet beperkt tot medicijnen; mensen die decafé koffie drinken worden kwieker als ze denken dat het normale koffie is, en zelfs dronkenschap kan geïnduceerd worden met non-alcoholische dranken. Alles onder het mom van wat niet weet wat niet deert; of dus juist wel deert. Kortom, als ons geloof maar sterk genoeg is, kan een mens 's middags een opkikker krijgen, 's avonds dronken worden en de volgende ochtend de katerhoofdpijn stillen met een simpel glas water. Just keep on believing!