Als er een top tien zou bestaan van saaie vragen die je op vakantie kunnen worden gesteld staat “van wat voor muziek hou jij?” sowieso in de top vijf. Ik denk zelfs dat alleen ‘hoe heet je?’en ‘waar kom je vandaan’ vaker voorkomen. Als ik deze vervelende en bovendien buitengewoon lelijke zinsconstructie voor de kiezen krijg breekt het zweet me meestal uit. Wat bedoelt de zogenaamd belangstellende vrager hiermee? Vraagt hij of zij zich af welke muziek ik draai als ik wakker wordt/opsta/de afwas doe/dans voor de spiegel/ga rocken in de club/een bier drink in de keuken…of wat? Wie weet van wat voor muziek ik hou? Ik luister naar waar de pet naar staat en dat gaat van The Roots naar The White Stripes en van The Weepies naar Britney Spears. Soms draait mijn geliefde huisgenoot midden in de zomer Mariah Carey’s tophit ‘All I want for Christmas is you’, en dat kan ik dan ook nog best waarderen.
Zelfs als ik het antwoord op de vraag zou weten, zou ik me niet snel laten verleiden om het te geven. Want wat wil de vrager eigenlijk weten? Overduidelijk heeft hij een dubbele agenda. Hij bedoelt: ben jij net als ik? Ben je een beetje op de hoogte? Wat voor ‘type’ ben jij eigenlijk? Dit zijn hele moeilijke existentiële vragen en ik zit er echt niet op te wachten mijn gevoelens daarover te delen met de eerste de beste halve gare die ik op vakantie ontmoet.
Dat ik het zo benauwd krijg als ik mezelf moet typeren in een subcultuur komt ongetwijfeld omdat ik in Amsterdam woon, waar het idéé van een subcultuur al ‘zo nineties’ wordt gevonden dat je je er onmogelijk aan kan conformeren. In Amsterdam zijn we allemaal unieke persoonlijkheden die houden van de meest vreemde combinaties in stijlen. Om de haverklap hoor je mensen dingen zeggen als “De smurfenhouse kan écht niet, maar is daarom ook juist weer zó gaaf!” en meer van dat soort gekkigheid.
Maar natuurlijk moeten al deze mensen die uniciteit wel ergens uitdragen, en dat kan niet op een ordinair punk of hiphop feestje. Daar hebben we het volgende op gevonden: themafeestjes en festivals. Op deze plekken wordt een nieuw type mens gecreëerd. Dit type heeft niet een kledingstijl of muzieksmaak gemeen, maar meer ‘een bepaalde houding’ tegenover iets. Niemand weet precies wat voor houding en ook niet tegenover wat. Het idee is dat alles kan en alles mag (lees dus moet), behalve dan natuurlijk dat wat niet kan.
Niet duidelijk? Een voorbeeld. Ik was eens op de matjesdisco (dat is een heel leuk feestje waar iedereen zo fout mogelijk verkleed gaat), toen er plotseling, totaal onverwacht, een échte punker binnenkwam met een échte mat. Nou, dat vond iedereen echt hilarisch. Dacht ie zomaar dat ie bij z’n soortgenoten terecht was gekomen. Nou mooi niet dus.
Blijkbaar willen we ons dus niet verbinden aan een soort muziek of kledingstijl, maar wel aan iets ondefinieerbaars als een festival of iets kortstondigs als een themafeest. Daarin doen we allemaal heerlijk ons eigen ding, echt, de mogelijkheden zijn eindeloos en de tolerantiegrens is bijna onbereikbaar. Totdat er iemand opstaat die zegt: “Wacht eens even, ik denk dat ik het heb gevonden. Vanaf nu heb ik dit principe en daar blijf ik bij.” Vanaf dat moment sluiten zich alle deuren naar onze grenzeloze mogelijkheden. Bijna groen van jaloezie wenden wij ons dan af van deze verrader, en wentelen wij ons in ons heerlijke, eindeloze en uitbundige niet weten.