Onder de hashtag #BlackOutTuesday gingen duizenden zwarte vierkanten rond op social media. Tegelijkertijd rees de vraag of dat wel het gewenste effect had: drukten de zwarte vierkanten de belangrijke boodschappen van antiracismeactivisten niet weg? Drie illustratoren gaan in gesprek over de vraag: hoe vang je activisme in beeld, en hoe dun is de scheidslijn tussen een sterke boodschap en een kwalijke misser? “Dit beeld heb ik niet afgemaakt, ik wilde Floyd niet nog langer met zijn moordenaar in één wereld laten zijn.”
Als chef Illustraties is Bram Dirven verantwoordelijk voor de illustraties op Hard//hoofd. Hij wordt wekelijks geconfronteerd met de nuances en afwegingen die komen kijken bij het vangen van het nieuws in beeld. Pirmin Rengers en Rueben Millenaar zijn beiden veel geziene illustratoren op Hard//hoofd.
Dit is een getranscribeerde en geparafraseerde versie van het gesprek tussen Bram, Rueben en Pirmin. Wil je het hele gesprek beluisteren? Dat kan hier.
Bram: Ik wil even met jullie terug naar dinsdag 2 juni. Ik dacht die ochtend dat er iets mis was met mijn Instagram-feed, dat hij de afbeeldingen niet laadde. Ik wist van tevoren niets van die zwarte vierkanten en de hashtag #blackouttuesday.
Rueben: Ik wel, ik heb er in eerste instantie zelfs aan meegedaan. Maar ik heb mijn vierkant later weggehaald, toen ik doorhad dat de berichten van de ‘echte’ organisaties aan het verdrinken waren.
Pirmin: Het is natuurlijk ook wel exáct het tegenovergestelde van wat wij als illustratoren normaal gesproken doen. Wij reageren op het nieuws door middel van beeld dat voor zich spreekt. Dat maakte Black Out Tuesday krachtig, omdat het zó anders is, maar of het zin had… Ik ben bang dat het de antiracismebeweging eerder heeft tegengewerkt dan geholpen.
Bram: In een artikel in The Guardian werd goed uitgelegd dat de oprechte posts van de Black Lives Matter-beweging overspoeld raakten door de zwarte vierkanten. Ik vrees dat het veel mensen weg heeft gehaald van het medium. Dat zal niet de bedoeling zijn geweest. Ik heb de rest van de dag mijn feed ook nauwelijks meer gecheckt.
Pirmin: Jij en veel anderen. Toen ik later die dag nog iets van mijn werk plaatste, viel me op dat de interactie op Instagram een stuk lager was. Wat moet je dan als illustrator? Op Instagram zijn je likes toch een beetje de graadmeter geworden van hoe lekker je bezig bent. Meer feedback dan dat aantal krijg je meestal niet.
Bram: Er waren gelukkig meer dan genoeg illustratoren die treffende beelden hebben geplaatst, voorafgaand en na 2 juni. Deze, van Edel Rodriguez, blies mij echt omver.
Bram: Het vergt minimale voorkennis om dit beeld te begrijpen, en de eenvoud hiervan is tegelijkertijd zo sterk en betekenisvol…
Pirmin: Er is eenvoud, maar er zit alsnog zoveel uitdrukking in dat gezicht. Hier valt niets meer aan toe te voegen. En vanuit ons oogpunt niet onbelangrijk: Edel had het zó snel na de dood van George Floyd al online. Dat krijgt hij natuurlijk vaker voor elkaar. Steeds als Trump beweegt, verschijnt daar weer een illustratie van Edel van. Hij is altijd actueel, fantastisch.
Bram: Dit is niet eens het enige wat hij heeft gemaakt vlak na George Floyds dood. Er was ook deze agent.
Rueben: Ook al zo’n ijzersterk beeld. En natuurlijk in dé kleuren waar Edel vaak mee werkt: rood, wit en zwart. Het lijkt vanzelfsprekend, maar hier is het zo belangrijk welke vlakken welke kleur hebben.
Bram: Toevallig ook de kleuren waar jij vaak in werkt?
Rueben: Misschien, haha.
Rueben: Ik werk inderdaad vaak in rood, wit en zwart, maar zelfs met maar drie kleuren let het ontzettend nauw welk vlak welke kleur krijgt. Dit beeld heb ik bijvoorbeeld niet op mijn kanalen gedeeld. Hier had ik de agent namelijk eerst zwart gemaakt. Dat deed ik vanuit mijn associatie van zwart met het slechte. Maar in deze context werkt dat natuurlijk totaal niet.
Bram: In veel films, producten en vormen komt zwart natuurlijk altijd terug als duisternis. Wit staat daartegenover als puur en goed. Die associatie zit zo diep in onze cultuur ingebakken. Als illustrator kies je er dan al snel en onbewust voor om daarop in te spelen, door de slechte personages in je illustratie zwart te maken. In dit geval had dat beslist de verkeerde boodschap uitgedragen.
Pirmin: Dat laat goed zien dat je de interpretatie van je werk maar tot op zekere hoogte onder controle hebt.
Pirmin: Kijk, hier is dat slimmer aangepakt. Trouwens, wat heeft Procreate (een digitaal illustratiehulpmiddel, red.) jouw werk goed gedaan zeg.
Rueben: Ik heb het nu een weekje. Ik kan niet meer stoppen met illustreren.
Bram: Ruebens productie is niet van deze wereld de laatste tijd.
Pirmin: Jij hebt geen kinderen, zeker. Maar goed. Deze illustratie, die is echt duizend keer beter dan de vorige. Niet qua kwaliteit hoor, maar communicatief. Het is een veel duidelijkere boodschap. Je zou kunnen zeggen dat dit veel simpeler is – dat de vorige iets meer denkkracht vraagt – maar ik denk dat het in het licht van de discussie die nu speelt prima is als wij illustratoren ons beeld eenvoudig houden.
Bram: Racisme ís natuurlijk eigenlijk ook schrikbarend simpel. Iemand is zwart of van kleur, en wordt daarom als minderwaardige persoon behandeld.
Bram: Dit is een illustratie van jou, Pirmin. Geen rood, wit en zwart, waar Edel en Rueben voor kozen. Jij hebt hier heel bewust voor blauw gekozen.
Pirmin: Eerst was die veeg wel rood, toevallig. Ik experimenteerde met het anatomische gegeven van een knie als een moordwapen. Maar er zat ook iets angstwekkend kalms in de manier waarop Chauvin Floyd doodde. Blauw is natuurlijk de kleur van de politie, maar het is ook een rustige, kalmerende kleur. De autopsie wees uit: George Floyd is omgekomen door verstikking. Die kalme knie ‘geeft als het ware af’. De schuld van die agent – de lul – is niet te ontkennen. Dat heb ik geprobeerd duidelijk te maken.
Rueben: Ik denk dat het goed is dat je het idee van het ‘anatomische moordwapen’ hebt losgelaten. Dat zou te analytisch worden. Deze illustratie spreekt met veel meer emotie en rauwheid. Dat levert een grote bijdrage aan de kracht van dit soort werken.
Bram: Over emotie gesproken, dat zit hier ook heel sterk in. Ik voel walging. Op deze illustratie is Chauvin echt een klein mannetje.
Pirmin: Maar dat is hij ook. Hij is geen kleerkast die 23 uur per dag in de sportschool zit en één uur per dag de straat op gaat om boeven te vangen. Hij is een beetje een oetlul. Met dat vieze, niet-modieuze zonnebrilletje van hem op zijn hoofd… echt een naar mannetje. Dat heb ik in deze illustratie geprobeerd tot uiting te laten komen.
Pirmin: Daarna ging het mis: ik deed een poging om de twee illustraties samen te voegen, maar die poging heb ik gestaakt. Ik wilde die twee werelden niet met elkaar verenigen. Ik wilde George Floyd niet nog langer met zijn moordenaar in één wereldje laten zijn.
Bram: Qua beeld vind ik hem sterk. De compositie…
Pirmin: …ja, de compositie werkt goed. Maar qua ladingen vond ik dit echt naar worden. Ik heb ’m van tafel geveegd en gezegd: dit ga ik niet doen.
Bram: Eigenlijk vergelijkbaar dus met Ruebens eerste illustratie: het beeld is goed, maar het is niet de boodschap die je wilt overbrengen.
Rueben: Genoeg over ons. Ik wil nu ook wel iets van jou zien, Bram.
Bram: Deze heb ik gemaakt nadat ik al heel veel beelden gezien had. Dan ben ik geneigd om iets anders te maken dan ik anderen heb zien doen, een nieuwe invalshoek te vinden. Na wat schetswerk kwam ik tot de conclusie dat ik woorden nodig had. Dan kon ik de illustratie echt in your face maken.
Pirmin: Het is cru, maar wat ik sterk vind aan deze illustratie is dat je in eerste instantie helemaal niet doorhebt dat er een man onder die agent ligt. Dat is een mooie afspiegeling van hoe het systeem werkt en waar de protesten om draaien.
Bram: Privilege beslaat niet voor niets ruim de helft van het beeld.
Pirmin: Heb je deze al geprobeerd als uitsnede? Ik denk dat de woorden namelijk helemaal niet nodig zijn. De hele linkerhelft kun je weglaten.
Bram: De woorden waren een bewuste keuze, daarvoor had ik ruimte nodig aan de linkerkant. Aanvankelijk was dit een staande illustratie.
Rueben: Het is wel echt een lullig figuurtje trouwens, die agent.
Bram: Ik zag een talkshowgesprek waarin iemand opmerkte hoe nonchalant hij is terwijl hij Floyd vermoordt, met zijn hand in zijn zak, achteloos wegkijkend. Hij is niet bezig met de man onder zijn knie. Het is iets alledaags voor hem, wat hij aan het doen is. Floyd verdwijnt uit beeld.
Bram: Heel anders dan hier natuurlijk. Deze muurschildering van George Floyd hangt in Minneapolis en is inmiddels overal op internet verschenen. Mij deed hij denken aan de werken uit een tentoonstelling over Afro-Amerikaanse illustraties, die ik in het KAdE Museum in Amersfoort zag. Veel van het kleurgebruik en de typografie vond ik terug in deze schildering. Mooi.
Pirmin: Zeker mooi, maar je aandacht wordt natuurlijk vooral getrokken door de woorden. Wat is jullie gedachte bij het ‘I can breathe now’ dat hieraan is toegevoegd? De termen die jij toevoegde aan je illustratie, Bram, die werkten heel goed. Die hadden een functie. Ik probeer dit soort toevoegingen juist meestal te vermijden, het wordt zo letterlijk. Ik las het transcript van Floyds laatste woorden laatst terug en dat gaf me kippenvel, maar dit dreigt een beetje pathetisch te worden.
Rueben: Het legt de kijker natuurlijk een interpretatie op, die is sterk religieus ingegeven en ook wel typisch Amerikaans, als je het mij vraagt. Een Nederlandse illustrator zou hem die woorden niet snel in de mond hebben gelegd.
Bram: Klopt, de maker van deze schildering heeft geen moeite gespaard om duidelijk te maken hoe zijn beeld bedoeld is. Dat is heel anders dan deze bijvoorbeeld, die tijdens Black Out Tuesday verscheen:
Bram: Hiermee geeft Hedof heel sterk zijn eigen draai aan de monotone zwarte Black Out Tuesday-vierkanten.
Pirmin: Goede illustratie zeg. Maar ik vraag me wel af: heeft-ie nou meegedaan aan Black Out Tuesday of niet?
Bram: Bedoel je dat hij het al eerder had gemaakt, dat ’t toeval was dat het die dinsdag online ging?
Pirmin: Nee, hij denkt waarschijnlijk zelf dat-ie heeft meegedaan aan Black Out Tuesday. Maar dit was niet het idee van de actie. Het was de bedoeling dat heel Instagram zwart ging, dat er niets te zien zou zijn. Het was krachtiger geweest als Instagram er zélf aan mee hadden gedaan. Maar goed. Het is een goeie illustratie, dat sowieso.
Bram: Ja. Hij roept bij mij deze illustratie van Art Spiegelman in herinnering, die de cover van The New Yorker illustreerde na de aanslagen van 11 september 2001. En in het verlengde daarvan een illustratie die jij aandroeg, Pirmin.
Pirmin: Ik zag deze via diverse kanalen langskomen. Ik vind hem fantastisch, hij spreekt boekdelen. Vooral het formaat is eigenaardig: je kunt hier een huis mee van een dak voorzien. Dit was geen echte uitgave van The New York Times maar het had zomaar gekund: ze hadden ook die iconische voorpagina met al die namen van dodelijke Covid-19-slachtoffers. Ook het medium doet ertoe: dit is een krant, geen Instagram-feed. Dat bewijst maar weer: een zwart vlak alleen is nog geen beeld, er is context nodig.
Bram: Het beeld kan ook context creëren. Matt Chinworth doet in dit beeld meer dan laten zien wat er gebeurt, hij voorspelt ook wat er nog gáát gebeuren. De domino’s vallen om, de climax is het vuur en de onrust. Er is meer in het beeld naar voren gebracht dan enkel de werkelijkheid die we op het nieuws zien. Je zou kunnen stellen dat dat al genoeg was geweest voor een sterk beeld, maar Chinworth ging verder. Wel valt me op dat dit het – hoeveelste? – beeld is in zwart-wit. Soms zien we een extra kleur erbij, meestal rood, maar daar blijft het wel bij. Zou dat met het onderwerp te maken hebben?
Pirmin: Ik denk dat dat inherent is aan journalistieke illustraties: er is altijd haast bij geboden. Zodra je met kleur gaat werken, komen daar zoveel meer afwegingen bij kijken. Ik denk dat illustratoren daarom snel naar zwart-wit grijpen.
Rueben: In de eerste illustratie die ik maakte naar aanleiding van Floyds dood heb ik me wel aan kleur gewaagd. Ik was er niet tevreden mee, misschien wel om die reden: ik kwam niet uit de kleurkeuzes.
Pirmin: Ik zie dat je hier nog erg naar realisme neigt. Een laars is bruingrijs, een zool is iets donkerder. Qua compositie vind ik dit een hartstikke goede illustratie, maar ik zie wel dat je, door in kleur te werken, allemaal informatie toevoegt die voor de boodschap die je wilt vertellen niet belangrijk is.
Bram: Dat is wel een rode draad in alles wat ik de laatste tijd hierover langs heb zien komen: illustratoren proberen in één oogopslag een gevoel of een boodschap duidelijk te maken. Hoe meer informatie je toevoegt, hoe langer het duurt voor je kijker weet wat hij of zij uit je illustratie moet halen.
Rueben: Die slang van Edel Rodriguez aan het begin is daar een fantastisch voorbeeld van: die heeft een heel hoge shock value, met die witte slang die een zwarte man verstikt, je kunt het niet verkeerd interpreteren. En nogmaals: de snelheid, natuurlijk, de timing: hij maakte dat bijna gelijk na de dood van George Floyd.
Bram: Hier is duidelijk meer tijd overheen gegaan. Deze heb jij uitgekozen, toch, Pirmin? Waarom?
Pirmin: Omdat hier iets heel interessants gebeurt buiten het beeld om. Dit kunstwerk is gemaakt uit solidariteit met zwarte vrouwen in de Verenigde Staten. De kunstenaar, Kelly Marie Beeman, doet een oproep om haar werk te kopen en belooft 100 procent van de opbrengst over te maken naar een actiegroep. Dat is prachtig, maar ik had er toch een beetje een nare bijsmaak bij. Het roept de vraag op: in hoeverre maken wij als illustratoren van de gebeurtenissen in het nieuws gebruik voor onze eigen carrière? Wij hebben ook alle drie illustraties gemaakt naar aanleiding van de dood van George Floyd. Dit raakt aan menselijk leed, ongelijkheid, racisme – dat zijn heel enge dingen om als beeldmaker op in te spelen op een medium als Instagram.
Rueben: Ik heb om die reden twee werken ook nog niet op Instagram gedeeld. Het voelt wrang, zeker als witte persoon, om op die bandwagon te springen. Ik heb me veel verdiept in racisme en het Black Lives Matter-debat, maar de vraag blijft: is dit het moment om jezelf te laten zien? Moeten we niet meer ruimte gaan geven aan zwarte makers en makers van kleur?
Bram: Je zou denken: als je iets gemaakt hebt, en je bent er trots op, dan wil je het op Instagram plaatsen. Maar inderdaad: het voelt wrang, witte mannen uit Nederland die iets gaan zeggen over racisme in de Verenigde Staten. Die vraag stelde ik mezelf ook bij een foto van demonstranten op de Dam, die hun vuist in de lucht staken, de bekende ‘Black Power’-vuist. Nog geen 2 procent van de mensen op die foto was niet-wit. Is dat niet vreemd? Natúúrlijk is het goed dat witte mensen zich solidair tonen en uitspreken, maar toch.
Pirmin: Wat wij doen, als illustratoren, is natuurlijk ook gewoon verkoop van onze diensten en ons werk. Kelly Marie Beeman is volgens mij zo wit als de dag lang is. Het is niet raar – ze doneert haar opbrengst aan een actiegroep – en tegelijkertijd is het wel raar. Het is kapitalisme.
Bram: Daar lopen professionele illustratoren natuurlijk de hele tijd tegenaan. Je bent gedwongen om als ondernemer te werk te gaan en te zorgen dat je jezelf in de kijkers speelt, je werk verkoopt. Anders kun je opdoeken. Mensen in creatieve beroepen móeten wel met elkaar concurreren.
Pirmin: Ik weet niet wat ik zou doen als ik nu de vraag van iemand zou krijgen of ik een zeefdruk wil verkopen van een van mijn illustraties bij George Floyds dood, hoor. Wil ik daar geld voor vragen?
Rueben: Ik vraag me af in hoeverre je die keuze zou kunnen veroordelen. Uiteindelijk is het nu aan iedereen om iets te doen tegen racisme. Je doet wat je kunt. En als dat is: bewustwording verspreiden door middel van sprekende beelden, dan kan ik jou er moeilijk om veroordelen dat je daar een paar dagen je huur van betaalt.
Pirmin: Toch zou ik er geen geld voor willen vragen, denk ik.
Bram: En als het de NRC is die je benadert?
Pirmin: Ja. Dat is anders. Als zij geld gaan verdienen met mijn werk, wil ik daar denk ik wel voor worden vergoed. Tenzij het bijvoorbeeld als grote spread wordt gebruikt met de hashtag #BlackLivesMatters, dan zou ik het liever zien als mijn vrijwillige bijdrage aan de beweging.
Rueben: Maar de vraag blijft in hoeverre je als witte maker het ‘recht’ hebt om je zo nadrukkelijk uit te spreken. Moeten we juist niet gewoon onze mond houden?
Bram: Dat wrange gevoel had je ook bij deze illustratie, hè?
Rueben: Precies.
Pirmin: Als je deze had geplaatst, had je daar best een backlash op kunnen krijgen, denk ik. Waarom zou een zwarte demonstrant de schouders van een witte man nodig hebben? Terwijl dat helemaal niet de boodschap is die je wilt verspreiden.
Rueben: Daarom zeg ik ook: iedereen moet iets doen en er is niet één manier om je uit te spreken. Dat was een belangrijk pijnpunt in mijn eindexamenwerk, dat Hard//hoofd uiteindelijk bij een essay heeft geplaatst over anti-zwarte piet-demonstraties.
Pirmin: Ik begrijp wat je zegt. Het laatste wat je wilt is jezelf moeten verdedigen voor een illustratie die anders geïnterpreteerd wordt dan hoe je hem hebt bedoeld. In het geval van jouw eerdere illustratie, Bram, zie je wel een beetje waar die angst toe leidt: dat je ín je illustratie dingen gaat duiden door er woorden bij te plaatsen. Ik zeg niet dat die tekst geen toegevoegde waarde had, maar de boodschap werd er wel door vereenvoudigd.
Bram: Zouden we daarom zoveel illustraties hebben gezien die maar één ‘laag’ hadden? Alleen de illustratie van Matt Chinworth, met de brandende domino’s, doet echt een poging om een verhaal te vertellen; de andere beelden drukken vooral een veilige emotie uit.
Pirmin: Ik bemerk bij mezelf wel die remming, en dat vind ik jammer. Iederéén moet zich uitspreken tegen racisme en onrecht, in woord of in beeld.
Bram: Oei. Ik zie nu de eerste hashtag onder dit bericht. Maar goed, wat je zegt over je durven uitspreken doet me denken aan deze expo vanuit Amnesty over racisme in Ljubljana, waar onze lichting studenten zo’n tien jaar terug aan bijdroeg. Onze bijdrage was een reeks foetussen die nog niet door racisme zijn getekend.
Pirmin: De tabula rasa. Ja, dat was een lekker veilig beeld. Zó veilig maken we ze tegenwoordig gelukkig niet meer. Hadden we niet zelfs op een democratische manier gekozen dat we dit zouden doen? Daar zou ik nu helemáál niet meer aan meewerken; ik ben toch een autonome maker? Je ziet dat ons werk daar ook verbleekt bij wat er nog meer was gemaakt. Er zaten echt sterke werken tussen. Dat laat maar zien dat je als maker die vrijheid moet durven nemen om je niet te conformeren aan wat de rest doet, soms iets te maken wat niet de veilige keus is.
Bram: Over onveilige keuzes gesproken, jij hebt een protestbord uitgekozen, toch, Pirmin? Zullen we daarmee afsluiten?
Pirmin: Deze vond ik heel erg ballsy. Hij herhaalt natuurlijk een racistisch stereotype, maar hij gebruikt in elk geval humor. Ik vraag me af in hoeverre ik daarmee weg zou komen.
Rueben: Ik denk dat dat voor heel veel mensen geldt. Ik kan hier best om lachen, maar het gevaar ligt op de loer dat je racisme bagatelliseert. En het ís natuurlijk gewoon een racistische grap.
Pirmin: Daar breken mensen in de commentsectie zich inderdaad het hoofd over. Degene die het plaatst ziet er geen probleem in, de eerste die reageert wel. Er wordt dus een heel nieuwe discussie gevoerd, dat is ook wat waard. Maar hoe dan ook: ik zou het niet aandurven iets als dit te maken.