Het debat rond Zwarte Piet is dit jaar heviger dan ooit, Sanne ziet het met lede ogen aan.
In Hoogezand-Sappemeer was een Sinterklaasintocht gepland met pieten in alle kleuren van de regenboog: de stichting die de organisatie verzorgt wilde hiermee tegemoetkomen aan de Zwarte Piet-kritiek. Inmiddels is besloten dat de Sint toch weer gewoon begeleid zal worden door “gewone”, dus zwarte pieten. Dit als gevolg van de vele doodsbedreigingen en scheldpartijen.
Op onze facebookfeeds strijden pagina’s als Zwarte Piet is Racisme om aandacht met Zwarte Piet Is en Blijft Zwarte Piet, waarbij de emoties hoog oplopen en het niveau inmiddels een historisch dieptepunt heeft bereikt.
“die mensen die hier over ouwehoeren over zwarte piet moeten lekker optyven naar hun eigen land en daar lekker gaan ouwe hoeren maar laat ons lekker een gezellige sinterklaas hebben alle kinderen zijn trots is dat zo erg nee tog? 1x per jaar en dan zoon drama!"
De verontwaardiging was groot nadat VN-consultant Verene Shepherd zich uitsprak tegen het Sinterklaasfeest, al is het onderzoek nog gaande en staat het Nederland vrij om zich niets aan te trekken van een eventuele resolutie. De ‘Pietitie’ op facebook heeft op het moment van publicatie al 2,085,297 likes, en aanstaande zaterdag is er een demonstratie op het Malieveld waarvoor men wordt opgeroepen verkleed als Zwarte Piet te komen. Usual suspects als Geert Wilders grepen de uitspraken van Shepherd uiteraard aan om hun mening te ventileren, en BN’ers van het genre Monique Smit en Maik de Boer spraken hun ontzetting uit.
Plasterk wil groene en blauwe Piet. En 'n verbod op witte Kerst? Met zo'n minister heb je geen VN-gekkies meer nodig. http://t.co/mf918JYe09
— Geert Wilders (@geertwilderspvv) October 23, 2013
De intelligentsia dan? Rob Wijnberg betoogde op De Correspondent dat de gemiddelde Nederlander het rassendenken al zo ver ontstegen is dat hij Zwarte Piet allang niet meer ziet als neger. Quinsy Gario zou de Nederlander iets aanwrijven “waar [hij] - na een eeuwenlang proces van Verlichting - juist bewust blind voor [is]”. Meer nuance dan Maik de Boer, maar een redenering waar ik hoofdpijn van krijg. Matthijs Krul levert op Frontaal Naakt de nodige kritiek op Wijnbergs “klassieke filosofische fout”.
Cabaretier Erik van Muiswinkel schreef eerder dit jaar een artikel waarin hij op dezelfde twee gedachten hinkt. Onze nationale Hoofdpiet voert een Zuid-Afrikaanse uitwisseldochter op (het aloude some of my best friends are black-principe) die met plezier deelneemt aan het Sinterklaasfeest... en vervolgens door een Hollandse huismoeder op het voetbalveld wordt uitgemaakt voor Zwarte Piet.
Het is algemeen geaccepteerd dat Piet rond 1850 werd geïntroduceerd in het boekje Sint Nikolaas en zijn knecht. De Amsterdamse onderwijzer Jan Schenkman (1806-1863) schreef het merendeel van de versjes en voorzag de goedheiligman van een aan het einde van de achttiende eeuw nog zeer hip accessoire: een Moors knechtje. Het lijkt misschien vreemd dat Schenkman in 1850 teruggreep op een zwarte (kind)slaaf als metgezel voor de typisch Hollandse kinderheld, maar het was algemeen bekend dat prinses Marianne – de tante van Koning Willem III – kort daarvoor op een markt in Cairo nog een zwart kind had gekocht, iets waar Schenkman al eens een satirisch gedichtje aan had gewijd.
De slavernij-connectie is dus evident, wat er ook wordt beweerd over schoorstenen en voorchristelijke demonen. Kunsthistoricus en slavernij-kenner Elmer Kolfin bevestigde dit in de Volkskrant: "Illustratoren kozen [later], misschien zonder het te beseffen, voor het beeld van een kindslaaf. Dat raakte vervolgens gecanoniseerd."
Het is ongetwijfeld waar dat kleine blanke kindertjes anno 2013 bij het zien van een in achttiende-eeuws pagekostuum gestoken zwartgeschminkte buurman of buurvrouw niet zullen denken aan hun Surinaamse of Afrikaanse klasgenootjes, die zich op hun beurt ook niet aangesproken zullen voelen. Maar het is ronduit quatsch dat kinderen zich niet net zo zouden vermaken met de “bonte pieten” waarmee op veel grootstedelijke basisscholen al sinds de jaren tachtig wordt geëxperimenteerd; de enige klachten daarover komen doorgaans van ouders.
Het feit dat de figuur van Zwarte Piet diverse problematische elementen bevat, maakt hem voor veel mensen van niet-Nederlandse afkomst een symbool van een ongelijke maatschappelijke positie. Het gaat hen niet om het Sinterklaasfeest an sich, maar om het gevoel dat ze in onze huidige samenleving nog altijd tweede viool spelen. De beroemde tolerantie van de Hollanders is ver te zoeken als het om Sinterklaas gaat; daar waar Zwarte Piet voor tegenstanders sociale ongelijkheid representeert, staat hij voor degenen die zaterdag in pietenpak op het Malieveld verschijnen voor alles wat goed, veilig en vooral Hollands is. Zwarte Piet is een gezellige, oer-Hollandse traditie en wie dat niet vindt is een zeikerd, lijkt de algemene teneur.
Ik kan heus wel lachen om Frans Bauer, auteur van het lied Piet is Lief (“Zwarte Piet, Zwarte Piet. De VN wil hem niet.”). Maar er schuilt iets duisters achter de wijze waarop iedere aantijging van racisme wordt weggewuifd als gezeur: een aanval op Zwarte Piet is een aanval op Nederland, en dus ook een aanval op Máxima, stamppot met boerenkool, Volendam en weet ik veel wat men tegenwoordig nog meer als onze nationale trots ervaart. Ik erger me buitengewoon aan het woord ‘traditie’ dat in de Zwarte Piet-context steeds weer terugkomt. Ja, het Sinterklaasfeest is een traditie. Fierljeppen is ook een traditie, net als Koninginnedag, de Elfstedentocht en kievietseieren zoeken. Net als palingtrekken, heksen verbranden en mensen met lichamelijke afwijkingen tentoonstellen op kermissen. Dat iets een traditie is, maakt het niet immuun voor kritiek. Als tradities nooit aangepast mochten worden, zaten we hier in Holland Sinterklaas te vieren in een plaggenhut. Met twee kaatseballen in een net.