Rolstoelen en sigaretten, is er meer te beleven in een revalidatiecentrum? In de columnreeks “De Revalidanten” neemt Tiare van Paridon ons mee in haar angsten en ontdekkingen als revalidant. Ze beschrijft vijf weken lang haar groeiende gewaarwording van een weigerachtig lichaam en wat het betekent om buiten de veilige muren van het centrum een fysieke beperking te hebben. Deze week deel IV: over Sisyphus als raadgever.
Johnnies hoofd rust in zijn nek. Kringetjes rook stijgen op uit zijn mond en breken in de lucht. We zitten op de stoep voor Reade. Hij in zijn rolstoel, ik op de trapleuning van de entree. De zon schijnt zoals geen andere dag deze zomer.
“Ik ben hier alleen maar omdat het van me meissie moet,” zegt Johnnie en hij leunt achterover in zijn stoel.
“Oh,” zeg ik. “Niet voor jezelf?”
Hij slaakt een diepe zucht. “Als het klopt wat ze zeggen, dat onze spieren niet sterker kunnen worden, wat heeft het dan voor zin om te sporten?”
“Ken je de mythe van Sisyphus?” vraag ik aan Johnnie.
Hij kijkt me geschrokken aan. “Ik ken geen mythe.”
“Sisyphus duwde voor eeuwig een rotsblok de berg op, terwijl hij wist dat de steen weer naar beneden zou rollen.”
“Waarom in godsnaam?” Zijn wenkbrauwen nemen een boze houding aan.
“Hij had die taak gekregen van bovenaf. Als een soort straf.”
“Is de ziekte onze straf?” vraagt Johnnie.
“Zo zou je het kunnen zien, ja. Maar ik geloof niet dat Sisyphus het zelf als een straf zag. Hij had namelijk besloten niet meer bezig te zijn met resultaat. Hij omarmde het moment, en de absurditeit van alles.”
“Carpe diem,” mompelt Johnnie terwijl hij nog een sigaret opsteekt.
We zwijgen een tijdje en kijken naar het langsrazende verkeer, veel mensen op e-bikes: koeriers, oude mensen, luie mensen, mensen met teveel geld, mensen die altijd haast hebben, mensen die ook iets aan hun lichaam hebben. De meesten e-bikers rijden door rood omdat ze veel te hard gaan om af te kunnen remmen. Een jonge meid op een racefiets remt wel af en de e-biker achter haar botst net niet tegen haar op. Als ik met mijn e-bike langs zo’n meid rijd, voel ik me een enorme sukkel. Fantasie helpt wel: ik doe alsof ik een koerier ben, alleen ontbreekt de bijhorende outfit. Ik probeer er oud uit te zien, maar dat ben ik nog lang niet. Haast heb ik ook niet. En een lui rijk mens? Dan ben ik liever iemand met een fysieke beperking.
Iedereen heeft altijd een rotsblok omhoog te duwen. Als het ene ligt, valt er wel weer een ander.
“Misschien gaat het verhaal ook wel over hoop,” begin ik opnieuw. “Je moet hoop houden ondanks dat je denkt te weten hoe de toekomst er uit ziet. Hoop houden dat op een dag die steen niet naar beneden rolt. Dat je op een dag weer voor je vrouw…”
“Ze wil graag kunnen drinken en dat ik haar dan veilig naar huis toe rijd,” vult Johnnie verder aan.
Ik knik.
“Het verhaal is ook een soort metafoor voor het leven. Iedereen heeft altijd een rotsblok omhoog te duwen. Als het ene ligt, valt er wel weer een ander,” zeg ik.
We staren naar alles wat haastig voorbij komt op de Overtoom.
“Voel jij je ook zo’n sukkel op je e-bike?” zegt Johnnie ineens.
“Een enorme sukkel. Maar ik sta tenminste nooit te wachten voor groen.”