Hoe loopt de wondere weg die een kunstenaar, schrijver of muzikant aflegt om tot nieuw werk te komen? We vroegen het drie makers die een week lang het uitgebreide archief van het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid tot hun beschikking hadden.
In het archief van Beeld en Geluid worden onder andere audiovisuele fragmenten bewaard. Je kunt er een Polygoonjournaal uit 1920 bekijken en nagenoeg alle radio- en televisie fragmenten die sindsdien zijn uitgezonden. Vanzelfsprekend is een week veel te kort om ook maar een fractie van het archief door te spitten. Nieuw werk maken betekent hier: selecteren. Een gesprek over hoe je een monsterlijke hoeveelheid inspiratie vertaalt naar eigen werk.
Mark IJzerman komt meteen met een rake metafoor voor het archief: ‘Het is net een extern brein. Net als bij ons feilbare menselijke brein is in een archief van alles opgeslagen dat soms maar moeilijk aan de oppervlakte komt.’
‘Artificial Intelligence is even slim als het materiaal waarmee je het voedt.’
Mark vertelt hoe hij kunstmatige intelligentie inzet om de mogelijkheden van het menselijk brein uit te breiden. Hij ‘voert’ een computerprogramma een selectie aan beeld of tekst, met de opdracht daar nieuw materiaal uit samen te stellen. Een computerprogramma kan veel meer bronnen tegelijkertijd verwerken, waardoor Mark een manier heeft gevonden om de immense hoeveelheid materiaal in het archief behapbaar te maken.
Mark relativeert de intelligentie van het algoritme: ‘Artificial Intelligence is even slim als het materiaal waarmee je het voedt.’ Hij selecteert daarom de eindproducten die uit zijn computer rollen met iets dat een algoritme niet heeft: intuïtie. Het eindresultaat moet ook nog betekenisvol zijn voor mensen.
De manier waarop Mark vertelt over AI is interessant maar als nitwits in de wereld van AI soms lastig te volgen. Totdat Mark een van zijn werken laat zien. Via zijn gedeelde scherm zien we een zeepok die, zo legt Mark ons uit, uitspraken doet over de mens. “Als mens zijn we zo gewend om uitspraken te doen over natuur en over dieren, maar wat als de natuur terug zou praten?’ Hoe hij het voor elkaar krijgt blijft mysterieus, maar Mark legt uit dat hij het algoritme opdracht kan geven om een tekst op te stellen waarbij het lijkt alsof een zeepok uitspraken doet over de mens. Op die manier geeft hij sprakeloze natuur een stem. In zijn werk probeert Mark de esthetische waarde te behouden terwijl hij ook een zwaar onderwerp als klimaatverandering aansnijdt.
Hoewel de kunstenaars onafhankelijk van elkaar werken tijdens hun residentie van een week, zien we een gedeelde interesse in de verhouding tussen mens en natuur. Ook Joy Slaats probeert de wereld op een andere manier te benaderen dan alleen vanuit het menselijk perspectief. Het is de uitdaging om geloofwaardig te maken dat het noodzakelijk is om ook naar dieren en dingen te luisteren. ‘Er is een dunne lijn tussen iemand willen raken en belerend overkomen.’
Als theatermaker probeert Joy de fragmenten die ze in het archief vindt te vertalen naar scènes. Deze ideeën voor scènes acteert ze voor de camera, om daarna bekijken of deze werken.
De eerste dagen van de residentie is ze druk bezig geweest met verzamelen van materiaal en ideeën. Op een bord dat achter haar hangt zien we een collage van deze verzamelde en uitgeknipte ideeën voor een scène en personages.
‘Hoe kun je als mens überhaupt recht doen aan de geniale complexiteit van de natuur?’
Ze legt uit hoe ze zoekt naar beelden die menselijke activiteit vastlegden, in dit geval de tunnelbouw ten behoeve van de aanleg van de Noord-Zuid lijn, om die af te wisselen met een opname van mieren die ook een tunnel bouwen. Deze specifieke scène bevraagt het idee dat de mens zoveel slimmer is dan dieren en beestjes. Door het snel achter elkaar plakken van de scènes wordt de mier een ingenieur en de mens een mier die zich een weg door de aarde baant. Als het idee van een scène af is, maar ze het benodigde fragment niet heeft gevonden, is dat volgens Joy geen ramp. ‘Desnoods film ik zoiets zelf.’
Joy vindt het lastig dat ze vanuit een niet-menselijk perspectief probeert te denken maar dat zelfs wanneer je een stem aan niet-menselijke entiteit geeft, deze nog steeds vanuit een menselijk perspectief wordt gevormd. Terwijl ze werkt vraagt ze zich af ‘Hoe kun je als mens überhaupt recht doen aan de geniale complexiteit van de natuur?’
Farida Sedoc koos ervoor om vanuit een van haar grootste passies te werken. Ze wilde het onderwerp voor de residentie vanuit een positieve insteek starten en gebruikt haar interesse voor hiphop als kompas om door het archief heen te gaan. Enigszins nostalgisch vertelt ze hoe ze in 1986 de Nederlandse documentaire ‘Big Fun in the Big Town’ op tv zag en de beelden uit Brooklyn haar voor het eerst in aanraking brachten met hiphop. Dat liet haar niet meer los. Tijdens het interview houdt ze haar scriptie omhoog waarin ze aan de hand van Queen Latifah, Lauryn Hill en Nicki Minaj ontwikkelingen in de hiphop analyseerde. Vrouwelijke artiesten dus, die volgens Farida altijd al aanwezig zijn geweest in de scene. ‘We leefden lang in een maatschappij waarin mannen de dominante rol innamen. Dus ook in hiphop.’
‘Wie gezien wil worden moet zelf de aandacht trekken.’
De residentie bij Beeld & Geluid past binnen haar langlopende onderzoek naar strategieën voor vrouwen om ruimte voor zichzelf op te eisen. Farida legt uit dat vrouwen vaak minder zichtbaar waren maar niet minder actief. ‘Vrouwen eisten altijd al een podium, ik zie vooral dat het publiek daar nu positief op reageert.’ Een voor de hand liggende strategie zou daarom zijn om ook de geschiedenis te herschrijven waardoor de rol van andere vrouwelijke artiesten recht wordt gedaan. Maar dat is niet de les die Farida trekt. ‘Wie gezien wil worden moet zelf de aandacht trekken.’
Farida geeft het goede voorbeeld door een podium op te eisen en zichzelf onderwerp te maken van haar werk. De beelden van haarzelf uit het archief gebruikt zij als samples in haar nieuwe werk. Ze vond beelden van de Amsterdamse zender Multiculturele Televisie Nederland (MTNL), waar ze destijds de Nederlandse hiphopscene van binnenuit liet zien. ‘Het is belangrijk dat jouw verhaal wordt gehoord, ook als kunstenaar,’ zegt Farida. En daarmee vat ze mooi samen hoe alledrie de kunstenaars een groot en onpersoonlijk archief naar hun hand weten te zetten om werk te maken dat met recht eigen kan worden genoemd.
Fotografie: A Small Production Company voor Instituut Beeld en Geluid