Welkom bij het Juttersmuseum, de plek van alles wat je vergeten bent (gratis entree). Kunt u vertellen welk artikel uit onze collectie u zoekt?
Ik begrijp het. U weet niet wat u precies vergeten bent. U had net nog een gedachte, het was belangrijk, puntje van uw tong, tintelde in uw achterhoofd, het brandde door het sleutelgat van uw bewustzijn – en weg was het. Precies. Zo kwam u hier.
Ik zie dat u de weg kwijt bent. Geeft niet, we hebben er meerdere liggen, maar het zijn alleen terugwegen. Wees gerust: wat u ook zoekt, het is hier ergens. Waar waren we? U was iets belangrijks kwijt. Ja, u hoort ondertussen dat liedje hè? Dat ene liedje met de koebel dat ze vrijdags draaiden bij de ijssalon van die Italiaan met bovenarmen als biefstuk. Draaien we hier al een jaar of twintig. Fijn dat u het op komt halen. Kunnen wij weer een andere plaat opzetten. IJsje?
Tijd vergeten? Maakt u niet druk. We hebben alle tijd. Kindertijd, spertijd, sluitertijd, suddertijd, paartijd, overtijd, kantoortijd, komkommertijd, pruimentijd. Zoekt u wat specifieks of gewoon even rondkijken? Fijne tijd hebben we in poederdoosjes en verstuivers gedaan, bij de kaptafel. Rottijd hebben we hier opgepot. In de kelder. Waar is hier? Ik dacht dat u de laatste tijd niet meer zo bezig was met locaties?
Hier is hier, in de branding. Sommige spullen komen via het vuilnis. Lagen bijvoorbeeld eerst tussen de kussens van de bank. In de dekbedovertrek. Op de bagageband van het vliegveld. Maar uiteindelijk komen ze allemaal op de grond terecht, slingeren wat jaartjes rond, waaien in zee, en spoelen hier aan.
Ik ben al 49 jaar jutter voor dit museum. Het is loodzwaar werk. Elke dag langs het strand, herinneringen ophalen. Iemand moet het doen. Sleutelbossen, hoeden, poesiealbums, hondenriemen, vogelkooien. Bananenkisten vol angst, met de levende vogelspinnen er nog in. Dat is een tweemanswerkje, die til ik met mijn collega.
Natuurlijk bent u niet de enige. Iedereen komt vroeg of laat langs om zijn vitrinekast te openen. De meesten hebben al enorme kasten opgebouwd als ze hier aankomen. Dan komt er een moment dat ze hem moeten raadplegen. De mensen komen verdwaald en in verwarring aan. ‘Het is me ontschoten!’ huilen ze. Of: ‘Haar naam, hoe kan ik haar naam nou vergeten?’ Tranen met tuiten, altijd weer. Ik help ze zoeken. Het verdrietigste aan mijn werk vind ik de jonge mensen. Toeristen met een adem van drank, die willen heel lang blijven. Kost me veel moeite om ze weg te sturen. Een jochie in zo’n wielerpakje dat een ongeluk had gehad. Bleef de hele tijd hetzelfde vragen: ‘De trui? Heb ik de trui?’ Hij had amper een kastje van een meter opgebouwd, nog geen twintig jaar aan archief. ‘Van wie zijn die spullen?’ zei-ie. ‘Van jou’ zei ik. Werd-ie bang van. Ik heb hem een gele trui uit de kast van een ander meegegeven. Dat is absoluut tegen de regels. Dit moet u vergeten, belooft u dat?
Fijn, dank u.
Zal ik in ruil daarvoor eens kijken of ik u kan helpen?
Wat bent u vergeten?
Mijn ex (denk ik)
Klik hier om naar dit gedicht te gaan.
Mijn schip (denk ik)
Klik hier om naar dit gedicht te gaan.
Veterstrikken (denk ik)
Klik hier om naar dit gedicht te gaan.

Marthe van Bronkhorst (zij/haar) is schrijver, theatermaker en psycholoog en studeerde aan de VU Amsterdam en Harvard Medical School. Ze schreef voor onder meer Theater Ins Blau, Sonnevanck, Over het IJ festival, Kluger Hans, Meander, De Revisor en werkt aan een roman over duikers bij uitgeverij De Geus.

Melcher Oosterman is een freelance illustrator uit Rotterdam. Zijn werk bestaat vooral uit tragische en humoristische karakters die stiekem als een soort zelfportret fungeren. Naast commercieel werk houdt Melcher zich bezig met persoonlijke projecten zoals het maken van strips, bedrukken van t-shirts en het brouwen van bier.