De wereld staat in brand en dat mag niet onbeschreven blijven. Het was de afgelopen weken beklemmend in de Haagse Schilderswijk. Dolf vraagt zich af of de politie voldoende zelfkritisch is.
Het werd dan eindelijk heet, stikheet. Voorafgaand aan de hittegolf viel er vorige week in Den Haag echter letterlijk een dode door verstikking. Al brachten de media het in verhullende voorlichterstaal: ‘Mitch Henriquez stierf aan een door bij hem ontstaan zuurstofgebrek’. Door een cover-uppoging van het OM – onderweg naar het politiebureau werd de arrestant onwel – en door vermeend racisme, raakten de gemoederen al snel oververhit. Leken dit voorheen nog Amerikaanse toestanden, inmiddels wordt zichtbaar dat racisme ook bij de Nederlandse politie een probleem is – al blijft dit lastig vast te stellen. Lastiger dan het disproportionele politiegeweld an sich. In hoeverre is de politie op dit laatste gebied zelfkritisch?
De eerste tekenen beloven weinig goeds. In de Volkskrant las ik dat de Nederlandse Politieacademie niet wilde reageren op het gebruik van de nekklem, een handeling die in New York al jaren verboden is. Dat de politie de discussie niet aangaat en fouten wegmoffelt, is niet nieuw. Zo sprak de Nationale Ombudsman in 2013 zijn zorgen hierover uit in het rapport ‘Verantwoord Politiegeweld’: ‘Als Nationale ombudsman ben ik bezorgd dat de lessen die te trekken zijn uit concrete geweldsituaties die grensoverschrijdend waren, onvoldoende doorwerken in het dagelijkse werk van politiemensen. Deels komt dit omdat de vele verschillende politiekorpsen in de oude politieorganisatie het te vaak als een “ongelukkig incident” wegzetten. Deels komt dit omdat de houding van de politieorganisatie vaak defensief is.’
Kritiek leveren vanaf de zijlijn is natuurlijk altijd makkelijk. Hoe het dan wel moet, mis je nogal eens bij fervente politiebashers. Want ga er maar aan staan: iemand boeien en afvoeren die dat absoluut niet wil. De armen moeten in een bijna onmogelijke houding worden geforceerd, wat de verdachte kan tegengaan door ze weg te draaien. Vervolgens wordt de verdachte naar de grond gewerkt en gefixeerd door er met een klein peloton bovenop te gaan zitten. Knietjes, stoten en verwurgingen dienen als verdere aansporingen tot medewerking. De arrestant (en vaak het publiek) keert zich op zo’n moment tegen de agenten. Je verzetten is logisch als je denkt dat je eraan gaat. Zo heb ik zelf ooit (tot mijn grote schaamte) een arts gedreigd te slaan bij een gastroscopie toen ik dacht te stikken.
Echt zachtzinnig zal een aanhouding met verzet waarschijnlijk nooit worden, maar de procedure moet nodig opnieuw worden bekeken. Juist omdat het zulke ingewikkelde materie is. Als je het monopolie op geweld hebt, heb je ook de verantwoordelijkheid om kleine vergrijpen niet uit te laten draaien op een strijd van leven en dood. Het hoofd koel houden kan al veel voorkomen. Een professionele en goed getrainde politie moet daartoe in staat zijn, zodat er in de toekomst geen slachtoffers meer vallen door paniekerig (dan wel racistisch) politieoptreden.
Dolf de Weijer (1982) studeerde af aan de School voor Journalistiek, is copywriter en schrijft onafhankelijk buiten de baas zijn tijd.
Foto: Incinerator via flickr.com