De wereld staat in brand en dat mag niet onbeschreven blijven. Suzanne Schönbeck heeft met eigen ogen gezien wat de kunstgrepen in het inburgeringsbeleid veroorzaakten.
In 2012 werkte ik op een taal- en inburgeringsschooltje in de Bijlmer. Mijn werk bestond uit het opbellen van de afwezigen. Hoewel dit misschien klinkt als een ondankbare taak was het dat niet. Sommige mensen maakten lange werkdagen ver buiten de stad en misten daardoor de lessen. Alleenstaande moeders en mensen met oorlogstrauma’s of geldproblemen waren ook lastig in de klas te krijgen. En er waren de hardcore spijbelaars. Die waren misschien nog wel het belangrijkst om te bellen. Want als wij niet op ze zouden letten, wie wel?
De reden dat het schooltje de lessen wel met zekerheid kon aanbieden was dat de staat betaalde. Er werd pas uitbetaald als een leerling zijn diploma had, dus alles werd uit de kast gehaald om iedereen te laten slagen, ondanks dat de kosten opliepen als het inburgeringstraject van sommige mensen vertraagde. De diploma-uitreikingen waren sober, op ons kantoortje. Maar iedereen mocht naar voren komen om een handtekening te zetten en kreeg applaus.In 2013 ging de nieuwe wet Inburgering in werking. De inburgeraars werden zelf verantwoordelijk, moesten hun traject zelf gaan betalen en konden daarvoor een lening gaan afsluiten bij DUO. Het resultaat laat zich raden. Velen bleven weg. Zij die wel kwamen stonden in paniek aan mijn bureau, met de formulieren die ze niet begrepen omdat ze het Nederlands niet spraken dat ze ineens nodig hadden om de lessen Nederlands te volgen. Sommige mensen lieten wij gratis hun traject afmaken. Maar het was een aflopende zaak. Van de enkeling die de lening rond kreeg konden de docenten en klaslokalen nauwelijks meer betaald worden. Mijn baantje verdween.
Algauw doken de eerste berichten op in de kranten: ‘Overheid verliest inburgeraars uit het oog’. Op dat moment hadden 923 mensen van de 7803 nieuwe inburgeraars zich bij DUO gemeld voor een lening voor hun traject: ‘De Nederlandse overheid weet niet hoe de bijna 7.000 overige inburgeraars hun inburgering regelen’. Weet niet.
Nu, drie jaar later, worden er Kamervragen gesteld en wordt er gewerkt aan weer een wijziging van de wet Inburgering. Gelukkig kunnen we op de VVD rekenen om alvast precies de verkeerde conclusies te trekken: ‘Onderzocht wordt of het te wijten is aan de inburgeraar’; ‘Een eventuele bijstandsuitkering moet worden stopgezet en de verblijfsstatus moet niet verlengd worden’ en de uitsmijter: ‘Het [onderwijs-]aanbod is karig en werkt niet.’ Voor een partij die zich inzet voor ondernemers lijkt de VVD bar weinig van ondernemen te begrijpen.
Het lijkt erop dat het falende beleid herzien zal worden. Maar voor vele nieuwkomers tussen 2013 en 2016 is dit te laat. Ik hoop van harte dat de mensen die hun inburgering niet hebben kunnen afmaken, met alle gevolgen van dien, worden teruggehaald naar de klas. Ik wil nog naar hun diploma-uitreiking.