De wereld staat in brand en dat mag niet onbeschreven blijven. Halbe Zijlstra bewaakt de culturele identiteit van Nederland. Jules adviseert hem meer blues te luisteren.
Halbe Zijlstra strikes again. De ongekroonde koning der oenige nihilisten verdedigt zijn uitspraken over de Paasfolder – nee wacht: voorjaarsfolder – van de Hema in NRC.Next. Het vervangen van ‘paas’ door ‘voorjaars’ op de omslag van het reclameblaadje zou volgens de VVD-fractievoorzitter een regelrechte aanval zijn op ‘onze’ manier van leven.
Enfin, Zijlstra herkauwt schaamteloos alle Fortuynistische en Wildersiaanse analyses gestoeld op een eind 19e-eeuwse blut und boden-opvatting van identiteit en cultuur. Zowel zijn uitspraken als zijn onderbouwing ervan zijn dusdanig gemankeerd dat ik er niet eens op inga. Wel wil ik er mijn opvatting van identiteit tegenover plaatsen. Niet theoretisch of academisch, maar persoonlijk.
Afgelopen weekend bezocht ik een Bluesfestival. Lijvige zwarte mannen vertaalden hun lijden met veel gevoel voor dramatiek in hartverscheurende gitaarsolo’s en gejengel op mondharmonica’s. Vieze, trage blues uit het diepe zuiden van de Verenigde Staten, gespeeld door mensen uit een cultuur die getekend is door de ongelijkheid, armoede en criminaliteit. De roots van de blues liggen op de katoen- en tabaksplantages, in repressie, pijn en apathie.
Ikzelf heb zoveel witte privileges dat ik ze niet op twee handen kan tellen. Oftewel: ik heb eelt op mijn handen, noch op mijn ziel. Hoewel ik dus niets weet van echt lijden, is de blues een belangrijk onderdeel van mijn identiteit. Blues is voor mij een universele klaagzang, een uitgelezen kans om ongeremd te emmeren over al dat je dwars zit. Blues gaat over beloftes die je niet nakomt en fouten die je met de beste intenties maakt, maar ook over de relativering van je leed en de humor die verscholen zit in de pathetiek.
Het paasfeest kan mij daarentegen op geen enkele wijze bekoren. Laten we er ook niet omheen draaien: het Pasen is een train wreck van een feest. De koppeling tussen een haas die op slinkse wijze gekookte eieren aan het zicht onttrekt en de wederopstanding van Jezus Christus ontgaat mij volledig.
En zo komt het dat ik – let op, Halbe – een uiting van andermans cultuur heb geïntegreerd in mijn eigen identiteit. Evengoed heb ik een cultuuruiting die uit mijn ‘eigen’ cultuur afkomstig is zonder blikken of blozen het raam uit gekeild. Als deze verloochening van de Nederlandse cultuur Halbe grieft, dan raad ik hem aan zijn heil te zoeken in de blues.