George Saunders' bundel Tenth of December werd door de New York Times al op 3 januari uitgeroepen tot het beste boek van 2013: het korte verhaal is duidelijk helemaal terug.
In ‘The Semplica Girl Diaries’, een kort verhaal van de Amerikaanse schrijver George Saunders, wordt de hoofdpersoon gekweld door schuldgevoelens. Hij heeft een normale baan en een prima salaris, en woont met zijn gezin in een rustige suburb. Maar als hij zijn dochter naar een tuinfeestje van een rijkere klasgenoot brengt, wordt hij geconfronteerd met zijn economische achterstand. De kinderen van de welvarende familie hebben een boomhut ter grootte van een klein appartement (met kabeltelevisie) tot hun beschikking, een uit China overgevlogen houten oriëntaalse brug overspant de met forellen gevulde beek, maar iedereen is vooral onder de indruk van de grote verzameling ‘SGs’, die met hun haren wapperen in de wind. Zijn dochter wil haar eigen verjaardag niet meer vieren, omdat ze zich schaamt voor hun sobere voortuin.
Wanneer de vader met een kraslot 10.000 dollar wint, negeert hij zijn schulden en besluit om als verrassing de tuin op te knappen. Het terrein krijgt een echte make-over, hij koopt een vijver en vijf SG’s. Dan blijkt pas wat de Semplica Girls uit de titel van het verhaal zijn: meisjes uit Derdewereldlanden die hun geld verdienen door als levende standbeelden te fungeren in de tuinen van welgestelde Amerikanen.
Het is een typerend verhaal voor Saunders. Net als in zijn eerdere bundels komen we in zijn nieuwste boek Tenth of December steeds in vreemde situaties terecht, die zich in de nabije toekomst of een parallel universum af lijken te spelen. De personages zijn wanhopig op zoek naar geluk, dat vaak samenhangt met materiële wensen. Ze voelen zich minderwaardig ten opzichte van de rijken, die met veel zelfvertrouwen en een denigrerende vriendelijkheid hun welzijn in het gezicht van hun minderen uitsmeren.
Saunders’ werk staat altijd in het teken van grappige, maar vooral wrange parodieën op ons moderne leven en het kapitalisme. De verhalen beginnen vaak midden in een actie, en het kost je als lezer een paar pagina’s om te begrijpen waar je eigenlijk getuige van bent. Saunders voedt je vakkundig steeds meer details, zodat je langzaam kunt uitzoomen naar het grotere plaatje, dat je vaak de schrik om het hart doet slaan.
George Saunders (1958) bracht pas op zijn 38ste zijn eerste bundel uit (CivilWarLand in Bad Decline). Hij gold lange tijd vooral als een schrijver die bewonderd werd door andere schrijvers. Collega’s als Jonathan Franzen, Zadie Smith en de inmiddels overleden David Foster Wallace zagen hem als een van de grootste schrijvers van hun generatie. Het publieke succes kwam maar gestaag op gang. Met zijn vierde bundel heeft Saunders eindelijk zijn eerste echte bestseller geschreven. In een op 3 januari verschenen artikel claimde The New York Times dat Tenth of December nu al het beste boek van het jaar was.
Onverstoorbaar geduld
In zijn tienerjaren was Saunders aanhanger van Ayn Rand, de Russisch-Amerikaanse schrijfster die in boeken als Atlas Shrugged de kracht van het menselijke egoïsme benadrukte en momenteel een grote inspiratiebron voor neo-Republikeinse politici is. Maar toen hij als twintiger in dienst van een oliemaatschappij op Sumatra in aanraking kwam met echte armoede, sloeg zijn wereldbeeld om. Terug in Amerika kon hij geen werk vinden en leefde hij samen met zijn vriendin van een hongerloontje. Zijn angst voor de donkere kant van het genadeloze kapitalisme speelt sindsdien een grote rol in zijn leven.
Dankzij zijn lange voortraject heeft Saunders de haast afgezworen. Hij werkt alleen aan een idee als het hem enthousiast maakt, en soms blijft een onvoltooid verhaal jarenlang in de kast liggen. Het kostte hem veertien jaar om ‘The Semplica Girls Diaries’ te schrijven. Dat onverstoorbare geduld is terug te zien in zijn werk. Sinds zijn debuut zijn Saunders’ schrijfstijl en thematiek nauwelijks veranderd. De verhalen in CivilWarLand in Bad Decline (1996), Pastoralia (2000), In Persuasion Nation (2006) en Tenth of December dreigen daardoor te veel op elkaar te gaan lijken. Saunders schrijft bijvoorbeeld een aantal keer over themaparken, waarmee hij de mechanisering van de postmoderne mens wil verbeelden.
Het titelverhaal van zijn debuut gaat over een chaotisch park dat in het teken staat van de Amerikaanse Burgeroorlog, in 'Pastoralia' spelen een man en een vrouw de hele dag holbewoners zonder dat er bezoekers langskomen, en in ‘My Chivalric Fiasco’ uit zijn nieuwste bundel krijgt een ridder in een soort Land van Ooit een drug die hem veel te ridderlijk maakt. Saunders’ onderwerpen en settings zijn bovendien erg Amerikaans, en minder herkenbaar voor Europeanen. Het verklaart waarom zijn werk weinig vertaald is.
Maar wie verder kijkt dan deze ogenschijnlijke herhaling van zetten, ziet dat er wel degelijk veel ontwikkeling in Saunders’ oeuvre zit. Juist door zijn geduldige concentratie weet hij met elke bundel dieper tot de kern van de Amerikaanse ziel door te dringen en ons met kleine accentverschuivingen te verrassen. De grappen worden steeds beter en de verhaallijnen steeds gecompliceerder.
Don't be sad
Ook als het thema van het verhaal ons bekend in de oren klinkt, weet de vreemde persoonlijkheid van de hoofdpersoon te boeien, omdat Saunders in de hoofden van de meest uiteenlopende personages kan duiken en zich hun stem feilloos eigen kan maken (inclusief vreemde woordkeuze en spelfouten). Ze praten in een eigen taaltje, vaak als machines, staccato en doelgericht. Een lach klinkt nep (ha ha!) en over al hun krampachtige optimisme hangt een onmiskenbare treurigheid. ‘The Semplica Girls Diaries’ is geschreven als het dagboek van de verteller, wat leidt tot zinnen als: "Stood looking up at house, sad. Thought: Why sad? Don’t be sad. If sad, will make everyone sad. Went in happy."
In Tenth of December loopt het ook steeds vaker goed met zijn personages af. Er spreekt steeds meer hoop uit zijn verhalen, en niet alleen maar woede over een economisch systeem. In ‘Victory Lap’ overwint een jongen de neurotische regels van zijn ouders om zijn mooie buurmeisje te redden, en in ‘Escape From Spiderhead’ komt een gevangene in opstand tegen de bizarre drugsexperimenten waaraan hij deelneemt. Daarnaast waagt Saunders zich steeds vaker aan een realistischere stijl, waarin hij zichzelf niet de uitweg van een grap gunt. Zo toont hij aan dat je ook binnen je eigen beperkingen ambitieus kunt blijven.
De thematiek van Saunders is bovendien actueler dan ooit. De presidentsverkiezingen in zijn thuisland draaiden volledig om de verschillen tussen arm en rijk, waarbij Obama’s tegenstrever Mitt Romney zich diverse malen onbedoeld als wereldvreemde miljardair presenteerde. Leden van zijn Republikeinse partij delen de natie nog steeds graag op in ‘makers’ en ‘takers’, een terminologie die rechtstreeks uit een Saunders-verhaal had kunnen komen. Dankzij de economische crisis worden ook in andere landen steeds meer pijnlijke vragen over klassenverschillen en het kapitalistisch systeem gesteld.
Saunders’ schrijven heeft precies lang genoeg gerijpt: zijn beste werk verschijnt op het moment dat zijn zorgvuldig uitgediepte onderwerp steeds meer mensen aangaat. Zo vormen zijn verhalen niet alleen een genadeloze parodie op onze manier van leven, maar ook een ode aan het geduld.
-
Dit artikel verscheen in licht gewijzigde vorm ook in NRC Handelsblad.