Voor de Poëzieweek schreef dichter en kinderboekenschrijver Pim Lammers drie gedichten met als overkoepelend thema: mannen – buurmannen, leraren, trainers, vaders. 'In de stad mag je alles, maar niet: met vreemde mannen.'
Lees je deze gedichten op je smartphone? Door je telefoon in de landscape-modus te houden, zie de gedichten zoals ze bedoeld zijn.
I
Mijn liniaal leert mij: langer dan normaal,
maar nog steeds geen lef om postzegels te plakken.
Als mijn ouders slapen klik ik mannen aan.
Buurmannen, leraren, trainers, vaders.
Terug in bed verzin ik vingers,
verkracht met fantasieën,
val, nog niet uit schuld ontheven, in slaap.
II
Afgesproken plek, afgesproken jas –
dus ik ga mee.
Hij voelt hoe ver hij nog kan gaan
en dwingt het bed toch groter, groter, groter.
Vanmiddag trok ik met een pincet alles uit
wat volgens de nieuwe bijbel niet gezien mag worden
terwijl ik in de spiegel keek om te leren
hoe ik het grootst lijk, hoe het kleinst.
Maar de volgende ochtend legt hij mij uit
waar ik mijn croissants kan halen
en wijst naar de trap.
III
Hier noemt de bakker mij niet bij naam, denkt aan zijn
eigen brood, vraagt wat ik wil.
In de stad mag je alles,
maar niet: met vreemde mannen.
Dit is de plek die ik nu thuis noem,
maar toch bouw ik van dozen een fort
met één hoge toren
waar ik niet van af moet vallen.
Ook mijn telefoon moet nog uitgepakt,
ik bel niet, neem niet op.
De huurbaas vraagt minder dan mijn moeder.
Ik haal het dak van de toren,
zet de doos met ‘breekbaar’ aan de straat.
In de stad nemen vreemde mannen alles mee.
Beluister hieronder een fragment uit het eerste gedicht, voorgelezen door de dichter zelf:
Pim Lammers (1993) schrijft voor volwassenen én voor kinderen. Begin 2017 verscheen zijn debuut ‘Het lammetje dat een varken is’ (met illustraties van Milja Praagman). Voor volwassenen schrijft Pim korte verhalen waarmee hij onder andere WriteNow! Amsterdam won.
Pirmin Rengers is illustrator en docent. Hij woont in Assen, werkt overal en houdt van hobby's.