Get Out is een doorslaand succes; de film, het regiedebuut van Jordan Peele (bekend van sketch comedyduo Key & Peele) breekt record na record. Het is een eigentijdse film die racisme in de VS aan de tand voelt en verpakt in een spannende horrorfilm. Ella Kuijpers, Julius Koetsier en Djai Kalicharan bezochten Get Out en bespreken waarin de film slaagt, en waarin niet.
'Het is belangrijker dat mensen zwarten zien in andere dan in stereotype rollen'
Ella: Ik heb de hele tijd met samengeknepen billen gezeten. Ik ben geen thrillers gewend.
Julius: Ik wel, maar deze was bijzonder spannend.
Djai: Het was nogal meedogenloos hoe deze film met schrikreacties omgaat.
Ella: Ik hou niet zo van enge dingen, maar ik kan wel tegen geweld of schrikacties. Hier waren ze alleen wel heel heftig.
Julius: Die jump scares vond ik het enige waarin regisseur Jordan Peele wat minder bedreven is. De schrikmomenten moesten het vooral hebben van een loeiharde viool als er iemand langsloopt. Daar heb ik weinig mee.
Ella: Een personage dat onverwacht in de keuken staat is anders niet zo schrikwekkend, het waren inderdaad de violen.
Julius: Wat ‘ie wel goed doet, is dat voortdurende gevoel oproepen dat er iets niet klopt, zonder dat daar bewijs voor is. Zoals in Rosemary's Baby of Invasion of the Body Snatchers. Maar dan explicieter gekoppeld aan een sociaal probleem.
Ella: De blikken zeiden genoeg denk ik. Die bewezen dat er iets niet klopt.
Julius: Ja, maar daarmee ga je niet naar de politie: ‘Alle andere zwarte mensen in dit huis kijken raar’.
Ella: Dat klopt, maar Chris, de hoofdrolspeler, had al lang kunnen vertrekken. Ik miste ruggengraat.
Julius: Wanneer had ‘ie dan weg moeten gaan?
Ella: Ik denk al op dag één. Als iemand me tegen mijn wil in zou hypnotiseren was ik meteen vertrokken. En al helemaal als een tuinman recht op je af komt gerend. Jullie niet?
Djai: Die tuinman zou me zeker te denken geven maar hij wist nog niet zeker of hij gehypnotiseerd was of dat het alleen maar een droom was.
Julius: Ik weet niet zo goed wat ik zou doen in Chris' situatie. Je wil niet meteen vijanden maken van je nieuwe schoonouders. Bovendien weet hij niet dat ‘ie in een horrorfilm zit. Vonden jullie het trouwens meer horror of meer komedie? Daarover verschillen de meningen nogal.
Djai: Komedie.
Ella: Ik denk ook komedie; ik had meer horror verwacht maar er werd smakelijk gelachen in de zaal.
Djai: Ik zie het als een manier om zonder te beleren een belangrijk onderwerp aan te kaarten. Ik voelde de pijn van Peele.
Ella: Ja dat heeft hij goed gedaan, door juist thriller te gebruiken als tegenhanger. De vorm social thriller is onverwacht. Omdat thriller vaak om de vorm gaat, maar bij deze film juist de inhoud het belangrijkste was. Of heb ik te weinig thrillers gezien om dat te kunnen zeggen?
Julius: Hij staat wel heel sterk in de traditie van sociale thrillers, maar die hebben we sinds de jaren 70 inderdaad niet veel meer gezien.
Djai: Voor sommige jongeren in de bioscoop was het onderliggende vraagstuk niet duidelijk.
Julius: Voor sommige volwassenen ook niet – ik hoorde tegen het einde mensen in de zaal zeggen dat het ‘racistisch tegen blanken’ was.
Ella: De vorm trekt wel bezoekers. Die worden dan onverwacht geconfronteerd met de inhoud.
Djai: Maar als hun lezing dan racisme tegen blanken is, werkt het averechts.
Julius: Voor die mensen wel. Maar goed, die blijf je houden.
Ella: Hoe zou je het als racisme tegen blanken kunnen lezen? Omdat alle blanken in de film als racisten worden afgespiegeld, terwijl niet alle blanken racistisch zijn?
Djai: De slechte aard van blanken zou je uit deze film wel kunnen concluderen.
Julius: Laat ik niet te veel weggeven, maar tegen het einde verandert de film van een horrorfilm in een soort seventies blaxploitation-actiefilm, waarin een zwarte held de witte onderdrukkers een kopje kleiner maakt. Er werd toen ook veel gejuicht in de zaal.
Djai: Door blanken?
Julius: Met name door zwarte kijkers. Het was denk ik de meest diverse zaal die EYE ooit gehad heeft.
Djai: Ik ben blij dat we in Nederland nog niet zo een verstarde discussie kennen. Maar dit is wel de belevingswereld van een Afro-Amerikaan.
Julius: Ik denk dat een versie van dit verhaal zich ook in Nederland had kunnen afspelen. Je zou veel moeten veranderen, maar in de basis speelt hier hetzelfde.
Djai: Wellicht wel. Maar ik vermoed dat de wrok dieper zit in de VS.
Ella: Het speelt overal denk ik. Overal is racisme voelbaar, maar het wordt op verschillende plekken anders geuit. Dat het zo is doordrongen in samenlevingen wordt in de film duidelijk wanneer de ouders enorm duidelijk willen maken dat zij níet racistisch zijn.
Julius: Ik vroeg me toen meteen af, wanneer ik me zo heb gedragen?
Ella: Als het geen punt is, waarom benoem je het dan? Dat is het gekke. Ze vertellen Chris dat ze weer op Obama zouden stemmen als ze konden, maar dat zouden ze niet zeggen als hij blank was.
Djai: Dit zijn de belangrijkste vragen die de film stelt. Het opsommen van prestaties en prijzen aan het begin is daar ook een voorbeeld van.
Ella: Ja, het is heel pijnlijk om Chris’ reactie daarop te zien. Hijzelf lijkt namelijk niet te snappen waarom ze zo geforceerd niet racistisch willen zijn.
Julius: Het grappigste pijnmoment was voor mij wanneer de vader vertelt dat Jesse Owens, door in Berlijn op de Olympische Spelen goud te halen, Hitlers ongelijk over de superioriteit van het Arische ras bewees. Die focus op het zwarte lichaam, in plaats van de zwarte ervaring, daar doet Peele veel moois mee.
Ella: Ja dat viel me ook op! Daarmee wil hij misschien laten zien dat het hele probleem om uiterlijk draait, om een kleur.
Djai: Het zijn oude associaties en veronderstellingen uit het tijdperk van de slavernij die nog steeds het oordeel over zwarten bepalen, en die probeert hij op de schop te nemen. Ik vraag me af of hij daarin slaagt?
Julius: Voor mij wel. Op een cruciaal moment vraagt Chris: “Why black people?” Hij krijgt dan een onvolledig antwoord. Maar die vraag zette me wel aan het denken. Volgens mij wil de film dat we het antwoord zelf invullen.
Ella: Dat lijkt me inderdaad de kern van het verhaal. Ik denk dat die vraag bij iedere bezoeker wel is opgekomen.
Djai: Gewoon een gedachte: zou je met zo'n film wellicht meer bereiken voor het veranderen van vooroordelen als je hier een rijke zwarte familie white trash zou laten afslachten?
Julius: Dat zou een totaal ander verhaal zijn.
Djai: Wat ik bedoel is dat het volgens mij belangrijker is dat mensen zwarten zien in andere dan in stereotype rollen.
Julius: Ik ben het met je eens dat er meer verschillende rollen voor zwarte personages zouden moeten zijn, maar dat dit niet zo is, ligt niet aan Get Out.
Ella: Ik denk dat het beide kan. Als je in een film een duidelijk verschil maakt tussen ‘de blanken’ en ‘de zwarten’, dan lijkt me dat genoeg. Misschien is de rol die dan wordt gespeeld van ondergeschikt belang? Het lijkt in deze film niet zozeer te gaan om het gedrag van de personages, maar om het feit dat de ze elkaar als ‘verschillend’ zien. Het bieden van rolmodellen wordt in Get Out niet geprobeerd.
Julius: Ik vind dat Get Out wel een rolmodel biedt, met hoe Chris zich aan het einde gedraagt. Dan wordt ‘ie een ouderwetse blaxploitation-held. Dat was niet oorspronkelijk het plan. Het verhaal was anders vóórdat Trayvon Martin werd vermoord, want toen had Peele het al geschreven. Maar toen kwam de discussie over politiegeweld op gang en vond Peele dat zijn film geen underdog nodig had, maar een held om voor te juichen. En in die zin dus een rolmodel.
Ella: Daarin is hij inderdaad een rolmodel.