Asset 14

Yoga zonder puntmuts

Gezegend met een gezonde afkeer van zweverigheid had Emy – uit een wereld waar Nirvana in de eerste, tweede en laatste plaats een band is – weinig op met yoga. Toen de ene na de andere vriendin verlichting vond, besloot ze op onderzoek uit te gaan.

De afgelopen jaren heb ik me geregeld geërgerd aan spiritueel herborenen: mensen die stralend kwamen vertellen hoeveel yoga voor hen betekent. In mijn kennissenkring leek er elke dag een yogi of yogini (vrouwelijke yoga-beoefenaar) bij te komen, en geen van hen leek daar enige schroom bij te voelen. Zoals ik hier eerder heb toegegeven, loop ik wel vaker een beetje achter. Ik leefde tot voor kort in een wereld waarin het lichtelijk bespottelijk is om je met spiritualiteit bezig te houden. In een wereld waarin Nirvana in de eerste, tweede en laatste plaats een band is. Wel had ik al eens een yogales gevolgd, omdat ik een aantal maanden in Toronto, in een huis vol yogabeoefenaars woonde, en er echt niet onderuit kon komen. Al het rekken en strekken vond ik (als voormalige wannabe-ballerina) nuttig en aangenaam, maar de lome stem van de lerares, de onzinnige namen van de houdingen en vooral het gepraat over chakra’s stonden me tegen. Alles straalde een overdreven vriendelijkheid uit die me rechtstreeks in strijd leek met de worsteling van het dagelijks bestaan.

Maar toen in de tijdspanne van één enkele week twee goede vriendinnen met een burn-out enthousiast aan mij verkondigden gered te zijn door yoga, besefte ik dat ik mijn leven moest veranderen. Ik moest iets aan mijn vooroordelen gaan doen, anders werd ik tegenover mijn vrienden een ongenietbare cynica. Die ene zuurpruim in een wereld vol verlichte mensen. Ik besloot me te verdiepen in yoga: boeken te lezen, yogabeoefenaars te spreken. Ik hield een veilige, sceptische afstand. Ik wilde grip krijgen op het fenomeen, het objectief benaderen. Hoe zit het nou precies met die chakra’s bijvoorbeeld? Is de theorie daarachter zo zweverig als het voor mij lijkt, of zit er wel degelijk een logische redenering achter? Tijdens mijn zoektocht vond ik iets onverwachts. Iets dat me geruststelde.

Yoga voor Dummies

Wat ik niet begreep aan yoga is dat het twee ogenschijnlijk onverenigbare kanten lijkt te hebben: de ‘harde’ lichamelijke en de ‘zachte’ spirituele. Aangezien ik de stem van mijn vroegere balletlerares nog in mijn hoofd heb (“Pijn is fijn!”), heb ik moeite met de bezwerende praat van yogaleraren, die zeggen dat je vooral naar je lichaam moet luisteren (“En kijk dan… of je nog ietsje… verder… kunt buigen…alleen als je… lichaam… het toestaat…”). Bij een yogales raakt mijn lichaam vooral in verwarring: moet het nou gaan sporten of gaan slapen? Het lezen van boeken over yoga – waaronder Yoga voor Dummies – schept wat duidelijkheid: er is een heel spectrum aan yogastromingen; bij sommige zijn de meditatieve oefeningen belangrijker, bij andere de lichamelijke houdingen. De stroming die in het Westen veruit het populairst is, is hatha yoga – de houdingenyoga. Een extreme variant hiervan is Bikram yoga, uitgevonden door de patserige Bikram Choudhury, yogaleraar van vele Hollywoodsterren. Hierbij wordt een hele reeks houdingen in snel tempo aangenomen, in een zaal die is opgewarmd tot rond de 40 graden Celsius. De instructeur roept leerlingen toe dat ze verder door moeten buigen. Bikram yoga is een manier om snel gewicht te verliezen en spieren te trainen – harder, better, faster, stronger. Het sluit zo perfect aan bij de (typische?) westerse prestatiegerichtheid en zou vast de goedkeuring van mijn balletlerares weg kunnen dragen.

Illustratie: Agnes Loonstra

Juist vanwege die nadruk op presteren en lichamelijkheid hebben de yogaleraren in opleiding die ik spreek weinig met Bikram. Zij verwijzen liever naar de oude “klassieke yoga” van Patanjali, die vrijwel uitsluitend spiritueel is. De yoga van Patanjali, uiteengezet in de Yoga Sutra’s, is een methode om de “wervelingen” van de gedachten in te perken, tot rust te brengen, je ego los te laten en zo één te worden met alles. Binnen deze methode zijn mededogen, geduld, standvastigheid en bescheidenheid belangrijke deugden. Over ingewikkelde poses wordt met geen woord gesproken. Patanjali zegt alleen dat je om te mediteren een aangename houding aan moet nemen, die je een tijdje vol kunt houden.

Voor de yogaleraren is Patanjali’s onthechtingsleer de kern van yoga. Maar die klassieke yoga is een onbereikbaar ideaalbeeld. Het complete systeem van de klassieke yoga kunnen yogi’s hier niet eens overnemen al zouden ze het willen. Ze zouden dan moeten geloven in reïncarnatie – het hele idee van yoga en verlichting is er uiteindelijk op gericht om te ontsnappen aan de voortdurende wedergeboortes en een goddelijke status te bereiken. Bovendien zouden ze bereid moeten zijn alles op te geven: alle verlangens, alle gedachten en uiteindelijk alle vormen van handelen. Ze zouden moeten bedelen om aan eten te komen en zich verder geheel moeten afzonderen van de wereld. En dit zou nog weinig uithalen, want zoals de professor Sanskriet Jean Varenne in de jaren zeventig al benadrukte in zijn populair-wetenschappelijke boek Le yoga et la tradition hindoue (om de yoga-beoefenende hippies uit die tijd op hun plek te zetten): volgens de geschriften is de klassieke yoga alleen weggelegd voor Indiase mannen uit de hoogste kasten.

Scandinavische huisvrouwengymnastiek

De yoga die we hier beoefenen is dus onvermijdelijk westers gekleurd, omdat de onbereikbare kantjes er vanaf moesten. Maar ook van oorsprong blijkt de houdingenyoga niet puur oosters. Mark Singletons Yoga Body: The Origins of Modern Posture Practice (2010) maakt dat duidelijk. Singleton heeft de moderne geschiedenis van hatha yoga uitgeplozen, en beargumenteert dat de veelheid aan houdingen (āsanas), die zowel hier als in India graag gezien worden als deel uitmakend van een vijfduizend jaar oude traditie, onder meer voortkomen uit Scandinavische huisvrouwengymnastiek. Sterker nog, die huisvrouwengymnastiek had zelf ook al een spirituele kant!

Maar klopt Singletons onderzoek? Ik roep de hulp in van een expert, Paul van der Velde, hoogleraar Vergelijkende Godsdienstwetenschap met een specialisatie in hindoeïsme en boeddhisme. Van der Velde publiceerde recentelijk De Boeddha in het tuincentrum. En andere populaire beelden van het boeddhisme, waarin hij de vraag stelt hoeveel de Boeddha’s in de tuincentra en meubelboulevards te maken hebben met het Aziatische boeddhisme. Volgens Van der Velde hebben westerlingen een overdreven rooskleurig beeld van het boeddhisme, zien we het als een niet al te gecompliceerde levenshouding die een gelukkig en evenwichtig bestaan garandeert. We denken niet aan de moeizame ascese en onthechting die monniken door moeten maken. We staan er niet bij stil dat boeddhisme in Azië een religie is, inclusief dogma’s, en dat er een complete cultuur aan vast zit. Bovendien spiegelen we onszelf graag onterecht voor dat boeddhisten geen oorlog voeren en überhaupt nooit gewelddadig zijn. “Feel good buddhism”, noemt Van der Velde dit. Geldt hetzelfde voor yoga?

Eén boeddhahoofd was te groot om ergens op te staan, dat staat midden in de kamer

Ik bezoek Van der Velde in zijn kamer op de zeventiende verdieping van de Radboud Universiteit Nijmegen. Die kamer is een kruising tussen de standaard hooglerarenkamer (gevuld met boekenkasten) en de Azië-afdeling van het British Museum. Bovenop alle kasten en in de vensterbank staan beelden van Shiva’s, Vishnu’s en Boeddha’s, van die laatsten vooral de hoofden. Eén boeddhahoofd was te groot om ergens op te staan, dat staat midden in de kamer, waar het uittorent boven Van der Velde’s bureau. Op dat bureau ligt, tussen alle boeken en stapels papier, Singletons Yoga Body, van binnen ijverig beplakt met Post-its. Van der Velde: “Singleton heeft zeker een punt. Er zijn wel vroege vormen van ascetisme in India, maar de houdingenyoga die wij hier in het Westen beoefenen – ikzelf trouwens niet – die is eind negentiende, begin twintigste eeuw gevormd.”

Esoterici en slangenmensen

Eind negentiende, begin twintigste eeuw reisden westerse esoterici, zoals de theosofen, af naar India. De theosofen – onder wie Helena Blavatsky, mede-oprichter van de Theosophical Society – waren ontdekkingsreizigers op zoek naar spirituele geheimen. Zij hadden daarbij sterk oriëntalistische ideeën: ze hoopten dat in de meest afgelegen gebieden, met name het Verre Oosten, diepe, oude kennis bewaard zou zijn gebleven. De klassieke yoga van Patanjali stelde niet teleur. Het idee dat mensen een eeuwige ziel (atman) hebben die door te oefenen in onthechting bevrijd kan worden uit wedergeboorte en lijden, sprak de esoterici aan. Wat ze echter niet begrepen, was dat rare, verwilderd uitziende figuren, die op straathoeken onmogelijke houdingen aannamen en trucs uithaalden als door vuur lopen en op spijkerbedden liggen, ook yogi’s, of yogins werden genoemd.

De slangenmensen en magiërs waren yogi’s uit de hatha traditie, van oorsprong een ascetische stroming die in de middeleeuwen ontstond en in de achttiende eeuw alweer over haar hoogtepunt heen was. Einddoel voor de hathayogins was om onsterfelijkheid te verkrijgen. Daarvoor moest het lichaam getraind worden via ademhalingsoefeningen, houdingen, en een reeks (behoorlijk onsmakelijke) reinigingsrituelen, zoals het doorslikken van een lange lap stof. In de negentiende eeuw was het een zeer marginale stroming. Zowel Indiërs als de Britse kolonisten keken neer op de hathayogins met hun zwarte magie. Vandaar dat de theosofen zwegen over hatha yoga. Ook de Indiase monnik Swami Vivekananda, die eind negentiende eeuw naar het Westen kwam en daar invloedrijke lezingen over yoga gaf, wilde niets weten van hatha yoga. Bij haar introductie in het Westen was yoga dus een puur contemplatieve praktijk, zonder houdingen.

Spierballenyoga

Dat dit veranderde kwam door de invloed van de Britse bezetters op de Indiërs. Eind negentiende, begin twintigste eeuw kenden die namelijk een sterke cultus van het lichaam, een Körperkultur. Uit angst dat de industrialisering tot lichamelijke en morele verzwakking zou leiden, deed men overal in Europa aan fysieke oefeningen met als doel geestelijke verheffing. Mens sana in corpore sano, was het breed gedragen adagium. Het was het begin van de bodybuilding. In Scandinavië werd een gymnastiek ontwikkeld die iedereen in zijn eigen huiskamer kon doen. Deze gymnastiek had enorme invloed op de andere Europese landen, omdat er – anders dan bij bodybuilding – geen extra hulpmiddelen voor nodig waren. Alles wat je nodig had was je eigen lichaam.

Zowel bodybuilding als de Scandinavische gymnastiek drongen, via de Britse kolonisten, door in India.

Zowel bodybuilding als de Scandinavische gymnastiek drongen, via de Britse kolonisten, door in India. Het Westen beïnvloedde hier het Oosten. Indiërs gingen het ideaal van de lichaamscultus overnemen, en trokken het zich daarom ook vreselijk aan dat de Britten hen wegzetten als week, verslaafd, onderdanig en ongespierd. Als reactie gingen zij extra hard trainen. Nationalistische Indiërs zochten hierbij naar oefeningen die ‘typisch Indiaas’ waren. Die vonden zij in de āsanas die tot dan toe waren voorbehouden aan de griezelige yogins in de marge. De hatha yoga moest gerationaliseerd en gemedicaliseerd worden, zodat de houdingen eruit serieus konden worden genomen. De patriottistische wetenschapper en yoga-promotor Swami Kuvalayananda zette voor dit doel in de jaren twintig een onderzoekscentrum voor yoga op. Bodybuilder/yogi K.V. Iyer beloofde dat zijn spierballenyoga ziektes kon genezen en de toegewijde oefenaar net zo’n goddelijk lichaam als dat van hem zou bezorgen. De houdingen die deze en andere yogi’s ontwikkelden waren minstens evenzeer geïnspireerd door bodybuilding en gymnastiek als door de āsanas, maar zij presenteerden hun yoga als Indiaas.

Deze nieuwe, hybride houdingenyoga, die tussen de jaren twintig en veertig ontwikkeld werd, drong geleidelijk door in de Indiase samenleving en kwam vervolgens terug in het Westen. Indiase yogi’s kwamen op bezoek en de houdingen die zij toonden vonden een vruchtbare bodem, mede doordat ze zo goed aansloten bij de gymnastiek die al gedaan werd. Van een ascetische onthechtingsleer werd yoga zo een serie oefeningen om de fysieke en mentale gezondheid mee te bevorderen. De mystieke lading was afgezwakt tot een spiritueel tintje: genoeg om fascinatie op te wekken zonder af te schrikken.

Boeddhistische puntmuts

Alle ideaalbeelden van de onthechte oosterling ten spijt: daar wil men ook gewoon een mooi lichaam. Het Westen heeft niet alleen gekeken wat er uit het Oosten te halen valt, het Oosten staarde terug en zag groener gras.

Als je hard op zoek bent naar spirituele diepgang, is het wellicht niet prettig om te horen dat yoga een pragmatisch mengelmoesje is van oosterse en westerse invloeden, van huisvrouwengymnastiek, slangenmensenacrobatiek, nationalisme en Körperkultur. Van der Velde merkt ook de teleurgestelde reacties uit het publiek als hij tijdens lezingen de recente oorsprong van hatha yoga bespreekt. Zelf ziet hij het probleem niet: “Heel veel van wat we over Azië denken blijkt bij nader inzien gloednieuw te zijn, hevig beïnvloed door westerse denkbeelden. Maar hoe erg is dat? Het hoeft van mij geen vijfduizend jaar oud te zijn, het gaat erom of het voor mensen werkt. Mensen die al jaren yoga doen, vertellen me dat ze er stress mee kunnen reduceren, dat ze het leven aankunnen, dat ze het als spirituele verrijking ervaren, dat ze soepel blijven, tot op hoge leeftijd ook…ja, doen! Hé, mensen moeten doen waar ze gelukkig van worden. Bovendien betekent in India een uitspraak dat iets vijfduizend jaar oud zou zijn dat iets van tijdloze waarde is. Dat vind ik veel boeiender.”

Terwijl ik met Van der Velde praat, denk ik weer aan mijn opgebrande vriendinnen, voor wie yoga een soort religie is. “Is het wel verantwoord is om die ‘vijfduizend jaar’-mythe te doorbreken?”, vraag ik Van der Velde. “Kunnen we mensen het niet beter gunnen daarin te geloven?” Van der Velde schudt zijn vriendelijke hoofd: “Het wordt dan reëler, en dat zorgt dat je goeroegedrag kunt voorkomen. Ik heb een enorme hekel aan goeroegedrag: iemand die met een lang gewaad of een puntmuts rond gaat lopen en zichzelf gezag toe gaat eigenen, dat vind ik altijd zo week. Het is allemaal veel alledaagser dan we denken. Mensen zijn vaak totaal niet kritisch op de oosterse tradities, terwijl ze dat op hun eigen religieuze achtergrond wel zijn. Houd de kritiek vast die je had op je eigen religie, daarmee voorkom je dat je tien jaar later in dezelfde fuik trapt.” Ter illustratie loopt hij naar een van zijn kasten, haalt er een tas uit met veelkleurige boeddhistische puntmutsen, en zet er één op zijn hoofd. De muts steekt vreemd af bij zijn linnen kleding. “Iemand zet een muts op, en zegt: Ik weet het! Dat is wat er in religies maar al te vaak gebeurt. Dat staat mij tegen”, zegt Van der Velde, met de puntmuts nog op.

Dat was ook wat mij tegenstond, zie ik nu. Het idee dat yoga een heel quasi-religieus systeem is, dat de yogi(ni) de waarheid in pacht heeft. Dat die waarheid van de andere kant van de wereld moet komen en doorspekt is met termen die voor een buitenstaander onbegrijpelijk zijn. Dat ik, als oningewijde, met het gevoel word opgezadeld dat ik iets essentieels mis in mijn leven. Maar nu ik de geschiedenis van yoga ken voel ik me niet langer die oningewijde buitenstaander. Als iemand nu aan mij vertelt dat hij yoga heeft ontdekt, kan ik reageren als een ware yogini: ik glimlach, zonder enige ergernis.

Mail

Emy Koopman was jarenlang Hard//hoofd-redactielid en is literatuurwetenschapper, psycholoog en schrijver. Ze debuteerde in 2016 met de roman Orewoet. Haar meest recente boek Tekenen van het universum verscheen in januari 2022 bij uitgeverij Prometheus.

Agnes Loonstra is een illustrator uit Utrecht die, naast het maken van kleurrijke en humoristische illustraties en animaties, ook zangeres is in de Nu-Folk band Wooden Soldiers en retro-act Charmony. Ze houdt ook erg van katten en elpees.

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
test
het laatste
Doorlaatbaar 1

Doorlaatbaar

Een jonge vrouw is mantelzorger voor haar moeder. Dit verhaal van Siska van Daele beschrijft de grens tussen hun binnen- en buitenwereld: binnen lijkt de tijd stil te staan, terwijl buiten alles doorraast. Lees meer

De inspraakavond

De inspraakavond

Om een progressief geluid te laten horen gaat Michiel Cox naar een inspraakavond over windmolens. Maar tijdens de bijeenkomst begint hij te twijfelen. Is dit inspraak? Lees meer

Lieselot 2

Winnaar Stoute Stift 2024

Ruben Topia won met zijn illustratie de Stoute Stift 2024, de illustratiewedstrijd die deBuren organiseert. Topia maakte een illustratie bij een erotische verhaal van Prins de Vos. Lees hier het juryrapport! Lees meer

Lieselot 1

bloedbanen

‘Jij bént geen lijf, je hébt er een,’ stelt de therapeut in het buurthuis. Kan de ik-persoon geholpen worden? Met ‘bloedbanen’ won Sandro van der Leeuw de juryprijs van Het Rode Oor 2024, de erotische schrijfwedstrijd van Vlaams-Nederlands huis deBuren. Lees meer

Lieselot

Lieselot

Twee vrouwen in een verzorgingstehuis hebben een afspraakje - maar zal de ander wel komen? Met ‘Lieselot’ won Sanne Otten Het Rode Oor 2024, de erotische schrijfwedstrijd van Vlaams-Nederlands huis deBuren. Lees meer

Je hebt mij getekend voor het leven

Je hebt mij getekend voor het leven

Hoe sluit je een hoofdstuk af? Jop Koopman schreef een brief aan zijn oude baas, in wiens tulpenbedrijf hij als invalkracht een bedrijfsongeval meemaakte. Lees meer

De dooddoener van het kwaad

De dooddoener van het kwaad

Bas Keemink bespreekt de film 'The Zone of Interest', waarin Jonathan Glazer 'Big Brother' naar de Holocaust brengt. Lovende kritieken schrijven dat hij Hannah Arendts theorie, de banaliteit van het kwaad, goed in beeld brengt, maar is dat wel zo? Lees meer

Ondergang / Opkomst

Ondergang / Opkomst

Wat als Pangea opnieuw ontstaat en de wereld weer één land wordt? In haar beeldende gedichten fantaseert Sanne Lolkema over nieuwe en oude werelden, systemen en cirkels. Lees meer

Exteriors, Annie Ernaux and Photography

Exteriors, Annie Ernaux and Photography

Jorne Vriens bezocht een tentoonstelling in Parijs en dit leidde tot een prachtige uiteenzetting over tekst, smartphones, connectie en fotografie. Lees meer

Dit kabinet is ziek - het heeft een ontstellend gebrek aan verbeelding

Dit kabinet is ziek: het heeft een ontstellend gebrek aan verbeelding

Marthe van Bronkhorst stelt dat het kabinet likkebaardend zou moeten trappelen om vernieuwende ideeën te presenteren, maar komt van een koude kermis thuis. Lees meer

De eerste leugen

De eerste leugen

De eerste keer dat Job van Ballegoijen de Jong loog, was het bijna onschuldig. Een leugentje om bestwil, dacht hij toen, om zijn moeder gerust te stellen. Maar die eerste leugen groeide uit tot een web waarin hij langzaam verstrikte. In zijn debuut 'Morgen vertel ik alles' vertelt hij waarom iedereen een tweede (of derde) kans verdient. Lees meer

misschien is dat waarom ik een tussenvorm bleek - gedichten

Misschien is dat waarom ik een tussenvorm bleek - gedichten

De tedere poëzie van Hilde Onis meandert langs beeldhouwers, honden met mannen-angst en verse gedachtestreepjes, en mondt uit in een zee van beelden, waarin ook de vergankelijkheid niet ongezien blijft. 'dat het beest zich meteen op me wierp / zie ik als bewijsvoering / voor dat wat uitblijft' Lees meer

Leven in laagjes

Leven in laagjes

In dit essay geeft Dani Bouwman een intieme reflectie op identiteit, familie en het verlangen naar een plek waar hij volledig zichzelf kan zijn. Lees meer

Lief kutland // Lancering

Lief kutland // Lancering

Vier samen met Hard//hoofd de launch van ons nieuwste magazine! Samen met je favoriete makers pluizen we dit stipje op de aardbol uit. Lees meer

Elke gelijkenis met bestaande personen of gebeurtenissen berust op louter toeval of waanideeën

Elke gelijkenis met bestaande personen of gebeurtenissen berust op louter toeval of waanideeën

"Elke gelijkenis met bestaande personen of gebeurtenissen berust op louter toeval of waanideeën" is een driedelige reeks gedichten van Trijntje van de Wouw die op een humoristische manier zwaardere thema's aan weet te snijden. Lees meer

De overkokende theatraliteit van Pierre Bokma maakt van Zomergasten weer een feestje

De overkokende theatraliteit van Pierre Bokma maakt van Zomergasten weer een feestje

Reinout Bongers schreef een nabeschouwing van de Zomergasten-aflevering met Pierre Bokma als gast of, moeten we zeggen, hoofdrol? "Therapie heeft hij wel geprobeerd, maar dat leverde hem - naar eigen zeggen - vooral een lege bankrekening op." Lees meer

Eerherstel voor mijn stiefmoeder

Eerherstel voor mijn stiefmoeder

Toen zijn stiefmoeder Pieta stierf, voelde het voor Jelle Havermans alsof hij werd bevrijd van een van zijn grootste onderdrukkers. Voor ons Sorry-magazine schreef hij dit essay waarin hij jaren later toegeeft dat de vrouw die hem en zijn zusje het leven zuur maakte, ook slachtoffer was van haar eigen tijdsgeest en omgeving. Lees meer

De ontkieming van een ruimte

De ontkieming van een ruimte

Hoewel de aandacht voor de oorlog in Oekraïne lijkt af te zwakken, blijft kunstenaar Rob Voerman onverminderd betrokken. Sophia Bustin vraagt zich af wat geëngageerde kunstenaars precies doen en betekenen voor de maatschappij en gaat daarom bij hem langs. Lees meer

:Aan een dun touwtje: Over onbegrip, offers en intergenerationele solidariteit

Aan een dun touwtje: Over onbegrip, offers en intergenerationele solidariteit

In dit persoonlijke essay ontrafelt Laura Korvinus de draden die haar met haar oma verbinden. Langs welke verhalen of assen kan verbondenheid tussen verschillende generaties ontstaan en worden vastgehouden? Deel 1. 
 Onderweg naar mijn grootouders glipt een herinnering mijn gedachten binnen. Op een oude video ben ik aan het spelen aan de rand van... Lees meer

Op studiobezoek bij Koen van den Broek

Op studiobezoek bij Koen van den Broek

Aucke Paulusma ging op studiobezoek bij kunstschilder Koen van den Broek. In de hoop inspiratie op te doen voor zijn eigen kunstenaarscarrière, bespreken ze de kunst. Lees meer

Lees Hard//hoofd op papier!

Hard//hoofd verschijnt vanaf nu twee keer per jaar op papier! Dankzij de hulp van onze lezers kunnen we nog vaker een podium bieden aan aanstormend talent. Schrijf je nu in voor slechts €2,50 per maand en ontvang in maart je eerste papieren tijdschrift. Veel leesplezier!

Word trouwe lezer