Asset 14

Laten wíj het er eens over hebben

Laten wíj het er eens over hebben

Marne Groen zat in een van de bussen die vorig jaar werden tegengehouden onderweg naar Dokkum. Ook dit jaar is hij van plan te demonstreren tegen Zwarte Piet. Nu is niet het moment om in onze comfortabele middenpositie te blijven, stelt Marne; we móeten ons uitspreken tegen racisme. Zijn boodschap: wen aan ongemakkelijke discussies, leer van je fouten en blijf vooral demonstreren.

Ik leg het zwijgen het zeggen op. Nee, ik wil het er niet over hebben. Ik heb niets zinnigs te zeggen, niet écht. Maar misschien moet ik het er wel over hebben. Over Zwarte Piet, maar vooral over mezelf, over ons. Hoe verhouden wij ons, als witte personen, tot het debat over racisme? Hoe ongemakkelijk, pijnlijk en moeilijk ook, het is noodzakelijk dat we ons eerlijk gaan uitspreken. Laten wíj voortaan eens degenen zijn die erover beginnen.

18 november 2017

De bus schokt. Bussen deinen altijd een beetje over het asfalt van snelwegen maar dit is anders. We kijken even op van ons gesprek, praten dan verder. Niet veel later schokt de bus nog een keer. Met mijn rechterhand voorkom ik dat ik tegen de stoel voor mij aan smak. Mitchell Esajas pakt de microfoon. ‘Er zijn mensen die proberen onze bus stil te zetten. Onze chauffeur doet haar best om ze te ontwijken en niet aan te rijden.’ Enkele momenten later staan we toch stil – we zijn op de snelweg bij Joure geblokkeerd door een peloton auto’s; we kunnen niet naar Dokkum om te demonstreren tegen Zwarte Piet. Een man rent langs de ruiten van onze bus. Hij houdt zijn middelvingers omhoog, in zijn ogen staat razernij. Ineens word ik bang. De man kan stenen door de ruiten gooien, hij kan onze bus binnenstormen, ons in elkaar slaan, neersteken. In zijn ogen heb ik een vuur gezien dat hem ertoe in staat stelt. Ik besef me dat ik nog nooit echt voor mijn leven heb gevreesd. Ik hoor het meisje voor mij zeggen ‘ik bel de politie, ik bel de politie’. De politie neemt niet op.

15 april 2013

Laten wíj het er eens over hebben 2

‘Gelukkig bestaat racisme niet meer.’ Ik heb mijn geschiedenisboek over ophangingen en verbrandingen door de Ku Klux Klan gelezen en ik heb geconcludeerd dat dit zo bizar is dat dit nu niet meer kan bestaan. Ik zit bij mijn mondeling geschiedenis op het Stedelijk Gymnasium in Haarlem – een omgeving die compleet vormgegeven is door sociaal-economische segregatie (het is dus ook geen toeval dat er in mijn jaarlaag met 146 leerlingen maar zes personen van kleur zitten). Mijn geschiedenisleraar vraagt iets over het eindexamenthema De Verenigde Staten en hun federale overheid 1865-1965, het gaat over de verdeeldheid tussen Noord- en Zuid-Amerika. Ik geef een uitgebreid antwoord en als toevoeging spreek ik die woorden uit: ‘gelukkig bestaat racisme niet meer’. ‘Nou, in Amerika nog wel hoor,’ zegt mijn docent geschiedenis. Mijn wereld blijft even stilstaan: racisme bestaat nog? Betekent dat dat verbrandingen en ophangingen nog steeds plaatsvinden? Hoe kan dat? Mijn docent heeft inmiddels alweer de volgende vraag gesteld. Ik geef antwoord.

Mei 2017

Daar geloof ik niet in, want racisme is niet comfortabel en ook niet iets om over te zwijgen.

Ik heb het boek Hallo witte mensen van Anousha Nzume gelezen. Nzume is zo helder en trefzeker in haar uitleg over racisme dat veel dingen op zijn plaats vallen. Het boek biedt steekhoudende argumenten om de discussie over racisme mee aan te gaan en ik ga geen enkele discussie meer uit de weg. Ik ben boos over de alom aanwezige uitingen van racisme. Het frustreert me dat de meeste van mijn vrienden niet op dezelfde lijn zitten als ik en het frustreert mijn vrienden dat ik ‘altijd over racisme begin’. Op een gegeven moment is de zucht, wanneer een discussie dreigt aan te vangen, hoorbaar, en merk ik dat mijn vrienden allang denken te weten wat ik ga zeggen. Ze luisteren niet meer. Daar moet ik over nadenken. Moet ik hierover zwijgen? Of moet ik het zo verwoorden dat we er een comfortabel en aangenaam gesprek over kunnen hebben? Daar geloof ik niet in, want racisme is niet comfortabel en ook niet iets om over te zwijgen. 2017 is niet de tijd om gezellig te willen zijn.

November 2017

Laten wíj het er eens over hebben 3

Ik zit in de bus onderweg naar Dokkum. Ik ga demonstreren tegen Zwarte Piet, maar dat voelt niet eenduidig goed of vanzelfsprekend. Mijn woede ligt inmiddels begraven onder een dikke laag zelftwijfel. Ik heb van racisme nooit daadwerkelijk hinder ondervonden, dus ik zal het nooit echt begrijpen. Het voelt alsof ik voor mijn beurt spreek. Neem ik een ruimte in die mij niet toebehoort?

Ik vind het hypocriet dat ik op mijn 21e ineens heel erg kwaad ben over het onrecht van racisme terwijl ik daar 21 jaar met geen woord over heb gerept. Sterker nog: ik heb er 21 jaar vrijwel niets vanaf geweten. De woede die ik voorheen voelde was woede uit minachting. Ik vond dat ik gelijk had en dat mijn mening beter was dan die van de mensen waarmee ik discussies voerde. Maar hoe kan ik iemand anders die zich niet zo bewust is van racisme ‘minder’ achten, wanneer ik niet eens zo gek lang geleden op eenzelfde manier dacht? Zijn het niet bepaalde toevallige gebeurtenissen, ontmoetingen en opmerkingen die mijn ogen geopend hebben?

Ze zijn met een VWO-score naar het VMBO gestuurd; ze wensten vurig om stijl blond haar te hebben omdat ze zich schaamden voor hun eigen afrohaar; ze worden achtervolgd in winkels.

Ik weet dat racisme me zo woedend maakt omdat ik mensen ken die onrecht ondervinden en ondervonden hebben van racisme. Ze zijn met een VWO-score naar het VMBO gestuurd; ze wensten vurig om stijl blond haar te hebben omdat ze zich schaamden voor hun eigen haar; ze worden achtervolgd in winkels. Ik houd van hen. Dat is waarom het voelt alsof ik deze discussie niet niet kan voeren. Ik weet dat sommige vrienden/familieleden/collega’s die mijn standpunten over racisme te ver vinden gaan nauwelijks omgaan met (meerdere) mensen van kleur – het zijn eigenlijk de meeste vrienden, familieleden en collega’s, aangezien onze maatschappelijke ruimtelijke segregatie zo hardnekkig is. Ik bevind me niet een moreel superieure positie, maar in een andere positie ten opzichte van andere witte mensen.

Hoe meer ik me bezighoud met racisme, hoe meer ik ontdek hoe racistisch ik zelf ben. Ik dacht eerst dat ik geen racist kon zijn als ik omging met mensen van kleur. Ik schaam me voor de kortzichtige opvatting die ik ooit had en ik begin steeds meer te beseffen hoe complex, onbewust en wijdverbreid racisme is – veel breder dan alleen een antwoord op de vraag ‘vind je dat zwarte mensen gelijkwaardig zijn aan witte mensen’. Soms valt het me op dat een donker persoon te laat is (terwijl ik dat nooit opmerk wanneer het een wit persoon is). ’s Avonds op straat ben ik banger voor een groepje zwarte jongens dan voor een groep witte jongens. Ik ben sneller geneigd iets van een wit persoon voor waar aan te nemen. Hoe kan ik me geloofwaardig uitspreken tegen racisme als ik zelf racistisch denk?

November 2018

Laten wíj het er eens over hebben 1Wat ik eigenlijk probeer te zeggen? Ik wil niet voor mijn beurt spreken, maar ik wil me wél uitspreken, op een manier die eerlijk en oprecht is. Ik schaam me kapot voor mijn racistische reflexen en aannames. Dáárom demonstreer ik tegen Zwarte Piet. Ik wil leven in een land waar racistische denkbeelden geen aangeleerd, sluimerend en vanzelfsprekend referentiekader vormen. Ik wil me uitspreken omdat ik in een land wil leven waar iedereen zich thuis voelt en waar iedereen gelijke kansen heeft. Ik weet nog lang niet alles, ik doe nog niet genoeg en ik maak fouten. Maar ik wil me daardoor niet langer laten tegenhouden, want het is geen onmogelijkheid om zelf fouten te maken terwijl je andere fouten recht probeert te zetten. De realiteit is paradoxaal.

 

Ik wil woedend blijven, want wie niet langer woedend is, heeft zijn hoop verloren.

Ik wil woedend blijven, want wie niet langer woedend is, heeft zijn hoop verloren. Woede is krachtig, het zet me aan tot actie. Maar ik moet me beseffen dat ik woede voel vanuit liefde. Ik ben boos omdat ik geef om alle mensen in onze samenleving en dus ook om mijn collega/vriend(in)/oma die (onbewust) racistisch denkt of doet. Ik kan racisten niet langer wegzetten als mensen ver bij me vandaan, ik heb mijn versimpelde goed/fout en racistisch/niet-racistisch tegenstellingen moeten opgeven. Dat is nog steeds niet makkelijk, het blijft iets waar ik mezelf aan moet blijven herinneren. We leven in een land waar racisme in onze instituties en in ons gedachtegoed is geslopen. We hebben er niets aan om onszelf buiten dat systeem te plaatsen, alsof wij er zelf als enigen op wonderbaarlijke wijze aan zijn ontsnapt. We moeten dus toe durven geven dat ook wij racistisch zijn. Want als we onszelf onderdeel durven te maken van het probleem, kunnen we ook een onderdeel van de oplossing worden.

Een racismevrij Nederland is wél mogelijk. Daar moeten we hard voor werken. We moeten steeds blijven doen alsof we de wereld kunnen veranderen, maar weten dat de wereld niet zomaar verandert. We moeten geduld hebben en we moeten onszelf en onze omgeving met scherpte maar ook met compassie blijven benaderen. Iedereen zit in een andere leerfase.

Ja, het zal heel erg ongemakkelijk zijn. Je zult bang zijn ‘de collega, die altijd zeurt’ gevonden te worden. Misschien zul je denken dat het allemaal geen zin heeft, maar het belangrijkste is dat je volhoudt. Voel je niet machteloos, want verandering vergt geduld. Als je je op werk niet durft uit te spreken, wacht tot je het wel durft. Tot je een goede manier bedacht hebt om het aan te kaarten of wacht juist niet. Maak fouten. Spreek je uit door naar een demonstratie te gaan of doneer aan Stichting Nederland Wordt Beter. Er is genoeg te doen.

Ik geloof nog altijd dat de minderheid in de meerderheid is. Als we meer solidariteit en empathie zouden tonen, als iedereen echt voor elkaar zou zorgen – dan zou er werkelijk voor iedereen gezorgd worden. Stel je voor hoe mooi de wereld eruit zou zien.

Dus blijf woedend. Blijf hartelijk. Demonstreer. Spreek je uit.

Op zaterdag 17 november vindt de intocht van Sinterklaas op verschillende plekken in het land plaats, nog altijd met de racistische karikatuur van Zwarte Piet. Ondanks het protest en de uitspraken tegen Zwarte Piet van belangrijke instanties zoals de Kinderombudsman , de VN (voor het volledige rapport van de CERD klik hier) en het College voor de Rechten van de Mens, wordt er nog altijd beter geluisterd naar de woede van sommige witte mensen. Het is daarom belangrijk dat het ‘stille midden’ zich uitspreekt en laat zien dat het midden in werkelijkheid geen midden is. Je kunt je aansluiten bij protesten in Amstelveen, Apeldoorn, Den Haag, Den Helder, Dokkum, Dordrecht, Eindhoven, Gouda, Groningen, Hoorn, Leeuwarden, Maassluis, Nijmegen, Rotterdam, Weesp, Willemstad, Tilburg, Zwolle en Zaanstad.

Wil je meer weten over Zwarte Piet? Hier vind je meer informatie. Wil je je in een Zwarte Pieten-discussie beter kunnen verweren? Hier vind je een aantal goede argumenten.

De afbeeldingen zijn onderdeel van het afstudeerproject 'Chalkis' van Rueben Millenaar.

Mail

Marne Groen is altijd tegelijkertijd meer en minder dan hij wil zijn. Hij studeert Cultural Analysis en filosofie in Amsterdam en debuteerde in november 2018 bij Uitgeverij Rorschach.

Rueben Millenaar is een illustrator die werkt in Groningen. Hij houdt zich het liefste bezig met maatschappelijke kwesties in beeld te krijgen. Vaker dan niet resulteert dat in het tekenen van naakte mensen.

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
Lees meer
test
het laatste
Mooi vanbuiten en vanbinnen: pleidooi voor dagdagelijkse entomologie 2

Mooi vanbuiten en vanbinnen: pleidooi voor dagdagelijkse entomologie

Insecten hebben een slecht imago. We houden ze het liefst ver uit de buurt, maar dat is onterecht, vindt Jitte. Met dit artikel bewijst hij je graag van het tegendeel en vertelt hij hoe sluipwespen lieveheersbeestjes inschakelen als lijfwacht voor haar larven, over de indrukwekkende hersenen van de Darwinwesp, en hoe je een mierenkolonie opzet met één koningin. Lees meer

Composthoop

Een symfonie van het kleine leven

Jesse Van den Eynden neemt je mee in de symfonie van het kleine leven dat zich afspeelt in de duisternis van de composthoop. In dit liefdevolle essay beschrijft hij hoe zijn leven steeds meer overgenomen wordt door de rottende en levende massa in zijn tuin, en hoe het slurpen, klikken en kraken van de aarde en haar bewoners een meditatieve ervaring worden. Lees meer

Eiland zonder eilandjes

Eiland zonder eilandjes

Bram de Ridder is vervangend psychiater op Bonaire. Maar hoe moet hij zich als witte zorgprofessional verhouden tot de mensen van het eiland? Lees meer

Huizen, omhulsels

Huizen, omhulsels

Anne Schepers had nooit gedacht dat ze een huis kon kopen. Tijdens de verbouwing denkt ze na over huizen als politiek middel, hoe het is om als sociale klimmer ruimte in te nemen en waarom dromen over een fantasiehuis een privilege is. Lees meer

:Consent als verzet: brieven over consent in een koloniale wereld

Consent als verzet: brieven over consent in een koloniale wereld

Consent is complex in een wereld gevormd door koloniaal geweld. Yousra Benfquih vraagt zich in haar eerste brief aan Alara Adilow af hoe consent een instrument kan worden van verzet. Lees meer

Iemand die in je gelooft

Iemand die in je gelooft

Jam van der Aa ontdekte pas laat dat ze autisme heeft. Toen ze jong was herkende jeugdzorg bovendien niet de rol van autisme in de onveilige situatie bij haar thuis. Ze was gedreven en nieuwsgierig, maar lange tijd op zichzelf aangewezen. Dit essay is een pleidooi voor betere jeugdzorg en gaat over veerkracht en jezelf leren begrijpen en vertrouwen. Lees meer

Automatische concepten 87

Van mijn spreekkamer tot aan Afghanistan

In haar behandelkamer zit Jihane Chaara als forensisch psycholoog niet alleen tegenover slachtoffers, maar ook tegenover daders van dwingende controle, een vorm van huiselijk geweld. Wat is het verband tussen deze psychologische, onderdrukkende machtstructuur van een individidu als meneer X in haar spreekkamer, en het regime van de Taliban in Afghanistan? Een essay over de verbinding tussen daderschap, ontkenning, grotere structuren van vrouwenonderdrukking en verzet. Lees meer

Einde Schooldag

Einde Schooldag

Leerlingen zijn als tijdelijke passanten van wie je een hoop weet, maar nooit hoe het met ze af zal lopen. 'Ze zijn open eindes', zo schrijft Engels docente Charlotte Knoors in dit persoonlijke essay over de raadselachtige verhouding tussen docent en student. Lees meer

Zo rood als een kreeft

Zo rood als een kreeft

Wanneer twee Spaanse vrienden Ferenz Jacobs uitnodigen voor een protestmars tegen toerisme in Barcelona, voelt hij zich voor het eerst weer een 'outsider'. In dit essay richt hij zich op de gevolgen van massatoerisme op de permanente bewoners. Is er een ander soort toerisme mogelijk, buiten de logica van onderdanigheid, kolonialisme en uitbuiting om? Lees meer

Auto Draft 4

Tijd buiten de uren om

Micha Zaat sliep binnen een jaar in bijna 60 verschillende hotelkamers. In dit essay licht hij het fenomeen van de hotelkamer als liminaal object toe, en legt uit wat zo'n kortdurend verblijf voor gasten én kamers betekent en waarom het onmogelijk is om ouder te worden in een hotelkamer. 'In het bed waar ik gisteren droomde over sterven in een auto-ongeluk ligt nu iemand te masturberen.' Lees meer

Auto Draft 2

'Kunnen we vrienden zijn?': over een noodzakelijk veranderende mens-natuur relatie

Wanneer Jop Koopman afreist naar Lombok om de Indonesische visie op mens-natuurrelatie beter te begrijpen, gaat hij op pad met een lokale mysticus. In dit essay onderzoekt hij hoe we de verhouding mens-natuur opnieuw kunnen vormgeven; wat de agency is van onze omgeving, en waarom we vrienden moeten worden met alles rondom ons. Lees meer

Stil protest

Stil protest

Nadeche Remst laat zien hoe slaap, verdriet en dissociatie meer zijn dan persoonlijke reacties: ze worden een vorm van stil verzet tegen een wereld die kwetsbaarheid buitensluit. Lees meer

Hoe lang blijf je een vluchteling?

Hoe lang blijf je een vluchteling?

'Wat' ben je als je ergens niet thuishoort, maar ook niet terug kan naar je geboorteland? Ivana Kalaš onderzoekt het label 'vluchteling'. Lees meer

Een cactus in een zompig moeras

Een cactus in een zompig moeras

Een cactus kan toch niet groeien in een zompig moeras? In dit essay schetst Jam een realistisch beeld van de autistische ervaring in een kapitalistisch systeem dat productiviteit als het hoogste goed beschouwt. Lees meer

Lieve buren

Lieve buren

Ze hebben dezelfde brievenbus en dezelfde supermarkt, maar Nienke Blanc vraagt zich in deze nooit verzonden brief af of dat het enige is dat ze met haar buren deelt. Lees meer

Best Friend (For The Forseeable Future)

Best Friend (For The Forseeable Future)

Lotte Krakers’ vriendschap met Karlien eindigde mét blauwe vinkjes, maar zonder antwoorden. Het laat Lotte reflecteren op het afdwingen van gelijkenissen in een vriendschap, en het plaatsen van vrienden op voetstukken: ‘Karlien hield me een spiegel voor, waarin ik vooral zag wat ik niet was.’ Lees meer

Je hebt mij getekend voor het leven

Je hebt mij getekend voor het leven

Hoe sluit je een hoofdstuk af? Jop Koopman schreef een brief aan zijn oude baas, in wiens tulpenbedrijf hij als invalkracht een bedrijfsongeval meemaakte. Lees meer

De dooddoener van het kwaad

De dooddoener van het kwaad

Bas Keemink bespreekt de film 'The Zone of Interest', waarin Jonathan Glazer 'Big Brother' naar de Holocaust brengt. Lovende kritieken schrijven dat hij Hannah Arendts theorie, de banaliteit van het kwaad, goed in beeld brengt, maar is dat wel zo? Lees meer

Exteriors, Annie Ernaux and Photography

Exteriors, Annie Ernaux and Photography

Jorne Vriens bezocht een tentoonstelling in Parijs en dit leidde tot een prachtige uiteenzetting over tekst, smartphones, connectie en fotografie. Lees meer

De eerste leugen

De eerste leugen

De eerste keer dat Job van Ballegoijen de Jong loog, was het bijna onschuldig. Een leugentje om bestwil, dacht hij toen, om zijn moeder gerust te stellen. Maar die eerste leugen groeide uit tot een web waarin hij langzaam verstrikte. In zijn debuut 'Morgen vertel ik alles' vertelt hij waarom iedereen een tweede (of derde) kans verdient. Lees meer

Lees Hard//hoofd op papier!

Hard//hoofd verschijnt vanaf nu twee keer per jaar op papier! Dankzij de hulp van onze lezers kunnen we nog vaker een podium bieden aan aanstormend talent. Schrijf je nu in voor slechts €2,50 per maand en ontvang in september je eerste papieren tijdschrift. Veel leesplezier!

Word trouwe lezer