Asset 14

Doodswens

Doortjes oma is zesennegentig en achtergebleven in een leven waarin ze al lang geen zin meer had: "Iedereen hier is hartstikke dom, of gek. Dom of gek: één van de twee."

I
Mijn grootvader overleed in de koudste week van het jaar. We stonden om zijn bed en mijn oma zat op de bank. Ze praatte, ze zei dat ze het heel fijn vond. Ze zei: "Voor hem is het geweldig." Toen we er zeker van waren dat hij zijn laatste rochelende adem had uitgeblazen, zetten we haar op een stoel naast zijn bed, zodat ze afscheid kon nemen van de man met wie ze zeventig jaar getrouwd was geweest. Met enige tegenzin liet ze zich meevoeren. Direct legde ze haar hand om zijn pols en riep: "Hij leeft nog hoor! Ik voel zijn hart nog kloppen!" "Hij heeft al meer dan tien minuten niet geademd", zei ik. "Ik voelde het", zei ze, en ze ging weer op de bank zitten.

Later kwam de huisarts. "De heer Smithuijsen is inderdaad overleden", constateerde hij na enig onderzoek. Hij wendde zich tot mijn oma. "Hallo!", riep hij, "Hoe gaat het met u?!" "Schreeuwen hoeft niet, ze is niet doof", zei mijn zusje nog, maar mijn oma ging al in de tegenaanval. "Dag meneer!", riep ze, "Het gaat heel erg slecht! Ik wil dood! Maar dat kan niet, omdat u een christen bent!"

Mogelijk dacht ze door een jongere man te trouwen zeker als eerste het graf in te gaan.

Mijn oma wilde al langer dood. Ze probeerde meer dan eens om mijn opa te overtuigen samen niets meer te eten en te drinken. Maar hij luisterde niet en ging elke avond naar de communale eetzaal. "Hij eet gewoon." En hoewel zij hartstochtelijk naar het einde van haar leven begon te verlangen, bleef ze kerngezond terwijl mijn opa gestaag aftakelde. Mogelijk dacht ze door een vier jaar jongere man te trouwen zeker te kunnen zijn als eerste het graf in te gaan. Toch bleef zij alleen achter in een leven waar ze helemaal geen zin meer in had.

Het is bijna een jaar na mijn grootvaders dood en mijn oma is zesennegentig. Ze woont nog steeds in hetzelfde verzorgingshuis in Bloemendaal, al heeft ze wel moeten verhuizen naar een kleiner appartement. Ze leest Thomas Mann in het Duits en Proust in het Frans, onder een speciale lees- annex vergrotingslamp die ze van ons heeft gekregen.

Ze ging naar het gymnasium om daarna rechten te gaan studeren. Een bijzondere prestatie voor iemand van haar generatie, zegt ze vaak. Na twee jaar als advocaat gewerkt te hebben, huwde ze mijn opa en begon haar leven als huisvrouw. Ze kreeg drie kinderen, waarvan mijn vader de middelste is.

II
Ik kom aan op station Breukelen, het meest verlaten treinstation dat er bestaat. De architectuur doet in combinatie met het felle zonlicht denken aan een treurige plek in midden-Amerika; uitgestrekt en geel. Mijn tante wacht me op in haar zwarte Mini. Ze is zevenenzestig en ze heeft een lichaam waar geen gram vet aan zit, net als haar twee broers. Ik ben jaloers op haar benen en op hoe bruin ze zijn. Eerder die dag is ze bij haar moeder geweest, vertelt ze, terwijl we Breukelen achter ons laten. Mijn oma kan inmiddels over niets anders meer praten dan haar doodswens. "Ik ben niet per se tegen zelfbeschikking", zegt mijn tante, "maar als het over je eigen moeder gaat is het toch een ander verhaal." Mijn tante heeft mijn oma aan een nieuwe huisarts geholpen; ze weigerde nog naar de oude te gaan omdat het schijnbaar een christenhond was die haar alleen maar tegenwerkte. We parkeren de auto bij de haven van de Loosdrechtse Plassen en varen met haar sloep verder naar het huisje dat zij samen met haar man heeft op één van de kleine eilandjes. Zij verblijft daar de hele zomer; ik had behoefte aan een dag buiten de stad.

Illustratie: Liesbeth de Feyter.

Ik laat me zakken in het water, het is donker en zompig en koel. Ik zwem naar het vlondertje in het midden van de plas. Vroeger klommen mijn zusje en ik erop en sprongen we er weer af, nu hang ik eraan en gluur naar de mensen die een huis tegenover dat van mijn tante hebben. "Druktemakers", noemt mijn tante ze. Eén van hen was tot voor kort hoofdredacteur van een grote Nederlandse krant. Geweldig vond mijn oma dat. "Alleen jammer dat het niet de NRC is." De NRC is voor mijn oma wat de Bijbel is voor sommige anderen.

III
Mijn vader leest een e-mail voor van mijn tante. Ze vertelt dat ze met mijn oma naar de nieuwe huisarts is geweest. Mijn oma zou onophoudelijk gekrijst hebben: "Ik wil dood! Ik wil dood! Ik! Wil! Dood!" De huisarts, een jonge vrouw, had niet geweten wat ze met mijn oma aan moest en mijn tante al helemaal niet. "Voor ons maakt ze het zo wel makkelijker", zeg ik, en meteen voel ik me daar slecht over. Er zijn dingen die je kan denken, die je zelfs collectief kan denken, maar die je eigenlijk nooit kan zeggen. Maar even later lachen we toch om mijn oma, om de scène die ze trapt en over haar oneindige trots. Ze is een narcistische zelfmoordenaar, en dat valt op een bepaalde manier wel te respecteren.

Iedereen hier is hartstikke dom, of gek. Dom of gek: één van de twee.

Een paar maanden eerder was ik met mijn vader bij haar in het appartement. We vonden haar op de gang, enthousiast pratend met een oude man die ook in het Bloemendaalse huis woont. Toen de deur eenmaal dicht was zei ze: "Die man is stapelgek." "Het leek wel een leuk gesprek", zei ik. "Iedereen hier is hartstikke dom, of gek. Dom of gek: één van de twee." Ze vertelde over haar overbuurvrouw. "Haar zoon is chirurg en dat is het enige waar ze over kan praten. Over haar zoon en over haar dode man. Nooit heeft ze één dag in haar leven gewerkt. Ze heet ook nog Cohen." Via deze dubieuze brug vertelt ze over haar verleden in het verzet, wat een glorieuze doch korte tijd moet zijn geweest die hoofdzakelijk bestond uit het niet-tekenen van de anti-joden verklaring. En daarna gaan we weer naar het onderwerp waar het altijd over gaat: dat ze dood wil en over dat niemand haar begrijpt. Ze praat met mensen die er verstand van zouden moeten hebben, maar ook die begrijpen haar niet omdat ze, helaas, allemaal dom zijn of gek. "En uit het raam springen, is dat een optie?" vraag ik. Dat is geen optie, zo veel is duidelijk. Er moeten bergen verzet worden en de zin van mijn oma zal zegevieren.

IV
Mijn oma is nog steeds niet dood en begint een lichte hekel te krijgen aan onze kant van de familie. Ze zegt het niet met zoveel woorden, maar ze verwijt ons het gebrek aan daadkracht om hetgeen wat zij zo graag lijkt te willen door te zetten. Aan de telefoon heeft ze eens gezegd dat de Smithuijsens allemaal losgeslagen lui zijn die niemand kan vertrouwen. "Achterlijke zelfmoordenaars, dat zijn het!" Losgeslagen zijn er inderdaad een paar, en zelfmoord is zo nu en dan voorgekomen. De laatste suïcide nam de broer van mijn opa voor zijn rekening. Hij hing zich op in zijn zomerhuis in Loosdrecht, om door zijn tienerdochter te worden gevonden. Nu komen weduwe en dochter nog altijd naar feestjes en verjaardagen van onze familie. Als ze bij ons langskomen zitten ze de hele tijd naast elkaar. Over de voorgevallen zelfmoord spreekt men nooit.

Mijn hele familie, mijn hele familie. Buitengewoon hoogbegaafd.

Met die zelfmoordenaars wil mijn oma dus niets meer te maken hebben en ze richt zich tot de familie die haar meisjesnaam draagt. Helaas voor haar is die al helemaal uitgestorven. "Mijn moeder", zegt ze tegen me als we samen in de lift staan, "mijn moeder was een van de eerste vrouwen die studeerde. Musicologie. Zij was buitengewoon hoogbegaafd. Mijn hele familie, mijn hele familie. Buitengewoon hoogbegaafd." Ze kijkt naar beneden en zegt: "Eigenlijk ben ik honderd jaar te vroeg geboren. Ik zou honderd jaar later geboren willen zijn."

V
Mijn ouders en ik liggen op het strand. Mijn vader en ik zwemmen, mijn moeder vindt het te koud: zo gaat het al meer dan twee decennia. Ik zeg dat ze wel moet zwemmen omdat je haar leuk gaat zitten van het zeewater. Uiteindelijk neem ik wat water mee in mijn handen en smeer dat op haar hoofd. Dan praten we over mijn oma. Ik vind dat mijn moeder zich te veel met de zaak bemoeit. Ze zet zich enorm in voor mijn oma’s euthanasie. "Het is je familie niet", zeg ik ijzig. "Misschien niet", zegt mijn moeder, "maar het lijkt wel alsof ik de enige ben die zich bekommert om wat ze wil". Waarschijnlijk is mijn moeder inderdaad de enige met genoeg empathisch vermogen om mijn oma te kunnen begrijpen. Aan de andere kant levert zij binnen dit hele circus aan het einde geen direct familielid in. Mijn moeder zegt dat mijn oma ongelukkig is omdat niemand haar begrijpt. "Haar familie is niet meelevend", zegt mijn moeder. "Oma kunnen we ook niet bepaald meelevend noemen", zeg ik. Mijn vader zegt dat we moeten ophouden met ruziën.

VI
Het vooruitzicht van de dood van mijn oma is geen vooruitzicht van een begrafenis. Mijn grootouders hebben zich, tientallen jaren geleden al, geheel ter beschikking gesteld aan de wetenschap. Toen mijn opa op sterven lag, zag ik daar ineens – en veel te laat natuurlijk – de ernst van in. "Óma", zei ik toen op een ongewoon familiaire toon, "Óma, is er geen mogelijkheid om opa alsnog te begraven?". "Begraven?", riep ze, "Hoezo? Wij stellen ons ter beschikking van de wetenschap!". "Ja, maar ik wil zo graag een begrafenis", murmelde ik. "Dan neem jij toch een begrafenis, als jij dood gaat.".

Toen hij doodging woog hij nog veertig kilo; ik vraag me af wat ze aan hem gehad hebben.

Toen mijn grootouders zichzelf ter beschikking stelden van de wetenschap, was dat nog een ongelofelijke daad waarmee je niet alleen de wetenschap een dienst bewees, maar waarmee je je bovendien ontegenzeggelijk afzette tegen het Christelijke geloof. Je zou hoe dan ook niet in een kerk begraven worden. Vandaag is het vooral een makkelijke en goedkope oplossing voor mensen zonder vrienden of familie. Een uur na het overlijden van mijn opa kwam er een grote zwarte auto naar het huis in Bloemendaal om hem op te halen. Toen hij doodging woog hij nog veertig kilo; ik vraag me af wat ze aan hem gehad hebben.

VII
We liggen in bed, het licht is blauw, de sfeer sereen en klaar om verpest te worden. "Ben jij bang om ouder te worden?", vraag ik. "Ha", zegt hij, en denkt na. "Nee. Jij?". Nu moet ik nadenken. Mijn handen op het laken; ik kan het ineens niet uitstaan dat ze ooit oud zullen zijn. "Ik weet het niet". Zou mijn oma bang zijn geweest om oud te worden? Misschien wel. Vermoedelijk is ze altijd bang geweest. Boven alles bang om de controle te verliezen; om geen macht te hebben over de situatie; om niet het vermogen te hebben zichzelf en de wereld om haar heen te bepalen. Ik vraag me af of mijn oma eigenlijk bang is voor de dood. Waarschijnlijk zijn we allemaal bang voor de dood, maar wordt het als optie reëler naarmate de angst om te leven toeneemt.

VIII
Als mijn vader en ik bij ons afgelopen bezoek binnenkomen, roept mijn oma direct uit hoe verschrikkelijk slecht het met haar gaat. Gelukkig, zegt ze, is mijn tante met een nieuwe stichting aan het praten. "Dus binnenkort kan ik eindelijk dood." En als het op die manier niet zal gaan, dan wel uit pure verveling. Mijn oma haat de plek waar ze haar laatste dagen slijt. Mijn vader merkt bemoedigend op dat ze toch elke dag een wandeling maakt. "Ja, nou, maak ik elke dag een wandeling...". Mijn oma klinkt als Hans Dorrestein. "Het enige wat je hier ziet zijn bomen."

In haar keuken viel mijn oog op de verjaardagskalender. Het is er één met planten erop, vergezeld door hun Latijnse naam - mijn grootouders hebben die kalender gehad zolang ik me kan herinneren. Drie van de vijf namen op de septemberbladzijde waren doorgekrast met een pen. Mijn oma stond naast me en vroeg of de NRC dikker geworden was.

De volgende dag heeft mijn oma drie keer gebeld. Alle keren was het om zich te verontschuldigen dat ze weer zo veel geklaagd had, en om te zeggen hoe leuk ze het vond dat ik weer eens mee was.

Doortje Smithuijsen (1992) studeert filosofie en probeert haar oneindige verveling zo goed mogelijk om te vormen tot iets productiefs. Op goede dagen is ze een existentialistisch denker, op slechte een filosofische parvenu. Verder houdt ze van haring, holtkamptaart en videospelletjes.

Mail

Liesbeth de Feyter studeerde schilderkunst en beeldverhalen aan Sint Lucas in Brussel. Ze werkt als freelance illustrator en striptekenaar en maakt poëtische beelden met een luguber kantje.

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
test
het laatste
:Naar een taal die consent fucking overbodig maakt: brieven over consent

Naar een taal die consent fucking overbodig maakt: brieven over consent

In haar laatste brief aan Alara buigt Yousra zich over taal: hoe taal seksueel geweld normaliseert en hoe taal inwerkt op onze erotische verbeelding. Geweldloze verhoudingen scheppen via taal is voor haar zowel een kwestie van nieuwe talen schrijven als oude of bestaande talen herinneren. Lees meer

Comme tu veux

Comme tu veux

In de bruisende souks van Marrakech leert Aisha Mansaray haar vader – de ultieme hosselaar, de praatjesmaker in zes talen, en de filosoof in een (illegale) taxi – beter begrijpen. Lees meer

:De kunst van vertrekken – Deel II: Macht en onmacht

De kunst van vertrekken – Deel II: Macht en onmacht

In het tweede deel van deze essayreeks over kunststakingen schrijft Lara den Hartog Jager over kunstenaars die worstelen met systemen van macht en de vraag of hun kunst verandering teweeg kan brengen. Lees meer

:De archivaris en haar dochter: Een anatomie van opa's dochter 1

De archivaris en haar dochter: Morgen zal alles anders zijn

‘Even eufy checken.’ In ‘Morgen zal alles anders zijn’ dicht Bareez Majid over de eindeloze keuzes en opties die een dag voortbrengt. Een dag die getekend wordt door de sluimerende aanwezigheid van de videofeed van een beveiligingsapp. Lees meer

Kind van lelijke huizen

Kind van lelijke huizen

Om haar heen ziet Anne Schepers dat de kinderen uit ‘mooie huizen’ die wél een financieel vangnet hebben eerder de stap naar freelancewerk kunnen maken. Ze staat voor de keuze: lijden voor de kunst of doen wat de maatschappij verantwoordelijk acht? Lees meer

:Een reeks foto’s: brieven over consent

Een reeks foto’s: brieven over consent

Voor Alara Adilow voelt het alsof er altijd hiaten overblijven na het schrijven van een antwoord op een brief, en ze vraagt zich af of ze daarom steeds midden in de nacht wakker wordt. Ze denkt na over hoe de zachte aanrakingen niet alleen voor haar lichaam helend kunnen zijn, maar ook voor onze gewelddadige maatschappij, waar pestgedrag en leedvermaak machtsgrepen zijn. Lees meer

De staat ontvoerde mijn oudoom naar het front. En wie weet straks ook mijn broer?

De staat ontvoerde mijn oudoom naar het front. En wie weet straks ook mijn broer?

Marthe van Bronkhorst vraagt zich op 4 mei bij de herdenking af of we wel weten wat oorlog is en waar het begint. Lees meer

Bleekzucht en bloedarmoede

Bleekzucht en bloedarmoede

Menstruatie is stil en onzichtbaar. We kijken weg en gaan door. Maar wat als dat niet langer kan? Wat als het bloed de samenleving binnenstroomt en ons verdrinkt? Esther De Soomer onderzoekt hoe de maatschappij dan reageert. Lees meer

Beeldmakers gezocht voor papieren uitgave over seksueel consent

Beeldmakers gezocht voor papieren uitgave over seksueel consent

HALFNAAKT en Hard//hoofd zoeken acht beeldmakers (fotografie, illustratie, keramiek, textiel, etc.) die samen willen werken aan een publicatie over seksueel consent. Meedoen? Reageer vóór 20 mei. Lees meer

:De archivaris en haar dochter: Een anatomie van opa's dochter

De archivaris en haar dochter: Een anatomie van opa's dochter

In ‘Een anatomie van opa’s dochter’ reconstrueert Bareez Majid de verschillende deeltjes die samen een moeder maken. Een moeder die door een ziekte in de war is, en veel dingen vergeet – soms zelfs haar eigen kinderen. Lees meer

:Hoe te dromen:  Over slaap, verlangen en dromen over een betere wereld

Hoe te dromen: Over slaap, verlangen en dromen over een betere wereld

Als Stella Kummer ’s ochtends wakker wordt, bespreekt ze in bed haar dromen met haar vriend. Terwijl ze aan hem vertelt wat er die nacht in haar droomwereld is omgegaan, denkt ze na over dromen over de wereld. Begint het veranderen van de wereld niet eigenlijk gewoon in bed? Lees meer

Auto Draft 9

Dat het was

Hoe ga je om met herinneringen die te pijnlijk zijn om onder ogen te komen? Olivier Herter maakt het publiek getuige van een versnipperd landschap van herinneringen. Vloeiend, stemmig en ogenschijnlijk zonder plot wordt geprobeerd woorden te vinden, waar geen woorden voor te vinden zijn. Dit verhaal werd eerder op toneel gebracht door t Barre Land. Lees meer

:De archivaris en haar dochter: De eeuwige lijsten

De archivaris en haar dochter: De eeuwige lijsten

‘Ik wil geen literatuur van je maken.’ Hoe berg je je moeder in je schrijven, zonder haar essentie te bevriezen? Bareez Majid dicht in woord en beeld over ‘soon-to-be-dead-mothers’ en onderzoekt hoe hun lichamen functioneren als vergankelijk archief. Lees meer

Nog een keer: baas in eigen buik! 1

Nog een keer: baas in eigen buik!

Je zou zeggen dat het abortusrecht in Nederland vanzelfsprekend is, maar is dat eigenlijk wel zo? Een abortus is wettelijk gezien namelijk nog steeds strafbaar. Jihane Chaara neemt je mee in de politieke geschiedenis van het verworven abortusrecht in Nederland, die gepaard gaat met weerstand tegen dit recht op zelfbeschikking, maar ook met veel feministisch verzet en solidariteit. Lees meer

Auto Draft 8

Een transformatie van verlangen: brieven over consent

Wat als we consent en verlangen zélf als de voorwaarden van bevrijding en sociale rechtvaardigheid zien? Yousra Benfquih licht toe hoe genot-activisme ons niet alleen toelaat om ons tegen de dingen te verzetten, maar ook om te onderzoeken waar we naar verlangen. Lees meer

Iemand die me bij de hand neemt en me zegt hoe het moet, alles

Iemand die me bij de hand neemt en me zegt hoe het moet, alles

'Ik verlang zo erg naar een inspirerend figuur die logica ontdekt in de willekeur van wat ons allemaal overkomt. Die tegen me zegt: "Marthe, zó is het, en de rest is bullshit".' Lees meer

Auto Draft 7

Moederland

Zelfs in de Italiaanse zon lukt het niet altijd om donkere gedachten op afstand te houden. Roos Sinnige laat ons meedrijven op de ongrijpbare stroom die dan ontstaat. Lees meer

Mijn naam roept 1

Mijn naam roept

Hodo Abdullah beschrijft hoe de geschiedenis van Somaliland haar ook veel over haarzelf leerde. Hoe komt het dat het geloof in henzelf, de veerkracht en de trots van de Somalilanders zo verankerd zit in hun DNA? Wat geeft hun de kracht om door te gaan? Lees meer

:Oproep: Reageer op de briefwisseling over seksueel consent! 1

Oproep: Reageer op de briefwisseling over seksueel consent!

Ben je vrij in je verlangen? Op welke manieren kunnen en willen we elkaar aanraken? Reageer vóór 2 juni op de brieven van Yousra Benfquih en Alara Adilow. Lees meer

zonderverdergroet

zonder verdere groet

Rijk Kistemaker doet niet aan groeten. Rijk schrijft gedichten terwijl hij bezig is met andere dingen, zoals het opladen van een gehuurde Kia en huilen. Laat je meevoeren op zijn poëtische gedachtestroom. Lees meer

Lees Hard//hoofd op papier!

Hard//hoofd verschijnt vanaf nu twee keer per jaar op papier! Dankzij de hulp van onze lezers kunnen we nog vaker een podium bieden aan aanstormend talent. Schrijf je nu in voor slechts €2,50 per maand en ontvang in september je eerste papieren tijdschrift. Veel leesplezier!

Word trouwe lezer