◊ entrée
Entrée
Gedurende het hele jaar zal hard//hoofd in het kader van zogenoemde Late Night Café's wederom samenwerken met Entrée. De zes edities van het Late Night Café zijn elk gekoppeld aan een eigen thema. Elke editie wordt aan twee van onze redactieleden de opdracht gegeven een bijdrage te leveren, geïnspireerd op het thema van de betreffende avond. Het resultaat hiervan verschijnt op onze website en zal op de Late Nights eveneens onderdeel uitmaken van het programma. Deze keer (vrijdag 27 januari) is het thema 'Verwachting'. Roos Euwe schreef over de verwachting tussen acteurs en publiek.
In de nieuwste voorstellingen van Laura van Dolron en Marjolijn van Heemstra gaan de makers tegen de verwachting in door hun onwaarschijnlijke oprechtheid en door hun optimisme. Oprecht, hoopvol en kritisch; dat gaat niet vaak samen in het hedendaags theater.
Simpel gezegd heb je optimisten en pessimisten, en daar tussenin een groot grijs gebied waar de meeste mensen in vallen. Ik ben niet graag pessimistisch, maar dat is best lastig in het Nederland van vandaag. In geëngageerde of maatschappij-kritische theatervoorstellingen worden de huidige crises vaak pijnlijk blootgelegd; pijnlijk omdat we er zelf natuurlijk net zo goed onderdeel van zijn. Ik ben vaak opgelucht als theatermakers hun vingers precies op de zere plek weten te leggen; de louterende werking maakt mij alert, actief en is inmiddels iets dat ik van theater verwacht. Maar na twee voorstellingen waarin ik niet op de pijnbank wordt gelegd maar een oprechte, optimistische boodschap voorgeschoteld krijg, zijn mijn verwachtingen behoorlijk gedraaid.
Volgens Wouter Hillaert, redacteur van het tijdschrift rekto verso, is optimisme één van de laatste taboes in het land van het artistieke, gesubsidieerde theater. “De wereld is in crisis en gaat gigantisch naar de kloten, terwijl de mens innerlijk verscheurd is en niet tot samenleven in staat blijkt. Andere mens- en wereldbeelden wordt de toegang ontzegd.” schrijft Hillaert in het laatste themanummer over geboden in de kunst. Daarbij, vervolgt hij, wordt er van theatermakers niet verwacht dat ze met oplossingen komen. “De roeping van de theatermaker is te tonen wat niet werkt, te deconstrueren en te ontmaskeren.” Theatermaker Laura van Dolron gooit volgens hem in haar laatste voorstelling Wat nodig is deze en andere ongeschreven theaterregels overboord door in een oprecht verhaal, en op een aardige maar moralistische toon te vertellen hoe we het allemaal veel beter kunnen doen.
Bijzonder aan deze voorstelling is dat ze een spel speelt met de verwachtingen van de toeschouwers – niet alleen wat betreft de regels van het theater, maar ook met de verwachtingen die we zelf als mens, en over de wereld om ons heen hebben. Laura van Dolron, de “stand-up filosoof” die vorig jaar veel succes oogstte met haar voorstelling Sartre zegt Sorry, staat met Oscar van Woensel op het speelvlak. Zij vertellen ons geduldig hoe we beter voor onszelf kunnen zijn en de wereld om ons heen. Hoe we rust kunnen vinden, als ware het een boeddhistische sessie. Van Woensel, ooit de wilde, non-conformistische theatervernieuwer van Dood Paard, is inmiddels afgekickt van een verslaving.
Toen ik “non-conformistisch” was, was ik de droom van elke marketingfiguur, een ideale antikapitalistische topconsument. Ik rookte, ik dronk, ik droeg “non-conformistische” kleren, net zolang tot ze in de mode waren, dan propte ik ze vol verachting in een vuilniszak om op zoek te gaan naar een nieuwe avantgardisctische outfit. Ik praatte over vrijheid met een sigaret, een biertje en een mobieltje in mijn hand. Blijkt nu dat vrijheid discipline is! Wie had dat gedacht? ... Oh, nou, ik niet.
Hun oprechtheid maakt dat deze boodschap niet tenenkrommend is. In eerdere voorstellingen nam Van Dolron je mee in haar gedachten over wat er mis is met de mensen en de wereld – om vervolgens de situatie om te keren en zichzelf ook nog eens onderuit te halen. Theater op de pijnbank. In Wat nodig is is de pijnbank ingewisseld voor een zacht stoeltje en komt er geen omkering. Ze spelen zichzelf, of zijn zichzelf in een spel; het is maar hoe je het bekijkt, maar zeker is dat ze ons wil laten geloven dat ze oprecht is, en dat lukt goed. Ik geloof namelijk echt dat ik een oprechte Laura en Oscar heb gezien en dat ze me echt wilden vertellen dat het niet zo snel en gejaagd hoeft. Ze kennen de verwachtingen van de toeschouwer, het cynisme en de pijnbank, maar willen deze keer een pleister plakken op de wonden die normaal alleen getoond worden.
Van Dolron is bovendien niet de enige. Ook bij de laatste voorstelling van Marjolijn van Heemstra ontbreekt de pijnbank en is er ruim baan voor optimisme. In Mahabharata vertelt Van Heemstra hoe ze twee jaar geleden op zoek ging naar leeftijdsgenoten over de hele wereld, omdat ervan overtuigd was dat er “iets” was dat mensen verbindt. In India ontmoette ze Satchit Puranik, een acteur met wie ze besloot deze voorstelling te maken. Samen vertellen ze, in alle oprechtheid, met humor en zonder opsmuk over hun zoektocht naar dat “iets” dat ons verbindt, over de vooroordelen over elkaar die ze moesten overwinnen. Over hoe ze op hun negende dachten dat de wereld er uit zou kunnen zien als een Benetton-reclame met lachende blanke, rode, gele en zwarte mensen. Hoe ze daarin teleurgesteld werden, maar boven alles willen proberen cynisme de baas te blijven. In combinatie met de wederom onwaarschijnlijke oprechtheid van hun verhaal, kan je als publiek mee in hun verwachting of hoop naar een mooiere, betere wereld. Wat een opluchting.
Bijna twee jaar geleden schreef ik in dit artikel over nieuw engagement. Over hoe veel maatschappelijk betrokken makers geen eenduidige ideologische kijk of een kant-en-klaar antwoord geven op het hedendaags individualisme, op globalisering of rechts populisme, maar een situatie tonen en oproepen tot reflectie en nuance. “Geëngageerd theater zonder moralisme,” daarin lag de vernieuwing, betoogde ik. Dat is nu niet ineens verdwenen; Wunderbaum (Natives I en II) en Eric de Vroedt (Mightysociety 8 en 9) maakten voorstellingen waarin de verschillende standpunten scherp tegenover elkaar worden gezet, zonder eenduidige oplossing.
Naast deze vorm van engagement blijkt er nu nog een manier, namelijk in de oprechte en betrokken verhalen van Laura van Dolron en Marjolijn van Heemstra. Zij willen wel een antwoord geven en doen dat op een bewonderenswaardige, oprechte manier die bovendien niet naïef is. Ze willen, tegen de verwachting in, de toeschouwers overtuigen van hun verhaal of missie, zonder dubbele bodems of opsmuk. Daarbij geven ze ook hoopvolle verwachtingen terug aan de toeschouwer; dat het goed kan komen met ons, met de wereld. Het is crisis en hoog tijd voor optimisme.