Alexander van der Weide bezocht de sublieme fantasyfilm Stalker van Andrej Tarkovski. Een film over de geheimzinnige gids Stalker, die een wetenschapper en een schrijver een verboden zone binnenleidt, een door militairen hermetisch afgesloten gebied, waar de regels van logica en gezond verstand niet meer gelden. In dezelfde poëtische en meditatieve stijl beschrijft Alexander hier zijn filmervaring. Een korte bespiegeling.
Ik bezoek Stalker. De bioscooplichten doven, de zone opent zich. We moeten door sepiakleuren, door streng bewaakte hekwerken naar een afgelegen, geheime wereld reizen. Deze wereld is post-apocalyptisch, met zwerfvuil, bruine beekjes, rioolachtige gangen, overal regen, druppelend water. We zijn met zijn drieën: een schrijver, een wetenschapper en ik – de verkenner.
De schrijver en de wetenschapper zijn stuurs, ze geloven niet in de zone, een kamer die je diepste wensen doet uitkomen, en als die zone al bestaat, dan vinden ze die gevaarlijk, misschien té aantrekkelijk. Op weg naar de zone, buiten het ritme van het karretje, heerst grote stilte. De natuur verrijst in zijn ondoorgrondelijke schoonheid, koekoeksgeluiden, een schaduwzwarte hond. En tussen het veelkleurig groen van grassen, struiken, bomen – ruïnes, verlaten fabrieken, vervallen huizen. In deze door God verlaten wereld breng ik hen naar de zone, de zone.
*
Wanneer gaat stijl over in betekenis? Wat is de zone? Opent zich in elk kunstwerk een betekenisruimte waar vragen en gevoelens kunnen resoneren? Waar begint de introspectie, waar begint het gesprek? Is de zone niet uiteindelijk de verbeelding, de mogelijkheid van de mens om af te dalen in het eigen bewustzijn, naar het onderbewustzijn, en de kern van het menszijn te ervaren? En waarom is de zone gevaarlijk?
In een desolate wereld zien we de mens overgeleverd aan de elementen, vooral aan het water, dat druipt, druppelt, verzuipt. We zien langdurige shots van achterhoofden, eindeloos gekibbel tussen de drie protagonisten, een spel met het gooien van een moerbout, willekeurige, sprookjesachtige regels. We zien hypnotiserende close-ups van wuivende grassprieten, herhaling.
*
‘Probeer nooit je idee over te brengen aan het publiek — het is een ondankbare en zinloze taak. Laat ze het leven zien en ze zullen in zichzelf de middelen vinden om het te beoordelen en te waarderen,’ aldus Tarkovski.
Dit ‘leven’ is in Stalker een hermetisch afgesloten terrein, waarin industrie en natuur in elkaar overlopen. Het is een zoektocht naar een kamer, het is ontgoocheling. Maar ook: wonderbaarlijk uit zichzelf bewegende drinkglazen, de onschuld van het kind, een deken van armoede, van niets hebben. Wat de zone ook is, ze opent zich bij verveling, tegenspoed, stilte, wanneer we op onszelf zijn aangewezen en schouwen, aandachtig kijken naar de wereld om ons heen, een vuile plas regenwater – want als je lang genoeg kijkt, aldus Tarkovski, gebeurt er iets – spiegelt een wereld zich in het oppervlak.
Dit essay is geschreven tijdens de masterclass Film & Leven. Deze cursus van Gawie Keyser (filmcriticus bij De Groene) is dit najaar opnieuw te volgen bij The School of Life. De tentoonstelling Andrei Tarkovsky is in Eye Filmmuseum te bewonderen tot 5 december.
Alexander van der Weide is dichter en essayist. Hij schreef onder andere in Dietsche Warande en Belfort en De Groene Amsterdammer. Ook was hij hoofdredacteur van EXPOSED.
Friso Blankevoort (a.k.a. Freshco) is een illustrator/designer die woont en werkt in Amsterdam. De skateboardcultuur heeft een grote invloed op zijn werk, dat ook beïnvloed wordt door de traditie van grafisch ontwerp in Nederland.