Asset 14

Een ritje maken

Een ritje maken

In dit verhaal van Sonja Buljevac maken Renée en haar oma een wandeling bij de boulevard van Vlissingen. Terwijl haar oma volop geniet, wordt Renée geconfronteerd met de gebeurtenissen van de vorige nacht.

De houten paarden zijn vergeeld, hun tanden ontbloot in een grimas alsof er daadwerkelijk teugels aan ze trekken. Met hun wijd opengesperde ogen lijken ze alert op een dreiging waar ze niet aan kunnen ontsnappen, gevangen door de goudkleurige palen die door hun middenrif steken. Trage, schokkerige rondjes draait de carrousel, midden op de grauwe boulevard van Vlissingen.

‘Kijk nou, wat enig,’ zegt Oma. Ze heeft Renées arm stevig vast en hijgt een beetje, koffieadem muf en bitter, zelfs door de zeelucht heen. ‘Daar was ik zo dol op als klein meisje. ’s Zomers stond er één in het dorp en dan wilde ik wel vijf ritjes achter elkaar, maar dat mocht natuurlijk niet.’

Uit de speakers die in het dak van de carrousel hangen, klinkt een ouderwets, Hollands deuntje, alsof er een onzichtbaar draaiorgel staat te spelen. Renée kent het niet, maar Oma neuriet mee.

‘Wat enig,’ herhaalt ze.

‘Zullen we doorlopen, Oma?’ Renée trekt zacht aan Oma’s arm. Ze wandelen verder, niet vlak langs het water maar over het betonnen pad tussen de duinen. Daar waait het iets minder hard en Oma kan er beter haar evenwicht houden, maar het uitzicht over een verlaten Vlissingen is eindeloos. Zo voelt het om alleen op de wereld te zijn, denkt Renée.

Maar ik ben niet alleen, ik heb Oma en mijn vriendinnen op school en mama die thuis op me wacht.

‘Is Fabian je vriendje?’ vraagt Oma.

Renée heeft het idee dat ze een grote slok zeewater heeft ingeslikt.

‘Fabian?’

‘Van hem kreeg je net een berichtje, toch? Je was zo ingespannen naar je mobiel aan het kijken dat ik nieuwsgierig werd, dus ik gluurde even mee. Ik moet toch weten wie jou zo aan het blozen maakt!’ Oma giechelt. ‘Je hoeft je niet te schamen, meid. Toen ik zo oud was als jij kwam ik óm in de vriendjes. Dat is heel normaal.’

Eén kussend poppetje heeft Fabian naar haar gestuurd, het eerste wat ze van hem gehoord heeft na het feestje bij Sylvia twee dagen eerder.

‘Hij is m’n vriendje niet.’

‘Nog niet,’ zegt Oma met een knipoog. ‘Laat hem er maar lekker voor werken, hè meid? Zo deed ik dat ook vroeger.’

Ze lunchen in een bijna verlaten strandtent. Twee obers van ongeveer Renées leeftijd spelen een potje kaart aan de bar, een serveerster krabt de dieprode lak van haar nagels en Renée en Oma nemen plaats aan een tafeltje bij het raam zodat ze de kust goed kunnen zien. Het wordt vloed, steeds verder stormt de zee met haar schuimende golven het strand op.

‘Lekker zo.’ Oma roert in een kom tomatensoep, vist de balletjes eruit en legt ze op een servet waar ze langzaam afkoelen. De damp vormt condens op het ijzige raam. ‘Eet jij ook wat? Je moet nog niet lijnen, hoor. Zo’n mooi strak figuurtje zonder er iets voor te doen, had ik dat maar.’ Ze klopt op haar buik. ‘Als je ouder wordt, verdwijnt dat allemaal. Geniet er maar van.’

Renée pakt haar tosti op en neemt een hap. Het brood voelt zwaar, kleverig, ze krijgt er kokhalsneigingen van. Al zeven keer heeft ze haar telefoon voelen trillen in haar broekzak, maar ze durft niet te kijken. Oma vindt het niet leuk als ze op haar mobiel zit terwijl ze samen zijn.

‘Lust je het niet? Wil je iets anders?’

‘Heb niet zoveel trek.’

‘Anders mag je gerust iets anders bestellen, hoor. Ik zit niet zo op de centen als je moeder.’ Oma’s stem klinkt hoog, alsof het een grapje is, maar ze pulkt afwezig aan haar oorbel en kijkt Renée niet aan. ‘Hoe ís het met je moeder? Ik heb haar al weken niet gesproken, druk op werk weer zeker?’

‘Beetje.’

‘Een beetje maar? Oh. Maar geen tijd om te komen vandaag, wat jammer.’

Oma’s mond is strakgetrokken, zodat duidelijk te zien is dat de oudroze lippenstift in de lijntjes rond haar bovenlip is gebloed. Soms heeft Renée medelijden met Oma, als ze aan haar denkt in haar krappe aanleunwoning die propvol staat met massieve, houten meubels uit het oude huis. Hoe Oma daar haar dagen slijt, starend uit het raam dat niet op zee uitkijkt maar op de parkeerplaats. Het doet haar denken aan die keer dat mama te laat was om haar op te halen, het schoolplein leegliep en veranderde in een woestijn van stoeptegels waar geen tijd meer bestond, en Renée wachtte en huilde en wachtte.

‘Ze heeft een dagje voor zichzelf nodig. Volgende keer komt ze misschien weer mee,’ liegt Renée.

‘Nou, het hoeft niet hoor. Als het zo vermoeiend voor haar is.’

Renée kijkt naar de zee die steeds verder over het strand naar boven kruipt. Ze vraagt zich af of het water ooit de ingang van de lunchroom zal bereiken, misschien zelfs over het trapje vloeien tot onder de deuropening, steeds hoger, tot alle tafels en stoelen drijven. Haar telefoon trilt tegen haar bovenbeen, twee keer, drie keer. Oma schept haar laatste restje soep op. De metalen lepel schraapt over de bodem van de kom.

‘Ik moet even naar de wc.’

Renée schuift haar stoel naar achter en loopt naar de toiletten. De twee obers aan de bar kijken op van hun kaartspel als ze voorbij komt. Renées wangen kleuren, ze richt haar blik op haar schoenen, vies van het zand.

Als ze het wc-hokje achter zich heeft gesloten, gaat ze met haar broek aan op de bril zitten. Twaalf berichten heeft ze inmiddels. Eentje van haar moeder: ‘Hoe gaat het, lieverd? Laat maar weten als ik je moet ophalen van het station’ en een hartje. Dan één van Fabian, niet meer dan drie vraagtekens, ze heeft niet gereageerd op het kuspoppetje van vanmiddag. ‘Ben met m’n oma’ stuurt ze haastig terug. Ze twijfelt of ze er een ‘X’ achteraan zal sturen maar doet het niet. De andere berichtjes zijn allemaal van vriendinnen, en allemaal vragen ze hetzelfde. Renée laat ze ongeopend, reageert alleen op die van haar beste vriendin, Marleen: ‘Omg hebben jij en Fabian het gedaan vrijdag?’

‘Ja’ typt Renée, verwijdert het en typt ‘Soort van’, verwijdert ook dat weer en stuurt toch maar ‘Ja’.

Onmiddellijk verschijnt in beeld de boodschap dat Marleen aan het typen is. ‘Omg niet! Dus toch! Hoe was het?’

Renée staart naar het bericht tot de letters wazig worden, stopt haar telefoon in haar broekzak en loopt terug naar de lunchroom. Oma glimlacht als ze tegenover haar komt zitten. Het lucht op, die vertrouwde, warme uitdrukking op het gerimpelde gezicht, alsof de ijzeren dwangbuis die al het hele weekend om Renées borst zit, wat losser wordt geschroefd.

Ze zucht diep en dreigt zichzelf te verliezen in de extra ademruimte.

Bijna stort ze alles uit over het plastic tafeltje in de lunchroom, een door elkaar geschudde fles frisdrank die begint te bruisen als de dop zelfs ook maar een beetje open wordt gedraaid, maar ze grijpt de koud geworden tosti, neemt een hap en kauwt erop tot het gevaar is geweken.

 

Ze lopen terug langs dezelfde route, tussen de hoge grashalmen in de duinen. Het is net gaan schemeren, de wolken zijn zwaar en diepblauw, ergens in de verte regent het en lijkt de zee recht omhoog de hemel in te kruipen. Aan het einde van het pad doemt de carrousel weer op. Nu het donker wordt, lijken de kleuren nog feller en er branden lampjes, zachte gouden bolletjes tegen de staalgrijze lucht.

‘Hij draait nog! Wat prachtig met die lichtjes, echt enig,’ zegt Oma, zo enthousiast dat Renée even denkt dat ze ermee loopt te spotten. ‘Oh, als het kon zou ik er zó een ritje op maken.

Oma’s lippenstift is bijna helemaal verdwenen, alleen in de hoeken van haar mond zitten nog wat korrelige restjes. Mama draagt nooit make-up, ze vindt het ordinair, en tot vorig jaar mocht Renée alleen wat mascara op van haar. Als ze zich zwaarder opmaakt, zoals voor het feestje vrijdag, zegt mama: ‘Je lijkt m’n moeder wel als ze vroeger naar het café ging.’ Eerst dacht Renée dat het een compliment was.

Als ze weer bij de carrousel zijn, blijft Oma staan. Renée wil verder lopen maar hun armen zijn door elkaar gehaakt. Ze kan nergens heen.

‘Zal ik u naar huis brengen, Oma? Ik moet wel m’n trein halen.’

‘Alsof ik zo m’n jeugd weer instap!’ Oma zucht. Met haar hoofd een beetje schuin kijkt ze naar de carrousel. Achter de onverstoorbaar draaiende attractie storten golven zich woest happend op de kust.

‘Ik moet echt mijn trein halen. Volgens mij vertrekt die zo.’ Renée trekt haar arm zo abrupt los dat Oma ervan wankelt en pakt haar telefoon uit haar zak om de treintijden te checken. Ze wil thuis zijn, bij haar moeder op de bank kruipen, misschien vragen of ze eten kunnen bestellen en een lange film kijken tot ze ongemerkt in slaap valt.

‘Dan pak je er toch eentje later,’ zegt Oma, maar Renée hoort haar niet. Haar oren suizen alsof ze zojuist kopje onder is gegaan en er overal om haar heen alleen nog zwart water is dat hard op haar borst drukt. Een nieuw bericht, van een anoniem nummer, prijkt in een keurige bubbel op haar beeldscherm.

‘Renée?’

Ze wil de telefoon in zee smijten maar de grond onder haar voelt onvast en ze is bang dat ze valt als ze een stap zet.

‘Renée? Lijkt het jou niet leuk om een ritje te maken?’ Oma prikt in haar zij, een ongeduldig kind. Renée schraapt haar keel een paar keer voor ze antwoord kan geven.

‘Liever niet.’

‘Ach, kom nou, dat is toch juist leuk? Je bent haast nog een kind! Eén ritje maar.’

Er zijn meer berichtjes binnen gekomen. Van haar vriendinnen maar ook van meisjes die ze nooit heeft gesproken, jongens aan wie ze nooit haar nummer heeft gegeven, die allemaal schijnen te weten wat er vrijdag is gebeurd. Ze vragen naar details die haar misselijk maken, of stellen zich beschikbaar voor een volgende keer als deze niet beviel. En dat bericht van die onbekende afzender, dat zelfs als ze haar ogen sluit, nagloeit als een brandmerk op haar netvlies.

‘Doe het dan tenminste voor mij,’ zegt Oma. ‘Ik zou het zo énig vinden om te zien.’

Mail

Sonja Buljevac (1997) studeerde psychologie en literatuurwetenschap aan de Universiteit Utrecht. In 2017 stond ze in de finale van Write Now!, daarna verschenen haar verhalen bij De optimist en in Op ruwe planken. Van 2018 tot 2020 schreef ze wekelijks voor ABCyourself.nl.

Cheyenne Goudswaard richt haar aandacht op het vuil in de hoek en de buurman die niemand wil. Ze gluurt voorbij de voordeur om te ontdekken wat er in de achtertuin verborgen ligt. Haar fascinatie voor het menselijk gedrag en hoe we ons verhouden tot de wereld, komen tot uiting in zachte, intieme en soms ongemakkelijke illustraties en animaties.

Hard//hoofd is gratis en
heeft geen advertenties

Steun Hard//hoofd

Ontvang persoonlijke brieven
van redacteuren

Inschrijven
Lees meer
test
het laatste
Even zweven de levende wezens

Even zweven de levende wezens

Voor Hard//hoofd dicht Pim te Bokkel over de verschillende facetten van water: de kalmte en geborgenheid ervan, of juist de dreigende weidsheid. Dit is een voorpublicatie uit de bundel 'Even zweven de levende wezens' die op 16 januari bij uitgeverij Wereldbibliotheek verschijnt. Lees meer

Een echte vis

Een echte vis

In dit verhaal van Maartje Franken dreigt er meer dan alleen een storm. Kinderen gaan op zomervakantie in de regen, ontdekken een verzonken stad en proberen te documenteren zoals Bear Grylls. Lees meer

Lichamen en monden

Lichamen en monden

Hoelang blijf je toekijken? Wanneer dondert alles in elkaar? Waar zit de zwakke plek van passiviteit? Pieter van de Walle neemt je in dit kortverhaal mee als apathische visverzorger in een Berlijns aquarium. Lees meer

De Groep

De Groep

'Ik ben Jane en Kevin is een lul die te veel ruimte inneemt.' Amal Akbour schreef een verhaal over Jane, een narcistische jonge vrouw die voor het eerst deelneemt aan groepstherapie. Dit is een voorpublicatie van het verhaal dat Amal schreef als onderdeel van het Veerhuis Talentenprogramma. Lees meer

Auto Draft

Rooilijnen

Rik Sprenkels schrijft (als dichter en medewerker bij het Kadaster) over de beleidsregels achter de openbare ruimte: voor de gewone sterveling zijn ze onzichtbaar, terwijl ze wel veel invloed hebben op hoe hun wereld werkt en eruitziet. Lees meer

Verboden toegang 8

Verboden toegang

Afgelopen zomer kregen tien aanstormende schrijftalenten de kans om deel te nemen aan het eerste Schrijverskamp van literair podium Frontaal. Onder begeleiding van verschillende schrijfcoaches werkten ze aan teksten rondom het thema Groen. De resultaten daarvan vind je deze week op Hard//hoofd. In woord én beeld dicht Maaike Rijntjes over iemand die terugkeert naar het bungalowpark waar die opgroeide. Lees meer

Momentum

Momentum

Afgelopen zomer kregen tien aanstormende schrijftalenten de kans om deel te nemen aan het eerste Schrijverskamp van literair podium Frontaal. Onder begeleiding van verschillende schrijfcoaches werkten ze aan teksten rondom het thema Groen. De resultaten daarvan vind je deze week op Hard//hoofd. Sanne Lolkema dicht op drie levels over de prestatiemaatschappij: van micro-, naar macro- en mesoniveau. Lees meer

Herkauwen

Herkauwen

Afgelopen zomer kregen tien aanstormende schrijftalenten de kans om deel te nemen aan het eerste Schrijverskamp van literair podium Frontaal. Onder begeleiding van verschillende schrijfcoaches werkten ze aan teksten rondom het thema Groen. De resultaten daarvan vind je deze week op Hard//hoofd. Tussen ongemak en walging in dicht Moni Zwitserloot over zowel baren als geboren worden: 'je kruipt uit je dode vel / naar buiten / de broeierige nacht in'. Lees meer

Podiumgeil

Podiumgeil

Afgelopen zomer kregen tien aanstormende schrijftalenten de kans om deel te nemen aan het eerste Schrijverskamp van literair podium Frontaal. Onder begeleiding van verschillende schrijfcoaches werkten ze aan teksten rondom het thema Groen. De resultaten daarvan vind je deze week op Hard//hoofd. Birsu Tamer schreef een tekst voor een acteur die als het monster van Frankenstein diens publiek bespeelt. Lees meer

Handleiding

Handleiding

Afgelopen zomer kregen tien aanstormende schrijftalenten de kans om deel te nemen aan het eerste Schrijverskamp van literair podium Frontaal. Onder begeleiding van verschillende schrijfcoaches werkten ze aan teksten rondom het thema Groen. De resultaten daarvan vind je deze week op Hard//hoofd. In 'Handleiding' schrijft Ettie Edens over eenzaamheid, identiteit en gezien willen worden - en over iemand die een muur van haar kamer verft en daar zo in doorslaat dat ze in de kamer verdwijnt. Lees meer

De serre

De serre

Afgelopen zomer kregen tien aanstormende schrijftalenten de kans om deel te nemen aan het eerste Schrijverskamp van literair podium Frontaal. Onder begeleiding van verschillende schrijfcoaches werkten ze aan teksten rondom het thema Groen. De resultaten daarvan vind je deze week op Hard//hoofd. Johanna Loman schreef een verhaal over een jonge vrouw op een klimaatprotest: Wat als je wel moreel besef hebt, maar liever je kop in het zand steekt? Lees meer

Hertenkalf 2

Hertenkalf

Afgelopen zomer kregen tien aanstormende schrijftalenten de kans om deel te nemen aan het eerste Schrijverskamp van literair podium Frontaal. Onder begeleiding van verschillende schrijfcoaches werkten ze aan teksten rondom het thema Groen. De resultaten daarvan vind je deze week op Hard//hoofd. Tessa van Rooijen dicht in dit vierluik over het aangaan van verbindingen en het dragen van een dood hertenkalf: 'jongens is het sexy om een dood hertenkalf in je lichaam te hebben?' Lees meer

De tondeuse

De tondeuse

Afgelopen zomer kregen tien aanstormende schrijftalenten de kans om deel te nemen aan het eerste Schrijverskamp van literair podium Frontaal. Onder begeleiding van verschillende schrijfcoaches werkten ze aan teksten rondom het thema Groen. De resultaten daarvan vind je deze week op Hard//hoofd. Jana Flekken legt in fragmenten de band en rolverdeling tussen ouders en hun kind vast, en hoe die verandert wanneer een van de ouders ziek wordt. Lees meer

Mijn huid een rekbare grens (Frontaal)

Mijn huid een rekbare grens

Afgelopen zomer kregen tien aanstormende schrijftalenten de kans om deel te nemen aan het eerste Schrijverskamp van literair podium Frontaal. Onder begeleiding van verschillende schrijfcoaches werkten ze aan teksten rondom het thema Groen. De resultaten daarvan vind je deze week op Hard//hoofd. In dit drieluik bevraagt Isa/Isa Bob van Rooy de kaders die er gesteld zijn rondom onze natuurlijke wereld. Bestaat er eigenlijk wel een verschil tussen zelf en natuur, of tussen plant en organisme? Lees meer

Whisper Heart, The Movie

Whisper Heart: the movie

Hoe ver ga jij voor De Ware? Anne Sikma onderzoekt in dit bloedstollende verhaal de grenzen op tussen fictie en realiteit. Ben je er klaar voor? Lees meer

Voorland

Voorland

Hoe ga je om met de grote kans dat je, net als vele vrouwen in je familie, jongdementie zal krijgen? Yanaika Zomer bereidt zich voor in de vorm van een gedicht. Lees meer

Doorlaatbaar 1

Doorlaatbaar

Een jonge vrouw is mantelzorger voor haar moeder. Dit verhaal van Siska van Daele beschrijft de grens tussen hun binnen- en buitenwereld: binnen lijkt de tijd stil te staan, terwijl buiten alles doorraast. Lees meer

Lieselot 1

bloedbanen

‘Jij bént geen lijf, je hébt er een,’ stelt de therapeut in het buurthuis. Kan de ik-persoon geholpen worden? Met ‘bloedbanen’ won Sandro van der Leeuw de juryprijs van Het Rode Oor 2024, de erotische schrijfwedstrijd van Vlaams-Nederlands huis deBuren. Lees meer

Lieselot

Lieselot

Twee vrouwen in een verzorgingstehuis hebben een afspraakje - maar zal de ander wel komen? Met ‘Lieselot’ won Sanne Otten Het Rode Oor 2024, de erotische schrijfwedstrijd van Vlaams-Nederlands huis deBuren. Lees meer

Ondergang / Opkomst

Ondergang / Opkomst

Wat als Pangea opnieuw ontstaat en de wereld weer één land wordt? In haar beeldende gedichten fantaseert Sanne Lolkema over nieuwe en oude werelden, systemen en cirkels. Lees meer

Word vóór 1 februari trouwe lezer en ontvang Hard//hoofd magazine ‘Ssst’ in maart!

Hard//hoofd verschijnt weer op papier! In ‘Ssst’ verkennen we de (zelf)opgelegde stilte. Fluister je met ons mee? Word vóór 1 februari trouwe lezer voor slechts €2,50 per maand en ontvang in maart 120 pagina’s over de kracht, het geweld en de kwetsbaarheid van stilte op de mat. Veel leesplezier!

Word vóór 1 februari trouwe lezer