De openhartigheid waarmee Zomergast Raven van Dorst het gesprek aanging met Janine Abbring sierde hen. Diezelfde openhartigheid verlangde hen van hun interviewer, zag Emma Stomp, die bij Van Dorsts pleidooi voor strijdbare eigenzinnigheid haar eigen vuisten in de lucht wierp.
‘Een beetje verliefd wordt iedereen op Raven, denk ik,’ schreef journalist Hanneke Groenteman voorafgaand aan de Zomergasten-uitzending met de presentator en muzikant. ‘.Met die ogen die altijd waakzaam zijn, ook als die schatert van het lachen […] of de ander pittig van katoen geeft zonder fluwelen handschoentjes. Op dat zuivere gevoel van wat deugt en wat niet deugt, zonder hinderlijk politiek correct te zijn.’
Het waren woorden waar ik me in kon vinden, want ook ik word een beetje verliefd op Raven wanneer ik naar Nachtdieren kijk, een programma waarin die in een oldtimer door nachtelijk Nederland rijdt om te zien wie nog wakker is. En ook een beetje jaloers trouwens, op de onbevangenheid waarmee Raven mensen de hemd van het lijf vraagt. Mensen die zich vervolgens volledig bloot durven te geven en vertellen over hun raadselachtige hobby’s, ongewone beroepen, moeizame familiebanden en angststoornissen.
Hoe zou het Raven vergaan als gast in plaats van presentator, vroeg ik me voor de uitzending af. Zou die last van podiumvrees krijgen als de regie uit handen zou worden genomen? Of zou het gesprek net zo moeiteloos – en vooral grappig – verlopen als in diens televisieprogramma’s? Dat laatste bleek al vanaf de eerste minuut het geval. ‘Janine Abbring, hallo. Daar zitten we dan op de caravan,’ luidden Ravens woorden en het beloofde gelijk een enerverende avond te worden.
‘Nou, toen ben ik maar op zoek gegaan naar Satan en wat ik zag beviel me wel’
Een avond die een lofzang voerde op de buitenstaanders en rebellie. In het eerste fragment pleitten Nirvana-leden Krist Novoselic, Kurt Cobain (demonstratief met een jas over zijn hoofd) en Dave Grohl voor meer underground muziek en kleine platenzaken. ‘Jongens met een mainstream smaak weten nu dat ze een band kunnen beginnen. Het is mooi dat wij daaraan hebben kunnen bijdragen,’ aldus een spottende Kurt. ‘Maar dat ideaal is er altijd al geweest in de underground.’
In een ander fragment zagen we een Sinéad O’Connor een protestlied zingen op een concert ter ere van Bob Dylan. Dapper, want dit gebeurde onder luid boegeroep omdat de singer-songwriter kort daarvoor op televisie een foto van de paus verscheurde. Ook de oprichter van de Satanskerk passeerde de revue; die hield een pleidooi voor het ontdekken van je ware natuur.
Raven vertelde hierover dat die als tiener daadwerkelijk gedemoniseerd was door een predikant in de kerk. ‘Hij kwam naast me staan, legde zijn hand op mijn hoofd en zei: ‘kunnen we samen bidden voor dit kind? Satan ga uit dit kind. Ik begon gelijk te huilen omdat ik me zo afgezonderd voelde van de rest.’ En later, met pretogen: ‘Nou, toen ben ik maar op zoek gegaan naar Satan en wat ik zag beviel me wel.’
Raven, die intersekse is, voelde zich al van jongs af aan anders dan de rest. Maar hoe het precies zat, werd pas op diens eind twintigste duidelijk.
‘Hoe kwam je daarachter?’ vroeg een geïnteresseerde Janine.
Raven, zichtbaar even twijfelend, maar daarna even openhartig als altijd: ‘Ja, eh whatever, ik was bij de gynaecoloog, want mijn ex-vriendin had hele lange nagels. […] Daar kwam ik erachter hoe het zat.’
Die openhartigheid sierde Raven zondagavond. Al leek hen diezelfde openhartigheid te verlangen van Janine Abbring, met wie hen regelmatig de verbinding zocht.
‘Hou jij eigenlijk van Nirvana, Janine?’ werd er al vroeg in de uitzending gevraagd. En later, gekscherend: ‘Wat doe jij eigenlijk voor de lol?’ En: ‘Ben jij eigenlijk seksueel, Janine?’ Alsof ze samen in de kroeg zaten in plaats van in een intellectueel televisieprogramma. Janine, die er zenuwachtig van leek te worden, wimpelde de vragen soms af, maar toonde zich ook opvallend kwetsbaar, door bijvoorbeeld een boekje open te doen over haar pestverleden. Wat Raven lukte in diens eigen televisieprogramma’s, lukte nu ook in het programma van een ander: op een ontwapenende manier de verbinding met de ander zoeken.
’Je wilt ook wel een keer iets anders zijn dan je gender of je geslacht’
Spannend werd het toen Janine aan Raven vroeg of die ooit het gevoel had gehad dat het leven überhaupt niet voor hen was bedoeld. Was dit niet een te pijnlijke vraag?
Raven, na een stilte: ‘Nou, ik denk dat ik het leven naar mijn hand heb moeten zetten.’ Iets later: ‘Je wilt ook wel een keer iets anders zijn dan je gender of je geslacht.’
In het fragment uit de documentaire Paris is Burning, over de ballroomscene in New York eind jaren tachtig, kwamen deze thema’s ook duidelijk aan bod. In de meest extravagante outfits paradeerden dragperformers over het podium waarbij verschillende categorieën werden uitgebeeld: van Parijse modellen tot aan militairen.
‘In het echte leven kan je alleen directeur worden met de juiste opleiding en kansen. Het feit dat je geen directeur bent, komt door de sociale hiërarchie,’ aldus dragartiest en ontwerper Dorian Corey. ‘Zwarte mensen komen nauwelijks hogerop en diegenen die het wel lukken zijn meestal hetero. Maar in een ballroom kan je iedereen zijn die je wilt. Je bent geen directeur, maar je ziet er wel zo uit.’
Volgens Raven liet de documentaire heel erg duidelijk het belang zien van een gemeenschap kiezen. ‘Ze maken hier met z’n allen een plek waar ze kunnen zijn wie ze willen zijn.’
Ravens openhartige overpeinzingen leverden een mooie avond op, waarbij je als kijker geen moment met gekromde tenen zat te kijken naar een ego dat moest worden hooggehouden. Raven verloor zich niet analytisch taalgebruik en toen Janine er een Latijnse spreuk in gooide was diens commentaar simpelweg: ‘Wat? Ik spreek geen academisch.’ Wat overigens niet wil zeggen dat Ravens antwoorden niet van een enorme intelligentie getuigden.
Aan het begin van de avond vroeg Janine of Raven zichzelf niet zielig vond door lange tijd een buitenbeentje te zijn geweest, maar dat is allerminst hoe de Zomergast zichzelf zag. Het er niet bij horen maakte de presentator en muzikant niet kwetsbaar of zielig, maar vooral strijdbaar: ‘Het is makkelijk om ergens bij te horen. Als je aan de lopende band verkering hebt, ga je dan nog zoeken of voor jezelf nadenken?’ Waarop alle buitenbeentjes (inclusief de schrijver van dit stuk) hun vuisten in de lucht gooiden. In een tijdperk waarin we steeds meer in het gareel moeten lopen, was het mooi om te zien hoe Raven een lans brak voor het anders-zijn.
Emma Stomp (1994) schrijft over alles wat haar fascineert: van vreemde Mexicaanse gezegdes tot aan de mooiste uren in je lichaam. Eerder studeerde ze sociologie aan de UvA, waar ze nu werkt als communicatiemedewerker. Ze is dol op Wes Anderson films en vintagekleding en heeft minstens zo’n grote koffieverslaving als Lorelai Gilmore.
Zach Danson is een beginnende Rotterdamse illustrator. Zijn voornaamste materiaal is balpen waarmee hij louter mensfiguren tekent. Aldus Danson is huid en haar het meest interessante om te tekenen wat resulteert in immer herkenbare personages . Terugkerende thema's zijn imperfectie, hedonisme en knaagdieren.